De laatste etappe van het Utrechtpad wisselt zalige wandelgangen af met een lopend buffet van misbaksels. De start in Maarssen is fenomenaal: over de Langegracht wandel je langs schitterende 18de en 19de eeuwse pandjes. Dan volgt een lang stuk langs weinig inspirerende nieuwbouw, begeleid door snelwegherrie. Slot Zuylen is weer genieten, en het centrum van Utrecht is een waardige (maar drukke) afsluiter.
De finish in Utrecht viel een beetje in duigen vanwege de enorme mensenmassa’s rond De Dom op zaterdagmiddag. Wil je deze laatste etappe in stijl eindigen, kies dan een doordeweekse dag.
Neem de tijd voor het stukje over de Langegracht in Maarssen langs de Vecht. Er is zoveel te zien aan de gevelwand met grachtenpanden. Een oude dame met Nordic Walking-stokken wilde ons per sé een huis laten zien met ramen met koperen spijlen. Inderdaad bijzonder. Door alle bloeiende rozen in de geveltuintjes leek het net alsof de zon volop scheen op deze miezerige dag.
Na de heerlijke geveltjes kom je langs het mooie Huis ten Bosch. Nee, niet Paleis Huis ten Bosch, maar het gelijknamige 17e-eeuws buitenhuis langs de Vecht. Het classicistisch vormgegeven huis werd gebouwd door Jacob van Kampen in opdracht van de Amsterdamse koopman Pieter Belten. Van Kampen, je kent hem wel: hij tekende voor het Paleis op de Dam en Paleis Noordeinde. Overigens werden in Huis ten Bosch in recente tijden concerten, lezingen en exposities georganiseerd door de dame des Huizes, met prinses Beatrix als graag geziene gast.
Even verderop fonkelt alweer een volgend pareltje: buitenplaats Vechtenstein uit 1936, met een zeer opvallend groen pannendak. Zo groen dat je bijna een zonnebril nodig hebt om het te bekijken. Het omliggende park is ouder: het is van de hand van Jan David Zocher, die ook het Amsterdamse Vondelpark ontwierp.
Op al die uitbundige schoonheid kun je gelukkig een tijdje teren, want nu is voorlopig de koek op. Je loopt over de weg langs deprimerende nieuwbouw. Gene zijde van de Vecht biedt geen soelaas: een ongedefinieerde zooitje bedrijventerreinen.
Dan duik je een graspad in, en heb je gelijk vol zicht op de Westboekermolen en molen Buitenweg. Gebroederlijk schouder aan schouder staan ze op een curieuze plek met vier watergangen en sluisjes. Grappig: de eerste is de grootste molen van de provincie Utrecht, de laatste juist de kleinste. In vakjargon gaat het om een achtkantige bovenkruier uit 1753 en een wipwatermolen uit 1830. Mooi gezicht.
Verderop is de bijzondere begraafplaats Oud Zuylen (1782) de moeite van een bezoekje waard. Je ziet de graven van de bewoners van Slot Zuylen. Let even op de tekst op de toegangspoort: ‘Wij leeven om te sterven’. Boven de poort staan beelden met doodskoppen en zandlopers. Lachebekjes, die Zuylenaren.
Maar een schitterend slot hebben ze wel. Een slot zoals een slot bedoeld is: onneembaar kasteel, omgeven door grachten, singels en tuinen. In 1247 werd het al bewoond door de heren Van Zuylen, een invloedrijke familie. Het familiewapen, drie zuiltjes, komt terug in veel wapens – van Abcoude tot Wijk bij Duurstede. De schrijfster Belle van Zuylen was de bekendste bewoner van het slot. Erg gelukkig was ze er niet. Let ook even op de 120 meter lange ‘slangenmuur’ langs de gracht, een rijksmonument.
Je komt ook door Oud-Zuilen, een door de tijd onaangetast kasteeldorpje aan de Vecht. Fraaie herenhuizen, kleine arbeiderswoninkjes, monumentaal kerkje, lommerrijke bomen. Bij de ophaalbrug over de Vecht zie je een 19e-eeuws brugwachterswoning en een voormalig schooltje.
Na het rustieke dorpje komt de grote stad in zicht. Koninklijk is de entree niet, al ligt verderop langs de Vecht een rode loper in de vorm van een hele serie woonarken waarop tot voor kort het oudste beroep ter wereld werd bedreven. Nee, pittoresk is het allemaal niet.
Gelukkig wandel je direct hierna een prachtig deel van Utrecht binnen: de Bemuurde Weerd met de Weerdsluis, rond 1300 aangelegd om het waterpeil in de stad beter te kunnen regelen. Het peilverschil tussen Oudegracht en Vecht bedraagt 90 cm. Destijds lag de Bemuurde Weerd buiten de stad Utrecht. Ook de nabijgelegen eeuwenoude watergang Zwarte Water is bijzonder: hij werd in de 12de eeuw gegraven voor de ontginning van de veengronden ten noorden van Utrecht. Z’n naam dankt hij aan het donkere veenwater.
Nu volgt een reeks hoogtepunten, te veel om op te noemen. Vooruit een paar favorieten dan: het voormalig postkantoor, Huis Oudaen, de Winkel van Sinkel, het stadhuis, de ‘luie’ moerbei, de Oudegracht. Letterlijk en figuurlijk hoogtepunt is en blijft natuurlijk De Dom, officieel het eindpunt van het Utrechtpad.
Mocht je nog puf hebben na 162 kilometer Utrechtpad: je kunt de Domtoren onder leiding van een gids beklimmen. Ooit heb ik dat gedaan – puf puf – en het uitzicht is fantastisch. Met 112 meter is het de hoogste kerktoren van Nederland. Het carillon met 50 klokken speelt elk kwartier. Vergeet je oordopjes niet. Vanwege de mensenmassa’s gingen we elders proosten op de goede afloop van het Utrechtpad.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.