De stad Groningen uitlopen is vandaag geen sinecure: er zijn werkzaamheden, zware werkzaamheden. Na omtrekkende bewegingen wordt de route gelukkig mooier en mooier. Je kronkelt verhard mee met het Hoornsediep en scheert langs het Paterswoldsemeer. Daarna komt deze etappe goed op stoom, met prachtige trajecten door bossen en over boerenland.
Er gaat niets boven Groningen, maar nu even niet. Het complete gebied rond het (mooie) Centraal Station, startpunt van deze route, is opgebroken (juni 2021). Vanaf het station loopt mijn GPS-track al na honderd meter dood op een streng bord dat zegt dat ik niet mag doorlopen. Maar hoe ik dan mijn Pieterpad moet vervolgen, vertellen ze er niet bij. Een volslagen onduidelijke situatie, waarin ik aan de Goden en mezelf ben overgeleverd.
Na wat omzwervingen die anderhalve kilometer extra kosten (en de etappe is al zo lang), pak ik de Pieterpad-draad weer op langs het Noord-Willemskanaal. Mooi is het niet, langs de snelweg lopen die me hoorbaar en zichtbaar begeleidt. Montere vrachtschepen langs de kant houden de moed erin. Pantha Rei heet er eentje: alles stroomt. De Goede Verwachting een ander, en daar klamp ik me maar aan vast.
Even verder pakt het kronkelende Hoornsediep het stokje over, en dat is een mooi stuk, al blijven mijn vibramzolen schuren over asfalt. Dit diepje is ook al onderdeel van de Drentsche Aa, zoals zoveel beken in deze contreien. Het dijkje waar je overheen wandelt is zeker schilderachtig. Molen De Helper – die de gelijknamige polder heeft drooggemalen – verhoogt de wandelvreugde verder.
Deze molen uit 1863 staat op de oostelijk oever van het Paterswoldsemeer, waar het Pieterpad vlak langskomt. Je ziet alleen glimpjes van dit forse meer tussen de bossen doorschemeren. Een zeilboot lijkt door de weilanden te varen, een optische illusie. Dan kijk ik opeens uit over het meer, paarden grazen op de voorgrond, een vredig tafereeltje.
Inmiddels zijn stad en werkzaamheden ver weg. Snelwegherrie heeft plaatsgemaakt voor het roepen van een koekoek in de verte en vogelconcerten dichtbij. Een van de (vele) leuke kanten van wandelen is dat de omgeving binnen een paar kilometer een complete metamorfose kan ondergaan. M’n stemming verandert mee, van chagrijnig naar vrolijk fluitend met de vogels.
Mooie uitzichten over bloemrijke velden krijg je hier. Af en toe een monumentale boerenhoeve in de verte. Knotwilgen lang slootjes, gevarieerd bos in de verte. Een groot ‘gasvlam-kunstwerk’ van Kurt W. Forster rijst op tussen de bomen.
Het Hoornsediep neemt je verder mee op z’n kronkelroute. Luid kikkergekwaak klinkt vanuit riet langs de oevers. Over het water suizen ontelbaar veel libellen. Een oud houten bord vertelt dat de Sint Pietersberg nog maar 447 kilometer ver is. Daar lach ik om in m’n overmoed.
De route komt langs en een stukje door het dorp Haren. Zeg je Haren, dan zeg je kapitale villa’s. En verkeerd wonen is het hier zeker niet. Dan laat je het asfalt achter je en vervolgt het Pieterpad – eindelijk – over onverharde paadjes. Zwoegen over mulle zandpaden maakt duidelijk dat wandelen over asfalt ook zo z’n voordelen heeft 😁 En zo is er altijd weer wat te wensen/klagen.
Het landschap wordt intussen mooier en mooier. Ongelofelijk mooi soms. Langs bosranden gaan je stappen, met telkens waanzinnig weids uitzicht over landerijen. Weides met loom grazend vee, aardappel- en maisvelden die pas zijn ingezaaid. Dan weer velden vol bloemen waar grazende paarden decoratief tegen afsteken.
De landerijen wisselen stuivertje met het gevarieerde Noordlaarderbos. Hier pak je spannende kronkelpaadjes door dicht bos dat zich af en toe opent voor verwilderde heideveldjes. Je wandelt hier op de flank van het beekdal van de Drentse Aa en je vindt dop- en struikheide op je pad, en prachtige planten als gevlekte orchis, valkruid en klokjesgentiaan. Nu in juni schiet het vingerhoedskruid kleurrijk op in de bermen.
Het bos opent zich weer voor een paadje tussen de velden dat luistert naar de naam Tranendal. Maar verdrietig wandelen is het hier beslist niet. Verderop duik je de bossen weer in en kom je langs paviljoen Appelbergen, mocht de horecabehoefte nijpend worden.
Je wandelt vervolgens over de hogere zandgronden van Drenthe, de Hondsrug. Hier vind je overal sporen van vroegere bewoning. De wandeling voert langs oude zwerfkeien en verderop langs het meest bijzondere hunebed dat ik ooit heb gezien.
Liggen de meeste hunebedden tussen akkers of in het bos, hunebed D4 is een uitzondering: dit zeer forse exemplaar staat pal naast een 19de eeuwse boerderij. Leuk: een hunebed voor je deur. Hij heeft nog een tweelingbroer – D3 – die er pal naast staan, in gezelschap van een flink uit de kluiten gewassen eik. Het is ook nog een vrijwel gaaf hunebed. Dus ga zeker even kijken, even van het pad af.
Deze etappe eindigt met een lang, onbeschut traject door mais- en aardappelvelden. Omdat het een hete dag is, groeit het verlangen naar Zuidlaren stap na stap. Mais en aardappels kunnen me gestolen worden, wat ik wil is horeca. Gelukkig heeft het dorp van Berend Botje daar niet op bezuinigd.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.