Een van de uitblinkers van het Utrechtpad! De Utrechtse Heuvelrug draagt het stokje over aan de Tienhovense Plassen. Dichte bossen ruimen het veld voor de weidsheid van het plassengebied. Je wandelt langs het schilderachtige Tienhovens Kanaal, trilvenen, moeraslanden. Het slot door Maarssen brengt je terug in vroeger eeuwen, met buitenplaatsen als Doornenburgh en Goudestein plus een hele serie deftige theekoepels. Lekker in het kwadraat.
De verleiding is groot om vanuit Hollandsche Rading de snelste route te kiezen naar de Tienhovense Plassen: langs de weg. Sterk af te raden, want dan mis je de prachtige Hoorneboegse Heide, en de niet minder mooie overgang van bos naar plassen. Kies voor de omweg dus.
Vanuit station Hollandsche Rading loop je zo de bosrijke uitlopers van de Utrechtse Heuvelrug in. Na een halfuurtje arriveer je op de Hoorneboegse Heide. Zo ongeveer moet de Heuvelrug er in de 19e eeuw hebben uitgezien: weidse, glooiende heidevelden omgeven door bos. Moet je wel even de talloze joggers, hondenuitlaters en mountainbikers wegdenken...
Via een bosgebied met de toepasselijke naam ‘Einde Gooi’ wandel je de Utrechtse Heuvelrug uit en kijk je uit over oud veengebied. Wees niet verbaasd als je naast je opeens een das ziet meekijken: in dit gebied vinden we de meest westelijke dassenburchten van Nederland.
Vanaf de kop van het Tienhovens Kanaal (biotoop voor de zeldzame kamsalamander) volgt nu een lekker lang traject langs trilvenen en moerassen. Het kanaal is halverwege de 19e eeuw gegraven als verbinding tussen de Vecht en de Eem, maar de werkzaamheden liepen letterlijk vast in de Gooise stuwwal. Het kanaal is wel benut voor turftransport. En als ‘inundatiekanaal’ voor de Hollandse Waterlinie: met het kanaal kon een gebied onder water worden gezet (=geïnundeerd).
Even verderop langs het Tienhovens Kanaal kom je bij de Egelshoek. Een illustere plek waar graaf Floris V, bijgenaamd ‘de God van de boeren’, in 1296 door edelen gevangen werd genomen. De Hollandsche Rading maakt hier een rare knik die aangegeven wordt door hardstenen grenspalen uit de 19e eeuw. Let op de wapens van beide provincies op de palen. En pas op dat de bijzondere purperreiger niet over komt zeilen en een nieuwe scheiding in je haar vliegt.
De Westbroekse Zodden is een open gebied met laagveenmoeras. Drassige weiden, trilveen en open water wisselen elkaar af en vormen een schitterend tafereel. De vergezichten zijn beschilderd met molens en de kerktorentjes van Tienhoven, Maarsseveen en Nieuw-Loosdrecht.
Een trilveen – je durfde vast niet te bekennen dat je het niet wist – is een drijvende mat van plantenresten, waarop nieuwe planten kunnen groeien. Dit alles dankzij het superzuivere water dat hier naar boven borrelt. Slank wollegras is een van de zeldzame planten die hierdoor goed gedijt. Bloeit mooi van mei tot juli, dat slanke wollegras.
Het gebied wordt wateriger en wateriger, je loopt op een gegeven moment over een smal dijkje met aan beide kanten water. Links ligt de Tienhovense Plas, een verveningsplas met legakkers en trekgaten. Ze zijn ontstaan door turfwinning: arbeiders trokken het veen uit het water, waardoor trekgaten ontstonden; en ze legden het veen ernaast te drogen op smalle stroken land: legakkers. Rechts zie je de Breukeleveensche Plas, ook wel de Stille Plas genoemd: een open plas waar de legakkers zijn verdwenen. Je scheert hier pal langs de Loosdrechtse Plassen.
In Tienhoven, een streekdorp ontstaan in de 16e eeuw, ben je vast toe aan een bakkie. Neem dat dan in het roemruchte café Het Olde Regthuys uit 1657. Een zéér authentieke kroeg. Dat betekent: vlekkerig tapijt plus morsige kleedjes op tafeltjes van loodzwaar eikenhout. Gezellig is het er zeker, en de bediening is uiterst vriendelijk. Overigens werd hier in vroeger eeuwen ook recht gesproken, vandaar de naam.
Wat volgt is het mooiste wandelpad van deze toch al bijzonder mooie etappe: je loopt over een ruig begroeide kade dwars door het veengebied richting Maarssen. Voor je weids uitzichten, louter onderbroken door troepjes koeien, schapen en boerderijen. Achter je de skyline van Tienhoven, waar het parmantige kerkje het meest in het oog springt. Kwetterende weidevogels behoeden je voor een overdosis stilte.
Leuk om te weten: nergens ter wereld welt zoveel grondwater op als hier: jaarlijks 34 miljoen kubieke meter (1000 liter per seconde). Dit water is zo schoon dat Waternet er drinkwater voor de hoofdstad van maakt. Van elke drie liter gemeentepils in Amsterdam en omgeving komt er één uit deze polder. Proost!
En nog is de koek niet op van deze gevarieerde etappe. Nu loop je langs de mooie Vecht, die parels van herenhuizen en buitenplaatsen aaneenrijgt. De meeste buitenplaatsen werden gebouwd in opdracht van rijke kooplieden uit het 17e en 18e eeuwse Amsterdam. Goudestein bijvoorbeeld, een buitenplaats met een statig landhuis in neoclassicistische stijl. Let even op het opvallende smeedijzeren toegangshek van het landgoed uit 1755, waarop sierlijk krullende letters het woord 'Goudestein' vormen.
Het landhuis Doornburgh (1721) heeft een zo mogelijk nog fraaier entreehek. Plus een park van J.D. Zocher (1820), die een waslijst aan parken en gebouwen op z’n naam heeft staan. In 1864 ontwierp hij samen met zijn zoon het Amsterdamse Vondelpark.
Langs de Vecht wemelt het ook van de romantische theekoepels. In m’n fantasie zag ik 19de eeuwse dames in strakke korsetten en hoepeljurken aan bloesemthee nippen en Proustiaanse madeleines nuttigen. Laat je overigens niet compleet in de luren leggen: de indrukwekkende theekoepel met het klassieke zuilenfront aan de overzijde van de Vecht is gebouwd... in 1987. Het is niet alles goud wat er blinkt.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.