Op internet wordt deze Pieterpad-etappe flink neergesabeld, dus ik had me voorbereid op het ergste. Maar een draak van een wandeling is het niet. OK, je wandelt veel over asfalt. En ook het landschap is niet overdreven mooi en gevarieerd. Maar Sleen is pittoresk, je krijgt weidse uitzichten over boerenland, de eindeloze rijen eiken en beuken langs slingerweggetjes hebben wel wat, en het Kasteel van Coevorden is prachtig.
Vandaag laat de wereld zich van z’n mooiste kant zien. Het herfstige zonlicht legt een gouden glans over het landschap en lange schaduwen zorgen voor extra betovering. Het dorpje Sleen is uitgestorven zo vroeg op de ochtend, op een eenzame fietser na. De brink met hoge eiken omringd door rietgedekte boerderijen, het middeleeuwse kerkje en het karakteristieke raadhuis: een ansicht uit vervlogen tijden.
Eeuwen geleden was Sleen een belangrijke plaats op de handelsroute van Groningen naar Coevorden. Sleen was destijds de hoofdplaats van het dingspel Zuidenveld, waar alle rechtszittingen werden gehouden uit de omliggende gemeenten. Reden waarom het kerkje uit de 15e eeuw de hoogste toren heeft van Drenthe (68 meter). Let op het wapen van Sleen op het voormalige raadhuis uit 1938: drie ramskoppen en twee wildemannen.
Deze wildeman wandelt goedgeluimd – over asfalt – het dorp uit en krijgt nog een mooie toegift: korenmolen De Hoop. Een afdankertje uit Amersfoort, waar ze hem in 1914 hebben afgebroken om hem hier te herbouwen. Verderop passeert de route ‘t Armhoes, waar ze in 1972 opnames maakten voor de tv-serie Bartje (‘Ik bid nie veur brune bonen’).
Het Pieterpad verlaat het asfalt en je volgt een paadje langs een houtwal met aangename vergezichten over akkers. De boer heeft de maisvelden tot stoppels geschoren, maar z’n suikerbieten staan nog op het veld. Verderop zie ik hem een hele berg aardappels op z’n kar laden. Nog heel lang piept de kerktoren van Sleen boven de akkers uit.
Flink wat asfaltkilometers volgen, maar ze vallen me mee. Je wandelt over zeer rustige, slingerende weggetjes, met lange, herfstige rijen eiken en beuken erlangs die op de einder afkoersen. Af en toe passeert een fietser.
Omdat er nogal een windje staat, schiet gelijk dat liedje van Boudewijn de Groot door m’n hoofd: “Hoe sterk is de eenzame fietser, die kromgebogen over z'n stuur tegen de wind, zichzelf een weg baant’. Alleen hebben die fietsers van tegenwoordig allemaal elektrische spieren.
Vroeger hadden ze nog echte spierballen. De route komt langs nogal wat kanalen, die deels met schop en kruiwagen gegraven zijn door werklozen in werkverschaffingsprojecten. Zoals de Jongbloedvaart uit 1925, genoemd naar de burgemeester van Sleen, tevens ‘Rijksinspecteur voor de Steunverleening aan werkloze arbeiders in Drenthe’.
Het gebied waar je doorheen wandelt, bestond in vroeger eeuwen uit woeste veenmoerassen. Het veen werd in de 19de eeuw afgegraven voor de turf, waarmee ze de kachel konden stoken. Je volgt oude turfvaarten, zoals de Verlengde Hoogeveensevaart, waarover turfschepen de gedroogde turf naar de steden vervoerden. Let op de originele ijzeren draaibruggen. Naast eentje staat nog een authentieke brugwachterswoning.
Na een rumoerig traject waarbij je onder de drukke N34 (‘Hunebed Highway’) en snelweg A37 doorloopt, passeer je Den Hool. Een gehuchtje met een beschermd dorpsgezicht, gelegen tussen opbollende akkers. Een handvol Saksische boerderijen rond een kleine brink met kolossen van eiken en paardenkastanjes. De mooiste boerderij is De Kastanjehoeve, een B&B met een theetuin die vandaag helaas gesloten is.
Dalerveen is het volgende dorp, ontstaan tijdens middeleeuwse veenontginningen. Nu is het een langgerekt lintdorp met wat mooie boerderijen. Dan volgen vele kilometers over rustige asfaltweggetjes. Beetje taai stuk, waarop je wel een bijzondere Joodse begraafplaats passeert. Die stamt uit de 18e eeuw, bedoeld voor de overledenen van de kleine Joodse gemeenschap van het nabijgelegen dorp Dalen. Hij was al lang buiten gebruik, maar is in 2003 ‘nieuw leven’ ingeblazen door de begrafenis van een Joodse Dalenaar.
Inmiddels is de zon ertussen uitgeknepen, en dat maakt het traject tot Coevorden des te taaier. Mooi wordt het pas weer in het Van Heutszpark, met een overdaad aan herfstkleuren, een watertoren uit 1914 en wat villa’s. Klapstuk is het Kasteel van Coevorden, dat een roerige geschiedenis van verwoesting en wederopbouw kent. Wandel er even omheen, want de voorkant is het mooist. Dan is de koek op en het station nabij.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.