Mooi, mooier, mooist. Alweer een heerlijke etappe van het Trekvogelpad bewandelen we tussen Brummen en Vorden. De Veluwe laten we achter ons en we trekken op deze tocht door de adembenemende uiterwaarden van de IJssel. Daarna wordt al snel de diepe rust van de Achterhoek voelbaar, balsem op onze ziel. Voor aardig vertier zorgt Bronkhorst, het kleinste stadje van Nederland (vinden ze zelf). Frankwandelt-rating AAA+.
De onlogische indeling van het Trekvogelpad op Wandelnet.nl laten we voor wat-ie is. Want wat is er handiger dan van station naar station wandelen? Waarom zou je met een belbus naar het gehucht Wichmond reizen als je daar niet toe gedwongen wordt op straffe van een afranseling met een Nordic Walking-stok? Enfin, wij treinden naar station Brummen en weer terug vanaf station Vorden. Wij zijn heel logisch namelijk.
De start in Brummen is al aardig. Je loopt langs een rij fraaie huizen die teruggekeerde Indiëgangers hier in de 19de eeuw lieten bouwen. Dan loop je al snel een heel ander landschap binnen: de IJssel en zijn uiterwaarden. Met het herfstzonnetje lag het gulle land er prachtig bij: een meanderende rivier, geflankeerd door hooi- en graslanden, plassen, moerasjes, wilgenbosjes. Het trouwe pontje bracht ons naar de overzijde.
De uiterwaarden van de IJssel vallen onder Natura 2000, om maar even aan te geven dat we de schoonheid niet uit onze duim zuigen. Hier kun je in de zomer veel broedvogels treffen. In het najaar trekken ze weer weg. Maar ook in de winter is het hier een waar vogelparadijs: vanuit Noord-Europa trekken honderdduizenden ganzen, eenden en zwanen hiernaartoe.
Vreemde vogels troffen we ook rond de uiterwaarden van de IJssel: de Aston Martin-club hield z’n jaarlijkse toertocht. Grijze heren en dames met meer geld dan goed voor ze is in James Bond-auto’s. ‘License to thrill’ is hun lijfspreuk. Ieder zijn ding.
In Bronkhorst streken wij samen met Aston Martin neer bij herberg ‘De Gouden Leeuw’ uit 1600. Wat is Bronkhorst een wonderschoon plaatsje. Het verkreeg in 1482 stadsrechten, alhoewel het met 157 inwoners niet meer dan een gehucht is. Door een stadsbrand in 1633 zijn alle middeleeuwse huizen verwoest, maar Bronkhorst heeft nog enkele goed gerestaureerde stadsboerderijen. Het profileert zich als kleinste stad van Nederland, hoewel Staverden, Eembrugge en Sint Anna ter Muiden minder inwoners tellen. Maar ja, je moet wat doen om toeristen te trekken.
Het stadje is stevig onderhanden genomen door Monumentenzorg en is nu een levend openluchtmuseum met 38 rijksmonumenten. Ook plaveisel en straatmeubilair zijn in oude stijl gebracht. In een voormalige stadsboerderij is sinds 1988 het Dickens Museum annex rariteitenwinkel en theaterzaaltje gevestigd. Als je de eigenaar vriendelijk toeknikt presenteert hij je als beloning de complete geschiedenis van Bronkhorst in een notendop. Jaarlijks vindt in december het festival 'Dickens in Bronkhorst' plaats.
Het Trekvogelpad volgt na Bronkhorst doodstille landweggetjes door dromerig landschap waar je een speld kunt horen vallen. Bijzonder leuk is het graspad langs de Baakse Beek. Die ooit meanderende beek is flink recht getrokken. Op de kaart kun je nog zien dat de beek ooit kronkelde: de gemeentegrens van Baak volgt namelijk de vroegere bedding en staat als een grijze bibberlijn op de kaart. De beek is in de vorige eeuw ‘genormaliseerd’ om het water sneller af te kunnen voeren.
Je wandelt nu toch echt door de Achterhoek, een streek in het oosten van de provincie Gelderland. Vroeger heette dit gebied ook wel De Graafschap, naar het oude graafschap Zutphen. Een karakteristiek coulissenlandschap: halfopen landschap dat door de beplanting en bebouwing het karakter van een toneel met coulissen heeft. De beplantingen bestaan vooral uit houtwallen en heggen. Tijdens een gang door een coulissenlandschap zie je hierachter landschapselementen verdwijnen en even later weer verschijnen. “Heel sfeervol”, souffleerden wij.
Nog iets bijzonder aangenaams wat je zomaar op je pad treft: Landgoed Hackfort. Een kleinschalig, agrarische landschap zonder kapsones. Tussen weiden en akkers liggen authentieke Achterhoekse boerderijen. Sommige vergezeld door bakhuisjes en hooibergen. Je komt bij het kasteel, dat in de 18de eeuw is omgebouwd tot comfortabel landhuis. De 17e eeuwse watermolen maalt op zaterdag graan. Wij zaten daar op een suf bankje, en kwamen er pas later achter dat om de hoek een schitterende brasserie van Natuurmonumenten ligt waar je heerlijk in het zonnetje op het terras kunt chillen.
Wil je bij de brasserie van Hackfort niet chillen, loop er dan toch even heen: de aanpalende moestuin is bijzonder leuk. Van oudsher werden in kasteeltuinen groenten, fruit en bloemen voor eigen gebruik geteeld. Dat gebeurt ook in de historische kasteelmoestuin Hof van Hackfort. De verse producten van het land worden gebruikt in brasserie De Keuken van Hackfort. De vrijwilligers van de moestuin houden het wel en wee van hun tuin bij in een blog. “Van de week gezaaid: bieten, pastinaken, raapsteel, zomerwortels. Nog een rijtje uien gezet.”
Rond de IJssel maken watervogels als ganzen, eenden en zwanen de dienst uit. In de Achterhoek komen we in het domein van de ‘boerenlandvogels’, zoals steenuil, kerkuil, boerenzwaluw, witte kwikstaart, geelgors, bonte vliegenvanger, ringmus.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.