Tiengemeten is deze zaterdag het wandeldoel van buurman Gerrit en mij. Dit eiland middenin het Haringvliet, onder de rook van Rotterdam, oefent al jaren een onweerstaanbare aantrekkingskracht op me uit. Maar ik vond de reis altijd zo lang. Tot vandaag. Vroeg uit de veren, twee uur rijden, een tochtje met de veerpont en de Hollandse wildernis ligt aan onze voeten.
Dat veerpontje vaart maar eens per uur en start pas om 10 uur. Wel iets om rekening mee te houden. Veerman Huib Bijl ziet er echt uit zoals je je een veerman voorstelt – kraaienpootjes rond vrolijke ogen, zeemanspet op z’n zonverbrande hoofd. Hij heeft ook een eigen veerbootje, waarmee je een rondvaart kunt maken: de Heicondias.
Rare naam? Hij heeft z’n veerboot vernoemd naar zijn 4 dochters: Heidi, Conny, Ditske en Astrid. Huib Bijl vaart al een halve eeuw, sinds z’n 14de, op en neer naar Tiengemeten. Je zou er het heen en weer van krijgen.
Met deze leuke weetjes op zak stappen wij aan boord. Evenals volk van divers pluimage: kinderrijke ouders, vogelaars behangen met verrekijkers en spottingscopen, natuurfetisjisten in camouflagekleding, wandelaars zoals wij. En wie is die verloren man op het achterdek met z’n kapsel dat zwaar van de leg is? Misschien wel een dichterlijke ziel die eilandwind door z’n writer’s block wil laten waaien.
Vier wandelroutes telt het eiland, maar wij hebben van internet een GPS-track geplukt die ons het hele eiland in 17 kilometer wil laten zien. Vanaf de pont stappen we zo de natuur in. Van zeebenen hebben we geen last, de overtocht duurt maar 10 minuten.
Naar het Wilde westen van het eiland wandelen we, naar een gebiedje met de spannende naam ‘De Wildernis’. Dat klinkt aanlokkelijk, al hopen we dat we geen kapmes nodig hebben, want die hebben we vandaag thuisgelaten.
Over de dijk langs het water struinen we vele kilometers. Het hobbelige graspad biedt mooi zicht op het uitgestrekte water van het Haringvliet, hier en daar bespikkeld met kleurige zeilbootjes. Ganzen prediken met hun onvermijdelijke V-vorm voor vrede op aarde. Een zwanenpaar dobbert met z’n jonge kroost op kabbelende golfjes.
Richting het binnenland van Tiengemeten kijken we uit over een ruig begroeid natuurgebied. Miauwende buizerds en bruine kiekendieven cirkelen daar rond, spiedend naar onschuldige muisjes en lelieblanke kuikentjes. Hap-slik-weg. Zíelúg! Smienten moeten weer oppassen voor jagende slechtvalken.
In de winter heb je hier zelfs kans om een zeearend te spotten, die ze vanwege z’n enorme vleugelspanwijdte (tot 250 cm) ook wel ‘vliegende deur’ noemen. Ze hebben een gigantisch leefgebied nodig. En dat vinden deze machtige vogels op en rond Tiengemeten. Zeearenden eten vooral meerkoeten, eenden, vis, aas en voedsel dat ze roven van andere roofvogels. Alweer: zíelúg!
Vanuit het riet horen Gerrit en ik iets veel lieflijkers: kwetterend vogelgezang. En daarover krijgen Gerrit en ik het even flink aan de stok. Want is het nou een rietgors, een rietzanger of een kleine karekiet? Daar kun je eindeloos over discussiëren, zo blijkt. Mijn app met vogelgeluiden biedt geen uitsluitsel. Om de lieve vrede te bewaren stelt Gerrit voor het op ‘rietspul’ te houden, en ik sluit me daarbij aan.
Even verderop kijken we uit over watermoeras Weelde. In de wintermaanden zie je hier veel watervogels: bergeenden, slobeenden, wintertalingen en duizenden ganzen. In lente en herfst vallen de slikplaten droog en komen kluten, wulpen, scholeksters en andere 'vogels op hoge poten' eten op hun tocht van noord naar zuid en terug.
Het water is hier in het westen van Tiengemeten sowieso het mannetje. De getijden zijn heer en meester dankzij een enorme kreek aan de zuidkant van het eiland. Via een gat in de dijk is deze kreek verbonden met het Haringvliet. Eb en vloed hebben vrij spel en vormen steeds nieuwe kreken en stroompjes. De natuur is hier dus lekker dynamisch.
Dan arriveren we bij De Wildernis, en die is echt superleuk. Via zigzagpaadjes duiken we de dichte begroeiing in en we worden opeens omgeven door geluiden. Met name van rietspul. Maar daar schiet ook een verontwaardigde fazant voor onze voeten weg, onder luid gekakel.
Gek om te bedenken dat de natuur hier nog piepjong is, terwijl het lijkt alsof de Wildernis hier al een eeuwigheid ligt. Tot 2006 bestond Tiengemeten nog vooral uit landbouwgrond. Na lang duwen en trekken tussen boeren en natuurliefhebbers, en vele inspraakrondes en procedures, is het eiland aan de natuur teruggegeven.
En die ontwikkelt zich snel en ook prachtig. De boerengeschiedenis van weleer is herkenbaar gebleven in het landschap. Zo zien we oude, opgeknapte boerderhoeves (die allemaal vrouwennamen dragen). Maar ook een sluiswachterswoning en een pittoresk bouwvallig schuurtje dat uit het lege land oppiept.
Het eilandje ligt middenin de machtige delta van Zuidwest-Nederland, waar Rijn, Maas en Schelde uitmonden in zee. Het stamt uit de 17e eeuw. Toen ontstond in het Haringvliet een zandplaat van 10 gemeten. Gemet is een oppervlaktemaat van een halve hectare, ofwel: de oppervlakte van het zaailand dat een koppel paarden kan omploegen tussen zonsopgang en zonsondergang. Daaraan dankt Tiengemeten z’n naam.
Halverwege de 18e eeuw zijn ze begonnen met inpolderen voor de landbouw. De boeren leefden van rietteelt en akkerbouw. Inmiddels is Tiengemeten uitgegroeid tot 1000 hectare. Dus eigenlijk moet het Tweeduizendgemeten heten, maar dat klinkt voor geen meter.
Intussen spotten Gerrit en ik met onze verrekijkers een bijzonder mooi vogeltje bovenin een kromgegroeid boompje. Gerrit raakt enorm opgewonden: “Een blauwborst!”, roept hij uit. “Ssst, stil nou man”, denk ik, maar zeg ik niet, “straks vliegt-ie weg.” Wat-ie ook prompt doet.
Maar Gerrit is in alle staten. Hij springt op en neer, maakt wonderlijke geluiden en duikt vervolgens met z’n ballen naar de grond. Even denk ik dat ik 112 moet bellen. Dan pas krijg ik door dat hij een blauwborst imiteert, “want die herken je direct aan z'n vlucht”, kijkt Gerrit intelligent. En aan z'n blauwe borst natuurlijk, denk ik slim, maar zeg ik niet. “Maarre, Gerrit”, zeg ik zuigend, “kun je nog één keer die blauwborst nadoen, want ik heb net niet goed opgelet en ik wil graag van je leren.”
Nu koersen we aan op de onontkoombare koffie met appeltaart bij restaurant 'Pannenkoeken bij Hélène'. Een leuke pleisterplaats, waar ook een leerzaam bezoekerscentrum van Natuurmonumenten te vinden is. En natuurlijk het Rien Poortvliet Museum, waar Gerrit toevallig net wat kaboutertjes ziet wegschieten. Maar Gerrit ziet ze wel vaker vliegen.
Naar het oosten van Tiengemeten gaan we nu. Het eiland aan die kant is ook supermooi en heeft weer een ander karakter dan het westen. Veel plassen waar watervogels als grutto’s en tureluurs de dienst uitmaken. We zien een paartje moedige kieviten veel grotere valken en buizerds verjagen.
Op de westpunt van het eiland krijg je een inkijkje in de 19e eeuwse kleinschalige landbouw. We zien akkers ingezaaid met graan en vlas. Hiertussen zullen de komende jaren bijzondere akkerkruiden groeien als bleke klaproos, korenbloem en wilde cichorei. En akkervogels zoals de kneu profiteren hier weer van. Er is een boomgaardje met appels en peren. Nederlandse trekpaarden grazen op de dijk en in weides. Holland ten voeten uit.
Alsof het allemaal niet genoeg is, kun je ook nog naar het noorden van Tiengemeten, waar het land moerasachtig is. Hier kun je ook bevers vinden, er is zelfs een beverburcht in een enorme kreek. Maar Gerrit en ik hebben geen tijd meer om bevers te bewonderen, we koersen op de veerboot aan en laten ons door schipper Huib van de Heicondias naar gene zijde varen. Tiengemeten, wát een veelzijdig eiland!
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.