Zo mooi als de eerste vier etappes van de Traagste Tocht is nummer vijf zeker niet. Toch valt er ook nu veel te genieten. Een geweldig traject gaat over kleine paadjes door de Wageningse Bovenpolder. En bij de beklimming van de Grebbeberg en de Laarsenberg krijg je weidse vergezichten. De kilometers daartussen zijn taaier.
Van Wageningen aan het randje van de Veluwe wandelen we vandaag naar de Utrechtse Heuvelrug. Maar eerst combineren we stad en natuur. Via een leuke route verkennen we Wageningen, waarbij we ontdekken dat dit een oude vestingstad is, al sinds 1263. In het Torckpark komen we langs de afgebrokkelde stadswallen.
Vier bijzondere bomen vragen hier aandacht, waaronder een enorme ginkgo biloba (Japanse notenboom) en een breed uitwaaierende magnolia, met een omtrek van 15 meter een van de grootste van Nederland. Een echtpaar met een klein wit hondje laat op de telefoon foto’s zien van de magnolia in de herfst. “Dan is-ie echt op z’n allermooist.” Langs de restanten van een oud kasteel − waarin nu een museum is gevestigd − verlaten we het park.
We zijn op weg naar wat er op de kaart uitziet als een overbodige lus. Je zou hem met gemak kunnen overslaan, maar dan mis je een van de hoogtepunten van deze etappe: de Wageningse Bovenpolder. Je wandelt hier door bloemrijke uiterwaarden vol bijzondere diersoorten. Ringslangen en verschillende soorten libellen vind je hier. Buidelmees, blauwborst en kleine karekiet broeden in struiken en riet.
Smalle paadjes leiden ons door moerassige velden die geel kleuren van de vele boterbloemen, waarbij rode klaver voor kleuraccenten zorgt. Het pad slingert naar een breed water waar een hoog houten bruggetje ons overheen zet. Daar wandelen we een groene tunnel binnen van bomen en dicht struikgewas. Even verder krijgen we weer uitzicht.
Een bakstenen schoorsteen schiet hoog op. Die is van de voormalige steenfabriek Bovenste Polder, de enige die is overgebleven van de drie steenfabrieken die hier ooit stonden. Het industriële erfgoed doet tegenwoordig dienst als culturele broedplaats waar kunstenaars en muziekbands onderdak vinden, vertelt de routebeschrijving. De plaatselijke kanovereniging slaat haar boten op in de voormalige ovens.
Vlak naast de steenfabriek bereiken we de Rijn. De route gaat een paar honderd meter langs de brede rivier waar wat zeilbootjes dobberen. Een dichtgegroeid paadje voert ons weg van de rivier. Links bramenstruiken, rechts brandnetels. Behoedzaam stappen we tussen de prikstruiken, terwijl we ons afvragen of deze wildgroei het gevolg is van de beruchte ‘stikstofdepositie’.
Even verder verandert het struikgewas in een soort jungle. We kunnen geen stap meer verzetten, er zit niets anders op dan teruglopen. Dan zien we het verscholen houten klaphekje dat we hadden moeten pakken. Een klinkerpad brengt ons naar het randje van de schitterende polder. Die was bijna verdwenen, want de gemeente wilde hier in 1965 heel veel hoogbouw neerzetten. Manhattan aan de Rijn, noemden boze bewoners het plan. Ze protesteerden fel, en met succes: er ging een streep door de bouwplannen.
Na de uiterwaarden vervolgen we de stadse verkenning van Wageningen. Op de Markt is er… markt. En nogal wat horeca. Samen met vele Wageningers strijken we neer op het terras van Kater&Co waar de koffie best lekker is maar de appeltaart onder de maat. We kijken uit op de Oude Kerk, waar we even later omheen lopen.
We schieten een smal straatje in, de Kerkstraat, waar een buitenlands sfeertje hangt, met jongeren die zitten te eten en drinken aan kleine tafeltjes op de stoep. Wageningen is niet alleen een provinciestad maar ook een echte studentenstad.
Taaiere kilometers leiden ons langs en door woonwijken. Intussen speuren we naar een hoogtepunt uit de routebeschrijving: de Laboratoria van Blaauw. We lopen er totaal aan voorbij en moeten een kilometer terug om het laboratorium van Tuinbouwplantenteelt te zien. Een aardig Amsterdamse School-gebouw, maar een veel mooier exemplaar troffen we op de vorige etappe langs het Bergpad: het Schip van Blaauw. Beide deden dienst bij de vroegere landbouwhogeschool (de huidige Wageningen University & Research).
Even verder treedt de Traagste Tocht in de voetsporen van een Klompenpad: het Nudepad. Zoals het een Klompenpad betaamt klimmen we over hekjes, wandelen we door weilanden en langs akkerranden. Maar ook door groene tunnels die het zicht op nabijgelegen nieuwbouwwijken verhullen. Sowieso is het een wat rommelig gebied. Elektriciteitsmasten, lelijke schuren, een flatgebouw in de verte. Een fazant dichtbij vrolijkt de boel wat op.
Inmiddels snakken we naar een bankje voor de lunch. Eindelijk, daar is er eentje. Beschut, schaduwrijk, mooi uitzicht, bloemrijk veld in de rug. Helaas: net nu is de boer bezig met een luidruchtige grasmaaier zijn bloemrijke veld te kortwieken. We sjokken verder. Komen na een kilometer langs een grappig bankje boven op een heuveltje vol klaprozen. Twee dames houden het bezet. We sjokken verder. Over stoffige weggetjes. Langs een manege met veulentjes. Over een drukke autoweg.
In arren moede ploffen we even later neer aan de voet van een steile trap die de Grebbeberg op leidt. Toch een leuk plekje met mooi zicht op de uiterwaarden, al zijn de stalen traptreden koud aan de billen. Een forse klim volgt. Precies 176 treden brengen ons 24 meter en 60 centimeter hoger, vertelt een bordje.
Over paadjes door loofbos stijgen we verder, wandelend langs de steile rand van de Grebbeberg. We komen langs een uitkijkplatform en tal van schitterende uitzichtpunten met het ene leuke bankje na het andere, allemaal onbezet. Het uitzicht op de Blauwe Kamer in de diepte is onovertroffen.
Sneller dan we willen keren we de uitzichten de rug toe. De paadjes en bomenlanen blijven fraai en even verder bereiken we Militair Ereveld Grebbeberg. De fotomuur met honderden foto’s van hier omgekomen soldaten die vochten voor onze vrijheid is indrukwekkend. Het dichte bos verruilen we even verder voor een wandeling langs akkerranden. De boer heeft net heel ruikbaar z’n mest uitgereden: lange slierten poep tot aan de horizon. We proberen tussen de slierten te blijven lopen.
Na een klim over de Laarsenberg krijgen we weer fraaie vergezichten, maar ze halen het niet bij het zicht op de Blauwe Kamer. Hier wandel je langs graften: steile terrassen op de hellingen die middeleeuwse boeren aanlegden om erosie tegen te gaan. Ze zijn beplant met stekelstruiken als meidoorns en sleedoorns. Bijzonder, want dit soort graften vind je verder alleen in Zuid-Limburg.
Het station is niet ver meer en het boemeltje naar Utrecht staat al te wachten. Moe ploffen we neer op een treinbankje, hèhè. We kijken elkaar aan. Snuif snuif, wat ruiken we nou toch? Een mestgeur stijgt op van onder onze schoenen.
Deze wandeling hebben we gedaan op zaterdag 17 mei 2025. In het kadertje hieronder zie je meer informatie over de gids waaruit de wandeling afkomstig is. De meest recente versie van routebeschrijving, kaartje en gps-track kun je (met een abonnement of tegen betaling) downloaden op Wandelzoekpagina.nl.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.