Op zondag kun je met het OV niet in Austerlitz komen, en daar kom ik pas bij de bushalte achter. Er zit niets anders op dan vanaf het station te wandelen naar Austerlitz. Toch hoor je mij niet klagen: deze etappe is echt een juweeltje, van begin tot einde. Al is het voor mij vijf kilometer extra.
Deze etappe stoot gelijk etappe 1 – van Bergen naar Alkmaar – van de eerste plaats. Het is een superlekkere boswandeling, bijna alleen maar over onverharde paden. Met twee aardige dorpen: Maarn en Doorn. Plus een handvol heerlijke landgoederen.
Tussen Austerlitz en Doorn wandel je door de dichte bossen van de Utrechtse Heuvelrug. Veel naald, af en toe wat loof van beuk en eik. Schilderachtig zijn ze, de bossen, omdat ze niet aangeharkt worden. De natuur mag hier lekker z’n gang gaan. Dat is officieel beleid. Ongetwijfeld zijn nogal wat ambtenaren druk met níet beheren. Anyways: het ziet er leuk uit, en het trekt ook veel vogels en wild. Je wandelt over kleine paadjes, die zelfs op deze mooie zondag stil zijn.
Nog even over Austerlitz. Spannende naam voor een nogal saai dorp (met alle respect). Dat zit zo: het dorp ontstond bij het grote Franse legerkamp dat rond 1800 op de heide lag. Het dorp werd genoemd naar Napoleons overwinning in 1805 op de Oostenrijkse en Russische legers bij Austerlitz in Tsjechië. De Pyramide van Austerlitz, een eerbetoon aan Napoleon, ligt op een steenworp afstand. Mocht je een dringende behoefte voelen om die te bezoeken, wapen je dan alvast voor een dodelijke drietrapsraket: foute horeca, jengelende kinderen en onaangename drukte.
Na aan paar kilometer kom langs een schattig koepelvormig gebouwtje. Het is de Theekoepel van Stoop, genoemd naar de Amsterdamse bankier J.B. Stoop die de koepel in 1840 liet bouwen. De pilaren van dit gebouwtje zijn afkomstig van de voormalige Koopmansbeurs in Amsterdam, die in 1836 werd afgebroken. De koepel was vroeger ingericht als theehuis. Tegenwoordig kun je er geen thee meer drinken. Kunstenares Mirjam Pekelder van de Pijpekamp (Mijpe) heeft er haar atelier. In de stille koepel, midden in het bos, maakt Mijpe abstracties in acrylverf.
Behalve door veel bos kom je ook over wat zandverstuivingen en heidevelden, De Koeheuvels bijvoorbeeld, vlak voor Maarn. Echt pittoresk is het bij het Chalet Helenaheuvel, een prachtige gelegen café-restaurant, in 1932 gebouwd als theehuis voor wandelaars. Daar heb je gelijk ook mooi uitzicht over een klein maar fijn heideveld. Overblijfsel van de eindeloze heide die 200 jaar geleden de hele Heuvelrug bedekte.
Maarn is ook al niet heel spannend. Hoeft ook niet. Want Maarn heeft een indrukwekkend landgoed, rondom Huis te Maarn. Het Trekvogelpad gaat er niet langs, maar ik adviseer ten strengste om het toch even te bezoeken. Het ligt er zeer idyllisch bij, en ook het omliggende park is om van te watertanden. Het witgepleisterde landhuis stamt uit 1915, met opvallende kolossale ionische zuilen. Het doet een beetje denken aan het Witte Huis in Washington.
Je treft op je pad nogal wat landgoederen en villa’s. Daaraan dankt de streek de romantische aanduiding Stichtse Lustwarande. Een van de mooiste landgoederen laat het Trekvogelpad alweer links liggen: Huis Doorn. Maar ik zeg het je: je bent gek als je niet even die extra kilometer loopt om dit prachtige huis (bouwjaar 1792) en het bijbehorende landgoed te bewonderen.
Huis Doorn dankt zijn bekendheid vooral aan de Duitse ex-keizer Wilhelm II. Wilhelm vluchtte na de Duitse nederlaag in de Eerste Wereldoorlog naar het neutrale Nederland en bewoonde Huis Doorn van 1920 tot aan zijn overlijden in 1941. De inrichting van Huis Doorn komt uit de keizerlijke paleizen in Berlijn en Potsdam. Schitterende meubels, schilderijen en zilver maken het de vorstelijke asielzoeker mogelijk om naar zijn stand te blijven leven. De voormalige keizerlijke residentie is nu een museum.
Neem ook de tijd voor een wandeling door het fraaie park van Huis Doorn. Echt romantisch wordt het in de rozentuin. Deze liet Wilhelm in 1920 aanleggen, als een verkleinde kopie van de rozentuin in Potsdam, de Auguste-Viktoria Garten. Een lust voor het oog. In het beschaduwde prieeltje at ik mijn bescheiden boterhammetjes, maar ik voelde me de keizer te rijk.
De laatste kilometers breekt het bos open en ga je door mooie open velden richting Langdijk. Over asfalt weliswaar. En ook voor de bushalte moet je nog even doorbijten. Vooral als je, zoals ik, al vijf extra kilometers hebt moeten maken.
Vergeet niet vlak voorbij Maarn even je oren open te zetten. Hoor je het? Nee? Dat klopt: bij Maarn ligt namelijk Het Stilste Plekje van Nederland! Blijkt uit officieel onderzoek, wat ik je brom. Op deze plek is een stiltebankje geplaatst door de 12 provinciale Milieufederaties en Stichting Natuur en Milieu. ‘De stilte der natuur heeft veel geluiden’, staat er op het bordje. Dat is van Henriette Roland Holst. Jammer genoeg komt het Trekvogelpad er nét niet langs (op 300 meter na). Wat is er toch loos met dat Trekvogelpad? Maar leg toch maar even je oor te luisteren ter hoogte van Hotel Landgoed Zonneheuvel. En lees het leuke verhaaltje in Trouw.
Meer dan 100 vogelsoorten broeden op de Utrechtse Heuvelrug. De glanskop, boomklever, kleine bonte specht, groene specht, en de grauwe vliegenvanger zijn opvallende soorten van de loofbossen. De zwarte specht - die steeds meer voorkomt - is een goede graadmeter voor de natuurwaarde van bossen.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.