Qua openbaar vervoer werkt het Trekvogelpad niet altijd mee. Zo ook op deze etappe, die officieel van Loenen naar Wichmond loopt. Maar daar stopt alleen een belbus, en dat verdommen we. Na een wat eentonige aanloop tussen velden en bebouwing wordt deze etappe allengs mooier. Landgoederen met jaloersmakende kastelen, een schitterend kerkje, beekjes, de oudste rode beuk van Nederland, het kan niet op.
Even reclame maken: op een schitterend plekje vlak voor het piepkleine dorpje Hall passeren we een boerderij met twee guitige metalen varkentjes op het toegangshek. We blijven staan voor wat foto’s. Even later komt een Landrover ons tegemoet. De chauffeur, een kennelijke boer in een overall, vraagt of we zijn scharrelvarkentjes niet willen komen bewonderen. Hij zag ons bij het hek staan, vandaar.
Helaas, wij moeten door. Maar we bevelen de varkentjes van harte aan: Hoeve De Bonte Bentheimer, ‘Van zaadje tot karbonaatje’.
Dit is het land van sprengen en beken. Je kruist er nogal wat op deze wandeling, of je loopt er een tijdje langs. Loenense Molenbeek, Zilvense beek, Stroobroekse beek en Silvoldse beek. Tegen het eind van de 17e eeuw zijn ze met de hand gegraven om er molens langs te bouwen voor de papierindustrie. Loenen groeide uit tot een bloeiend papierdorp.
Een van de highlights op deze wandeling zou een aquaduct van sprengen zijn: “een bijzondere kruising van de Loenense Molenbeek en de Stroobroeksebeek”. Vlakbij voetbalvelden waar de Loenense Schoenen 6 staat te stuntelen tegen de Brummense Boys 9 (of zoiets) zien we twee piepkleine pisstroompjes elkaar kruisen. We willen niet zeiken hoor, maar is dit een highlight?
Een onvervalst highlight volgt snel daarna: Landgoed Huis te Eerbeek, dat stamt uit de middeleeuwen. Het ligt er adembenemend bij, omzoomd door herfstige oude eiken en beuken, zich klassiek spiegelend in een grote vijver met fontein. Het huis is aangepast aan de moderne tijd en doet nu dienst als hotel.
Verderop staat een mooie molen, gebouwd in 1632. Het is de enige nog werkende bovenslag watermolen van Nederland. Vroeger sloeg de molen olie uit beukennootjes maar dat werd verboden toen bleek dat er een giftige stof vrijkwam. Tegenwoordig slaat de molen alleen nog olie uit lijnzaad. De molen was destijds een ontmoetingsplek voor boeren. De wachttijd bij het malen brachten ze in het aanpalende café door. Nog steeds kun je daar terecht, voor lekkere koffie en eigengemaakte appeltaart bijvoorbeeld.
Nog meer water vind je op je pad. Je kruist het Apeldoorns Kanaal, het langste kanaal van Gelderland. Het loopt van Hattem naar Dieren en werd tussen 1829 en 1866 gegraven. Het kanaal diende als aan- en afvoerweg voor de papierindustrie. Nu wordt het vooral gewaardeerd om zijn landschappelijke schoonheid. Het ligt er inderdaad schilderachtig bij, met oneindige rijen bomen in herfsttooi.
Het enige dorpje waar je doorheen komt, Hall, heeft een pittoresk kerkje in de laat-gotische stijl. De kerk uit de veertiende eeuw is bekend wegens uitbundige gewelfschilderingen. Op de triomfboog zijn de blazoenen van zes Gelderse en Duitse adellijke geslachten geschilderd. In het koor bevinden zich op de wanden fresco’s uit de 15e eeuw. Aan de buitenkant omgeeft een rij bijzondere takloze bomen de kerk. Wat voor bomen zijn dit? En leven ze nog? Ik kon er niks over vinden.
Je passeert twee mooie maar natte landgoederen: Leusveld en Voorstonden, beide eigendom van Natuurmonumenten. Ze liggen precies op de overgang van het Veluwemassief naar het IJsseldal, waar zand overgaat in rivierklei. Het is vanouds een nat, venig gebied. In de lente schijnt het bos vol bosanemonen en muskuskruid te staan, terwijl de gevlekte orchis de open velden siert.
En dan wandel je een laatste highlight binnen: landgoed Engelenburg. Het kasteel ligt temidden van een fraai park in romantische landschapsstijl: een statig witgepleisterd gebouw met schilddak, hoekschoorstenen en koepeltorentje. In de Tachtigjarige oorlog had het kasteel veel aanzien. Toen de Prins van Oranje in de IJsselvallei strijd leverde tegen de Spanjaarden logeerde hij op Engelenburg. In 1624 verwoestte het Spaanse leger het landhuis waarna het werd herbouwd.
Tegenwoordig is ook in dit kasteel een hotel gevestigd, dat het volgende mission statement heeft: “Het professionele team van Kasteel Engelenburg streeft met passie naar oprechte gastvrijheid met culinaire ambitie in een historisch ambiance.” Boeie! Kijk in het park rond het kasteel wel even goed uit je doppen: er staan zeer bijzondere bomen. De dikste taxus en een reusachtige sequoia staan schouder aan schouder. En om tot slot nog even op te scheppen: de oudste bruine beuk van Nederland staat trots pronken vlakbij kasteel Engelenburg.
In het dorpje Hall bij de fraaie kerk staat het bijzondere monument voor Cornelis Johannes van Doorn die in 1837 in Hall werd geboren. Hij heeft als waterbouwkundig ingenieur in de omgeving van de Japanse stad Koriyama belangrijke waterbouwkundige werken uitgevoerd. Reden waarom beide plaatsen nu nog steeds hechte vriendschapsbanden hebben.
Langs de Eerbeekse Beek, die de molen van Landgoed Huis te Eerbeek doet draaien, schijnen ijsvogels en grote gele kwikstaarten voor te komen. Niets gezien, maar dat zegt niets.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.