Een bus die niet komt, sluizen die een uur gesloten blijven, een pad dat stuit op een groot hek, en waar is verdorie dat metrostation? Het zat niet mee op etappe 6 van Ransdorp naar de Amsterdam. Toch heeft deze etappe ook leuks in petto. Ransdorp is een aangename startplaats, nog mooier is Durgerdam en de Oranjesluizen zijn bijzonder.
Even zeiken. In weekenden is het onmogelijk met het OV in Ransdorp te komen. Er gaat geen enkele bus. Niks, nada, noppes, niente. Dus deze etappe is alleen doordeweeks te doen, als er eens per uur een ini-mini-busje vertrekt vanaf het Buikslotermeerplein. Tenminste, volgens de GVB-dienstregeling. Maar ik heb al vaker gemerkt dat het Amsterdamse GVB niet altijd op de hoogte is van z’n eigen dienstregeling. Busje kwam niet.
Na een woedende blik op het spuuglelijke stadsdeelkantoor aan de ene kant van het Buikslotermeerplein en een schampere blik op het deprimerende bowlingcentrum aan de andere kant, besloot ik na een half uur eieren voor mijn geld te kiezen. Dus ik liep op m’n GPS de 5 kilometer extra naar Ransdorp. Met elke kwaaie stap resoneerde een mantra: ‘GVB weg ermee, GVB door de plee...’
Voor wie in het weekend toch naar Ransdorp of Durgerdam wil is er nu een oplossing. Die bereikte mij in de vorm van een mailtje van Roxana van het bedrijf Staxi: “Ik las in uw blog dat Ransdorp in het weekend niet te bereiken is met het ov. Welnu, ik heb heuglijk nieuws voor u: met een Mokumflex-taxi kunnen wandelaars voor slechts €2,75 per persoon reizen tussen de haltes van voormalige GVB-lijnen 30 en 31. Zo kunnen zij vervoerd worden vanaf metrostation Noord naar Ransdorp of Durgerdam. Wellicht is dat aardig om te vermelden op uw site?” Bij dezen Roxana!
Als je zo’n ‘mokumflex-taxi’ wilt boeken, klik dan op de site van Staxi op de button 'Boek nu' rechts boven en kies daar je gewenste vertrek- en aankomst-haltes.
Het prachtige dorpje Ransdorp lijkt zo weggelopen uit een ansichtkaart. Met z’n opvallende stompe toren, z’n houten huisjes, z’n slootjes met bootjes en ophaalbruggetjes. En dat alles te midden van weidse bloemrijke velden. Heerlijke plaats om te beginnen (afgezien van het OV dus).
Ook deze etappe staat in het teken van het water, en nog iets specifieker: van de watersport. Dat merk je direct als je het prachtige dijkdorpje Durgerdam binnenloopt. Het dorp strekt zich uit langs het meer, en over de gehele lengte ligt een jachthaven. Gezellig gezicht met al die masten en vlaggetjes, waardoor ik direct zin kreeg om het ruime sop te kiezen.
Met z’n houten dijkhuisjes en z’n witte kerkje is het dorp een lust voor het oog. Durgerdam dankt z’n bestaan aan een enorme overstroming in 1421: de Sint-Elisabethsvloed. Om herhaling van zo’n ramp te voorkomen, kregen de mensen in dit gebied toestemming een zeedijk aan te leggen. In de bocht van die dijk ontstond het dijkdorp.
Voorbij Durgerdam loop je door het aangename Schellingwoude (neem – even van de route af – een kijkje bij het pittoreske kerkje halverwege, een favoriete trouwlocatie). En even later bots je op de indrukwekkende Oranjesluizen: een complex van schutsluizen. Hun taak: de waterhoogte in het Noordzeekanaal op peil houden. Het complex bestaat uit drie kleinere sluizen voor kleine beroepsvaart en pleziervaart, een grote sluis voor de binnenvaart, en twee ‘vispassages’.
Als je pech hebt (zoals ik), dan moet je lang wachten omdat de sluisdeuren openstaan voor boten die daarna worden ‘geschut’ in een van de schutkolken. Jaarlijks passeren ongeveer 120.000 schepen de sluizen.
Daarna volgen nog wat rafelranden van Amsterdam. Woonschepen met vrijgevochten types die aan dek hun vrijgevochten ding doen. Een rommelig bedrijventerreintje met onduidelijke handel, onverzorgde paarden en vals kijkende herdershonden. Een verlaten asielzoekerscentrum. En ongedefinieerde gebiedjes die vooralsnog ontsnapt zijn aan papieren plannetjes van ambtenaren. “Gekke plekken”, zou m’n oma vrolijk zeggen.
Het stuk langs het Amsterdam-Rijnkanaal valt onder de categorie ‘blik op oneindig, verstand op nul’. Lekker doorpezen over een rechttoe rechtaan asfaltweggetje. Even verder, langs het intieme dijkje Overdiemerweg, wordt het opeens toch weer leuk. Ook al een gekke plek.
Durgerdam is mede bekend geworden door een beroemde gebeurtenis, halverwege de 19e eeuw. Durgerdammers Klaas Bording en zijn twee zoons trekken in de strenge winter van 1849 met hun sleeën het ijs op om te vissen. De vangst is uitermate goed. Aan het eind van de dag willen ze naar Durgerdam terugkeren. Paniek: vader Bording ziet dat het ijs van het vasteland is losgeraakt. De vissers drijven op een ijsschots de Zuiderzee op. Het wordt mistig en al gauw is er geen land meer in zicht. Zo'n veertien dagen dobbert het drietal op de Zuiderzee. Bij Urk worden ze gevonden. Alleen de jongste zoon Jacob leeft nog.
Onderweg zie en hoor je zoals overal in Waterland weer veel vrolijke kieviten, grutto’s, tureluurs en scholeksters. Van de drukte aan wegen en treinsporen trekken ze zich niet zoveel aan. Verrassend veel aalscholvers en blauwe reigers voelen zich hier thuis. In de winter zijn de grote groepen eenden op de plassen een attractie.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.