Vandaag wandelen buurman Gerrit en ik door de Weerribben in de kop van Overijssel. We komen door Nederland. Nederland? Ja, Nederland: een klein maar idyllisch gehucht middenin de middle of nowhere. En door Muggenbeet. Ja, je leest het goed: Muggenbeet. Daar doen we een bakkie bij het illustere café Geertien. Wandeltocht door dit schitterende Nationaal Park. Nat is het. En er wordt net riet gesneden en verbrand. Uche uche.
Omdat Nationaal Park Weerribben-Wieden grotendeels uit water bestaat, hadden we ons goed gewapend met waterdichte bergschoenen. Op deze wandeling waren ze nauwelijks nodig, je gaat grotendeels over goed begaanbare paden. Af en toe loop je wel over wat modderige dijkjes te stampen.
Letterlijk kleddernat is het in de Weerribben. Grote delen zijn daarom niet toegankelijk voor wandelaars. Op deze wandeltocht kijk je telkens mooi uit over al dat ontoegankelijke water. Meren en kolkjes, uitgestrekte natte rietlanden, langzaam dichtgroeiende sloten. Een gebied waar ook de otter zich kiplekker voelt. We lezen in de routebeschrijving dat we een goeie kans hebben om er eentje te spotten.
Al in 2004 werd de Weerribben in het tv-programma ‘De mooiste plek van Nederland’ tot winnaar uitgeroepen. Buurman Gerrit en ik voelen ons vandaag dan ook een beetje winnaars.
En het is waar: het is een schitterend natuurgebied. In 1992 werd de Weerribben een Nationaal Park, en in 2007 kwam daar het qua natuur vergelijkbare gebied de Wieden bij. Met 100 vierkante kilometer vormt het Park één van de belangrijkste moerasgebieden van Europa.
Turfwinning was hier eeuwenlang core business, tot kort na de Tweede Wereldoorlog. Arbeiders trokken het veen uit het water, waardoor gaten ontstonden die ook wel 'weren' werden genoemd. En ze legden het veen ernaast te drogen op smalle stroken land: legakkers of ‘ribben’. Soms sloegen deze ribben weg bij doorbraken van de zee. Zo ontstonden de Wieden.
Buurman Gerrit en ik starten vandaag in het toeristische dorpje Kalenberg uit 1313. Langs een brede vaart wandelen we. Mooie huisjes aan de ene kant, uitgestrekt moerasbos met elzen, lijsterbes en berken aan de andere kant. Verderop ploegen we dwars door modderige weilanden, met oneindig zicht over een landschap van breed water, wuivend riet en kaarsrechte slootjes.
Al dat overvloedige water houden Gerrit en ik intussen goed in de gaten. Elk moment verwachten we dat een otter z’n kopje boven het water uitsteekt om naar ons te knipogen. Wat zou dat leuk wezen, zeggen we vol verwachting tegen elkaar, onze camera’s alvast in de aanslag. Maar hoe dwingend we ook turen, de ons beloofde otter blijft onder water. Misschien heeft hij last van cameravrees?
Anyways, wel leuk dat die dieren hier voorkomen (zeggen ze). Al is het niet van nature. Die natuurlijke otter was door vervuiling van het water al in de jaren 70 uitgestorven in Nederland. 31 otters, afkomstig uit Oost-Europa, zijn hier vanaf 2002 uitgezet. Oostblokkers dus. Inmiddels is de populatie gegroeid tot zo’n 100. Doodsoorzaak nr. 1 bij otters zijn verkeersongelukken: 25 otters per jaar worden van hun sokken gereden.
In tegenstelling tot otters zijn zilverreigers wél heel zichtbaar in de Weerribben. Prachtige dieren, je ziet ze van verre tussen het riet scharrelen omdat ze zo wit zijn dat het bijna pijn aan je ogen doet. Ze komen zoveel voor in dit gebied, dat een lokale kanoman die we onderweg spraken een beetje afkeurend zei: “Het zijn net muggen.”
Over muggen gesproken, we kwamen door het mini-plaatsje Muggenbeet, gelegen aan de rand van de Wieden. Officieel start deze prachtige wandeling van Staatsbosbeheer in dit gehuchtje. Wij zijn vandaag in Kalenberg begonnen, en komen halverwege door Muggenbeet. Leuke naam, die overigens niets te maken heeft met muggen maar een verbastering is van mücken beecke, Oudsaksisch voor 'kleine beek'. Deze beek stroomt nog steeds door het dorp. Al in 1313 stond het dorp te boek als Mugghenbete.
Volgens een insider komen er in het plaatsje toch echt niet meer muggen voor dan elders in Nederland. Je kunt er dus met een gerust hart heen op die zwoele zomeravond...
Vergeet in Muggenbeet niet iets te gaan drinken in het legendarische café Geertien uit 1825, in vroeger eeuwen roemrucht trefpunt voor boeren, schippers, turfstekers en rietsnijders. Ook nu kun je nog die sfeer uit vervlogen tijden opsnuiven in de oude gelagkamer. Leuk: in een hoekje van die bruine kroeg voeren 3 treetjes naar de opkamer, waar vroeger zakelijke of intieme besprekingen plaatsvonden.
Een groot deel van de vorige eeuw bediende de ongetrouwde Geertien het ruige manvolk. Bestelde je een uitsmijter, dan werden de eieren rechtstreeks uit de ren gehaald. De kippen liepen zelfs in de kroeg te scharrelen. En als je wou afrekenen telde Geertien simpelweg de bierdopjes... Ze verliet de uitspanning in 1973 op zeer hoge leeftijd.
Even voorbij Muggenbeet kom je door het mooiste deel van deze toch al erg mooie wandeling. Je loopt langs de Roomsloot, de natuurlijke verbinding tussen Wieden en Weerribben, richting het gehuchtje Nederland. Een kronkelende wetering, omgeven door zeeën van riet. Overal in het gebied zijn ze bezig het vele riet te oogsten.
Gerrit en ik staan een tijd te kijken naar een paar boeren die met kleine handmachines het riet snijden en samenbinden in bundels. Prachtig gezicht. Het rietafval, daar gaat de hens in. Rookpluimen zien we overal aan de horizon. En de geur van verbrand riet kruipt voortdurend in onze neuzen.
Riet is al van oudsher de broodwinning in deze contreien. Weerribbenriet hebben de marketeers het gedoopt, want dat verkoopt beter. Maar inderdaad, de kwaliteit van dit riet schijnt onovertroffen te zijn en zeer in trek bij rietdekkersbedrijven. Die gebruiken het riet voor boerderijen, maar bijvoorbeeld ook voor windmolens. Het is dun riet met een spitse top en daardoor zeer geschikt voor steile vlakken.
We arriveren bij Nederland, een buurtschap met 26 inwoners, gelegen tussen uitgestrekte rietvelden. Een plukje huizen, een handvol boerderijen met koeien en een ooievaarsnest, dan heb je het wel gehad. Toch steelt dit gehuchtje direct onze harten. En niet alleen de onze: het ligt op een kruispunt van langeafstandsroutes als het Zuiderzeepad en het Havezatenpad, en van vele kano- en fietsroutes. En als het vriest dat het kraakt overspoelen schaatsers het gehucht voor koek-en-zopie. Het naambord is zo populair dat het geregeld wordt gestolen.
Gerrit en ik laten het bord dit keer maar hangen. Op onze bergschoenen stampen we verder, over een smal betonnen paadje tussen dicht moerasbos richting Kalenberg. Vlak voor dit dorpje zien we plots 2 schichtige reeën in het moerasbos wegschieten. Paniekerig op de vlucht voor een stoer hondje van 2 kontjes hoog. Mooie dag al met al.
Bekijk hieronder foto's die buurman Gerrit maakte tijdens de wandeling. Onderaan de pagina vind je die van mij.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.