Deze etappe van het Pieterpad staat helemaal in het teken van het oer-Hollandse rivierenlandschap. De Maasduinen én de Maasheggen staan op het programma. En vlak na de start in Gennep wandel je langs de uiterwaarden van de rivier de Niers. Een fraaie etappe al met al, al kent hij ook wat taaie stukjes.
Vanuit hotel De Kroon, logeeradres van vannacht, pak ik de Pieterpad-draad weer op. Nog even een blik werpend op het 17de eeuwse stadhuis met z’n achtkantige traptoren. Dit rijksmonument is aan één kant wit uitgeslagen. “Ondergescheten door de ooievaars”, zegt een passerende Gennepenaar lachend. “Maar dat vinden wij helemaal niet erg hoor.” De ooievaars zijn hier lokale grootheden die al vele jaren op het stadhuis nestelen.
De ooievaars zitten niet op hun nest, maar verderop, langs de uiterwaarden van de rivier de Niers, zie ik er wel eentje vliegen. Die uiterwaarden leveren een schilderachtig plaatje op: sappige weilanden met koeien en het riviertje op de voorgrond, de kerk van het dorpje Ottersum aan de horizon, een mooie wolkenlucht erboven. Niets meer aan doen.
Even verder zijn de uiterwaarden helaas rommeliger. Gelukkig sla je al snel af naar een bosgebied dat gek genoeg Gennepse Hei heet. Veel heidegebieden zijn in het verleden bebost, maar hebben hun oude naam gehouden. Zandige paadjes voeren door die heidebossen, die zich af en toe openen voor kleurrijke velden. Leuk is het ‘Duits lijntje’ midden in het bos, waar je een stuk langsloopt. Het kaarsrechte pad gaat over de voormalige spoorlijn van Boxtel naar het Duitse Wesel.
Bos wisselt aangenaam af met heide en open velden, maar helaas tref je verderop een stoorzender. Taaie kilometers gaan vlak langs de rumoerige provinciale weg en onder snelweg A77 door. Een rommelzooitje met wegen, distributiecentra en een expeditiebedrijf. Maar dat tref je natuurlijk ook soms op langeafstandspaden.
Gelukkig slokt het bos je weer op: de Zwarte Heide, ook weer een voormalig heidegebied. Slingerpaadjes brengen je vervolgens bij een waar hoogtepunt: Het Quin, een natuurreservaat met vennen en heidevelden, geheel omsloten door een hoog rivierduin. Je klimt het duin op via zandige paadjes, met heerlijke uitzichten als beloning. Het Quin maakt deel uit van het Noord-Limburgse Nationaal Park De Maasduinen.
Volgens reisverhalenschrijver Flip van Doorn heeft Het Quin iets Iers, zo tekent hij op in dagblad Trouw (27 juli 2019). “Het golvende landschap, de zandduinen afgewisseld met vennen en daaromheen gedrapeerde heidevelden, ze doen meer dan zijdelings denken aan de hoogveengebieden die Ierland rijk is.” Quin betekent trouwens vijfling, en dat slaat weer op de vijf vennetjes die je in de diepte ziet liggen. Begrazing door schapen, wilde landgeiten en Schotse Hooglanders houdt het gebied open.
Na het natuurreservaat is Afferden niet ver meer. In gespannen verwachting nader ik dat Limburgse dorpje. Om preciezer te zijn: nader ik de veerboot die me naar de overkant van de Maas moet brengen voor het vervolg van deze etappe. De one million dollar question van vandaag: vaart-ie wel of vaart-ie niet? Talloze veerdiensten zijn in deze droogste zomer ooit namelijk geschrapt vanwege lage waterstanden. Over het veer van Afferden kon ik op Google niets vinden.
Gelukkig heb ik me voor niets zorgen gemaakt. Het veer brengt me voor 90 cent naar de overkant, nog geen cent per meter. Tip: neem op het Pieterpad altijd een paar losse euro’s mee voor dit soort overtochten. Meestal kun je niet pinnen.
En dan gaat deze etappe door een van mijn lievelingsgebieden: de Maasheggen. Die is op z’n mooist als de meidoorn bloeit, rond 1 mei. Begin september is er van bloei niets meer te merken. Toch heeft dit eeuwenoude cultuurlandschap ook nu iets magisch. Over onverharde weggetjes en paden wandel je tussen metershoge meidoornhagen die de uiterwaarden verdelen in weilanden waar koeien grazen.
Rivierduinen en bos zorgen voor afwisseling. De brede rivier zie je af en toe door de heggen heen schemeren. Honderden jaren geleden werden die heggen geplant als erfscheiding en veekering. Door de uitvinding van het prikkeldraad en mechanisering van de landbouw zijn veel heggen verdwenen.
Gelukkig kwamen ze er bijtijds achter dat dit een waardevol cultuurlandschap is dat nergens anders meer voorkomt in Nederland. Bovendien zijn de heggen een paradijs voor vogels, zoals kneu, zanglijster, staartmees en winterkoning. De heggen bieden beschutting én de meidoorns leveren voedsel.
Verderop neem je zanderige kronkelpaadjes door beboste rivierduinen: de Groeningsche Bergen. En voor je het weet komt Vierlingsbeek in zicht. Waar je je nog even langs een waakzame leeuw moet wurmen voor je het NS-station bereikt.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.