Misschien wel de mooiste etappe tot nu toe, vanwege z’n veelzijdigheid. Van begin tot eind wandel je vrijwel alleen maar onverhard. Eerst door het steppe-achtige natuurgebied de Reijerscamp. Op landgoed Quadenoord kom je door het Renkumse beekdal, een idylle vol bloemen. De mooiste stappen gaan over het Bergpad, dat z’n naam eer aandoet: hier wandel je langs de steile afgrond met uitzicht op de uiterwaarden van de Rijn. Frankwandelt-rating AAA+.
Op vrijwel alle paden van deze etappe hebben we wel vaker gelopen − tijdens Trage Tochten, NS-wandelingen, Klompenpaden, langeafstandspaden. Maar niet over het paadje vlak na de start. De Traagste Tocht gaat hier pal langs de spoorlijn door een groene tunnel van bomen en struikgewas. Je bent direct helemaal buiten en je geniet van de vele bloemen langs het pad.
Na een klaphekje stappen we natuurgebied Reijerscamp binnen, dat het tegendeel van besloten en intiem is. Het veld doet aan een steppe denken, het zandpaadje slingert langs lage, ruige beplanting. In de verte doemen bossen op, rechts een oude eikenlaan. Ooit lagen hier uitgestrekte akkers. Reden waarom het gebied een belangrijke rol in de Tweede Wereldoorlog speelde tijdens Operatie Market Garden. September 1944 landden honderden gliders op de akkers: grote zweefvliegtuigen die ze gebruikten voor het transport van troepen en materieel voor de geallieerden die de Rijnbrug bij Arnhem moesten veroveren. Het werd een complete mislukking.
De gedenksteen waar de routebeschrijving over rept, zien we niet. Na een bos komen velden met hoog gras op ons pad. We kijken erover uit terwijl we een schilderachtig paadje volgen tussen berken en meidoorns. De duizenden paardenbloemen in het veld − op de vorige etappe waren ze nog fris geel − knikken ons nu toe met hun grijze pluizenbollen.
In deze omgeving hebben we vaak gewandeld, maar tot nog toe betreden we alleen maar onbekende paden. Even verder haken we aan bij het Veluwe Zwerfpad en het Maarten van Rossumpad, en komen we oude bekenden tegen. Zoals het leuke paadje over de Renkumse Heide dat door een groepje eiken heen slingert.
Bij die eiken maken we omtrekkende bewegingen, want in de schaduw van de bomen ligt een kudde blaarkoppen. Volgens Wikipedia is de blaarkop een “dubbeldoelkoe van het vlees-melktype”, maar hier komt er nog een derde doel bij: de heide openhouden. Een kudde kun je beter niet doorkruisen. Een tegemoetkomend fietsgezinnetje heeft zich opgesplitst: moeder en dochter lopen om de kudde heen, papa kiest de confrontatie. “Als je rustig blijft, doen ze niks,” horen we hem moeder en dochter uitleggen.
Een zandpad leidt ons tussen bos en heideveld. Zijn we tot nu toe weinig mensen tegengekomen, hier is het druk. In de bermen barst het van de bloemen, en wij zijn niet de enigen die ze met hun telefoon proberen te determineren. Vlinders smikkelen van veldsalie die we nooit eerder zagen. Hangende look lijkt totaal niet op look-zonder-look. Fluitenkruid verwarren we met gouden ribzaad. Alpenhoornbloem herkennen we voor de duizendste keer niet. Het leven van een amateur-botanicus gaat niet over rozen.
Intussen wandelen we door de bossen van landgoed Quadenoord naar het Renkums Beekdal, waar we in de beeldentuin uitrusten met een koffietje van ‘Bassie bij de beelden’. We pikken vervolgens een paadje langs de Molenbeek op. Het overdadige groen streelt onze armen terwijl we tussen de bomen door uitkijken op het bloemrijke beekdal − de boterbloem voert vandaag het hoogste woord − waarin paarden vredig grazen. Hoe idyllisch wil je het hebben?
In het beekdal heb je kans om ijsvogels, kramsvogels en koperwieken te spotten. De watersnip broedt hier de laatste jaren weer en ook de exotisch gekleurde mandarijneenden hebben het gebied ontdekt. Oeroud is dit beekdal, door smeltwater uitgesleten in de voorlaatste ijstijd. Vanaf de veertiende eeuw werd het beekdal verder vormgegeven. Nu door mensenhand: nieuwe beeklopen en sprengen werden gegraven. Het water dreef talloze papier-, olie- en korenmolens aan.
Aan de andere kant van de drukke weg pikken we de Molenbeek opnieuw op. We lopen nu over een laantje met hoge beuken pal langs het glasheldere water dat eruitziet alsof je er zo een slok van zou kunnen nemen. Enorme boomstronken lijken op kunstwerken, versierd met versteende zwammen en korstmossen. Hier is het een stuk drukker met wandelaars en mensen met loslopende honden, maar fraai blijft het. Verderop heb je nog de horeca van boscafé De Beken, maar wij hebben net koffie op.
In een kippenren zien we een kalkoen die met z’n kleurrijke kop vol lellen, flappen en bobbels zo uit een sciencefictionfilm lijkt gestapt. We kijken uit over het beekdal dat hier niet lieflijk maar ruig en onbegaanbaar oogt. Een slingerend vlonderpad leidt ons er dwars doorheen en we zien dat ze die vlonders niet voor niets hebben neergelegd: het gebied is moerassig.
Een kruip-door-sluip-door-paadje langs paardenweides brengt ons bij een oude muur: de restanten van de Hartense papiermolen die hier ooit stond. In de oude ramen zie je glaskunst die de beroepen van de papiermakerij verbeelden. Je wandelt nu een stukje langs de Oliemolenbeek.
Biologische kwekerij De Ommuurde Tuin zorgt voor een welkome onderbreking. In de schaduw van lindebomen drinken we ‘tuinlimonade’ en perensap op het theeterras. De heerlijkste biologische taarten trekken aan ons voorbij, maar wij hebben helaas net geluncht. Het weelderige paradijsje heeft als nadeel dat het beperkt open is (in de maanden april-november op woensdag en zaterdag van 10-17 uur plus de eerste zondag van de maand).
De route vervolgt over de bomenlanen van Oranje Nassau’s Oord, waar koning Willem III ooit een paleis had. Z’n vrouw Emma werd na z’n overlijden regentes. Het geld dat ze hiervoor ontving, bestemde ze voor de bestrijding van tuberculose. Je komt langs het halfronde sanatoriumgebouw dat hiertoe in 1901 werd gebouwd, nu een verpleeghuis.
De hoogtepunten van deze gevarieerde route zijn nog steeds niet op. Integendeel, want even verder betreed je de uiterwaarden van de Rijn. Nu wordt het klimmen geblazen, de Wageningse Berg op. Het Bergpad neemt je mee hoog op het zuidelijkste gedeelte van de Veluwe-stuwwal. Die is hier goed steil: pal naast het paadje kijk je zo de diepte in.
Tussen de bomen krijg je fenomenale uitzichten over het beekdal, dit is een van de mooiste paadjes die je in Nederland kunt lopen. Klein kritiekpunt op deze route: je loopt even verder niet de eveneens prachtige botanische tuinen van Belmonte op. Wij doen dat wel. In april en mei geniet je hier van een bloemenfestijn: de ruim 800 verschillende soorten rododendrons zorgen dan voor een kleurexplosie die z’n weerga niet kent. Helaas zijn we aan de late kant. Belmonte biedt ook twee plekken waar de uitzichten het mooist zijn.
Even later dalen we weer af naar de Traagste Tocht. Die leidt ons langs twee bijzondere rijksmonumenten: het voormalige Laboratorium voor Landmeetkunde en het Schip van Blaauw. Dan wandel je via achterafstraatjes naar het busstation. Vlak daarvoor passeer je nog het beroemde Hotel De Wereld, waar ze op 5 mei 1945 onderhandelden over de overgave van de Duitse troepen in Nederland.
Deze wandeling hebben we gedaan op zaterdag 10 mei 2025. De meest recente versie van routebeschrijving, kaartje en gps-track kun je (met een abonnement of tegen betaling) downloaden op Wandelzoekpagina.nl.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.