Mooiste etappe van het Pieterpad tot nog toe! Je wandelt door het wonderschone beekdal van de Drentsche Aa, door de Gasterse Duinen en over de grote stille heide van het Balloërveld. Bossen en het pittoreske brinkdorp Gasteren bieden nog meer afwisseling. Mulle zandpaadjes zorgen voor pit.
Startpunt Zuidlaren is een brinkdorp pur sang. Liefst zeven brinken tref je hier: open grasvelden met hoge eiken waar ze vroeger het vee verzamelden. De route start bij de grootste brink van Zuidlaren, die niet heel origineel ‘Grote Brink’ heet. Hier vindt elk jaar de grootste paardenmarkt van Europa plaats, met 150.000 bezoekers. Misschien even bekend is Zuidlaren van Berend Botje. Die ging uit varen met z’n scheepje naar – jawel – Zuidlaren.
Wandelen kun je hier ook goed. Al duurt het even voor deze etappe ook écht mooi wordt. Het Pieterpad voert niet langs de aantrekkelijkste route het dorp uit. Hoewel je over Dennenoord komt, het terrein van de voormalige Vereeniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders in Nederland. Met karakteristieke paviljoens plus – hoe toepasselijk – een schitterende treurbeuk uit 1895.
Na provinciale weg N34 – ‘Hunebed Highway’ – wordt de route op slag veel mooier. Pal langs het Schipborgse Diep zijg ik neer bij De Drentsche Aa, een van de mooist gelegen uitspanningen die ik ken. De koffie smaakt lekker, de appeltaart heeft nog wat ruimte voor verbetering...
Dan betreed je het beekdal van de Drentsche Aa, een stelsel van zich vertakkende beekjes. Bij elk Drents dorp verspringen de beekjes van naam, alleen in de provincie Groningen luisteren ze naar de naam Drentsche Aa. Samen met het Limburgse Heuvelland is dit gebied bestempeld tot ‘Mooiste landschap van Nederland’, en ik ben het daar volledig mee eens.
Hier heet het beekje: Schipborgse Diep. Het kronkelt schilderachtig door z’n brede beekdal, een landschap dat er nog altijd zo uitziet als een eeuw geleden. Af en toe zie je het smalle beekje glinsteren tussen de bloemrijke velden. Vaker is er alleen een vaag vermoeden dat hij daar ergens in de verte stroomt, tussen het geel van de boterbloemen, het rood van de zuring en het paars van de brede orchis, een liefhebber van natte hooilanden.
De zandpaden langs het beekdal trakteren je voortdurend op doorkijkjes tussen oude eiken en berken op het lieflijke beekdal. Buizerds zeilen over, spiedend naar onvoorzichtige muizen of ringslangen. Ik hoor een groene specht lachen maar zien laat hij zich niet. Het is op deze doordeweekse dag druk met wandelaars: tal van routes doorkruisen dit mooie gebied.
Het beekdal van de Drentsche Aa is niet alleen mooi om te zien, het is ook een belangrijk reservaat met het best bewaarde esdorpenlandschap van West-Europa. Ook vind je hier de grootste concentratie prehistorische monumenten van Nederland: eeuwenoude grafheuvels, hunebedden en galgenbergen. Kortom: de superlatieven vliegen je hier om de oren.
Het Pieterpad kruist het Schipborgse Diep via een lang smal bruggetje. Let goed op de vele intens blauwe weidebeekjuffers die je hier kunt treffen, flapwiekend over het water. In m’n ijver om ze te fotograferen haal ik op een haar na een nat pak. Over smalle paadjes vervolgt de route door dicht bos dat iets jungle-achtigs heeft.
Je loopt de jungle uit en via een klaphekje betreed je de Gasterse Duinen. Golvende heidevelden, forse stuifduinen, schilderachtige vennetjes en eenzame vliegdennen op heuveltoppen: ook dit is een fraai gebied. Drentenaren zelf spreken het uit als: Gaasterse Duun'n. Dan kun je erover meepraten mocht je een plaatselijke bewoner ontmoeten.
Misschien kun je het je niet voorstellen maar in de middeleeuwen was het hier reuze druk. De Gasterse Duinen lagen precies op de route van het handelsverkeer tussen Groningen en Coevorden, omdat je hier met paard en kar de rivier kon oversteken. Het razende verkeer zorgde ervoor dat het zand lekker kon stuiven. De eeuwenoude karrensporen zijn nog steeds herkenbaar als diepe geulen door het veld.
Na het pittoreske dorpje Gasteren – met horeca en rietgedekte boerderijen – wordt het nóg mooier op de grote stille heide van het Balloërveld. Was het hiervoor nog vrij druk met wandelaars en fietsers op deze doordeweekse dag, hier wandel ik zo ongeveer in m’n eentje. Met voor en achter weidse zichten over de (uitgebloeide) heide. De mulle zandpaden maken deze laatste kilometers tot een echte workout. De kudde Drentse heideschapen tref ik helaas niet.
De 15de eeuwse gotische kerk van Rolde komt in zicht, als in een oud-Hollandse schilderij opstekend uit weilanden waar koeien vredig grazen. Een mooier boerenlandgevoel kan ik me niet voorstellen. Voldaan wandel ik Rolde binnen, op de maat van het geklepper van ooievaars in hun nest.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.