Wandelen in het Overijssels Vechtdal kent een lange traditie. De eerste wandelgids over dit bijzondere rivierdal stamt al uit 1903. Deze tweedaagse OV-stapper (= oude NS-wandeling) volgt het Vechtdalpad. Schitterende wandeling langs een verstilde regenrivier. Door rivierduinen en landgoederen die eruitzien alsof ze zijn ontsnapt uit een ansichtkaart.
Na een wat rommelige aanloop kiest dag 1 verscholen kleine paadjes door bos en pal langs de Vecht. Dag 2 gaat meer over asfalt en is de laatste kilometers een stuk saaier. De routebeschrijving vermeldt: "De blauw-witte markering is minder goed en frequent als men van de rood-witte NS-markering gewend is." Wij vonden die markering juist helemaal top.
De Overijsselse Vecht (niet te verwarren met z’n Utrechtse naamgenoot) baant zich kronkelend een weg door weids rivierenlandschap. Een oase van schoonheid, bloemrijke uiterwaarden, lommerrijke landgoederen, sfeervolle bossen. Je volgt twee dagen lang die meanderende Vecht, waarbij je soms pittig moet klimmen over oude rivierduinen.
In het Vechtdal zijn bijna alle Nederlandse landschappen te vinden. Zandverstuivingen, heide, donkere bossen, vennetjes en meertjes met waterlelies. En natuurlijk die prachtige rivier die het dal zijn naam gaf. De Overijsselse Vecht is de kleinste van onze grote rivieren.
De 167 kilometer lange regenrivier ontspringt in Duitsland. De Vecht werd al snel gebruikt voor de handel van vooral lokale producten van de boerderij: katoen, rogge, hammen en eieren. En Bentheimer Zandsteen voor de bouw van kastelen, kerken en kloosters. Door lage waterstand konden de rivieren zo ondiep worden dat ze in vroeger tijden moeilijk bevaarbaar werden. In Nordhorn werden daarom speciale schepen met weinig diepgang gebouwd: de ‘Vechtzomp’.
Bij lage waterstand voeren de schippers in konvooi. Met tijdelijke dammetjes werd het water verhoogd, zodat alle schepen weer een stukje verder konden varen. Begin deze eeuw werden tientallen bochten afgesneden en stuwen gebouwd om de afwatering te verbeteren. In de jaren zeventig werd 30 kilometer dijk aangelegd om de Vecht bij hoog water binnen de perken te houden.
Vecht en omgeving trekken bijzonder veel libellen. De weidebeekjuffer is hier te zien, met zijn zwarte vleugels en vlinderachtige vlucht. Hij komt vooral in het oosten van Nederland voor en vooral bij stromend water dat schoon is. Ze vliegen van begin mei tot in september.
De NS-wandeling voert langs prachtige landgoederen, en dat is genieten geblazen. Landgoed Vilsteren is een van die parels, met een indrukwekkend landhuis in het dorpje Vilsteren. Het particuliere landgoed is enorm, het strekt zich van de Vecht uit naar het zuiden, ruim 1000 hectare groot.
In het esdorp Vilsteren zelf kun je lekker verantwoorde koffie met spelt-appeltaart krijgen op het aangename terras van herberg De Klomp. Spelt-appeltaart, veel gekker moet het toch niet worden met die superfood-hype. Let in Vilsteren ook even op de mooie molen.
Nog zo’n prachtig landgoed tref je even voor Vilsteren: de 17de eeuwse Havezate Het Laer. Het dromerige landschap doet vanzelf je pas vertragen. Het landhuis krijg je niet in het vizier, en dat is jammer want het is een imposant huis. Mocht je in het huwelijksbootje willen stappen, denk dan eens aan Het Laer: het mooie bordes is er geknipt voor.
Even later wandel je door dichte bossen die ooit deel uitmaakten van het landgoed Eerde met zijn kasteel en parkbos. Het Eerder Achterbroek is een karakteristiek Saksisch hoevenlandschap, aaneengeregen door houtwallen. Knotbeuken, rododendrons, ijskelders en grafkelders nemen je mee terug in de tijd. De Sahara ligt op een steenworp afstand. Zoals de naam al doet vermoeden is dit een heuse Hollandse woestijn. Een restant van de zandverstuivingen waar Nederland in de 19e eeuw zo van te lijden had.
Een van de vervelendste kanten van wandelen is: moeie poten. Een van de leukste kanten van wandelen is dan: stoppen met wandelen. Je afgepeigerde onderstel welverdiend te ruste leggen in de schoot van een heerlijke herberg. En je laten verwennen door een opgewekte herbergier die ongevraagd al je wensen vervult (nou ja... bijna al je wensen dan).
Dat kan op deze tocht heel prima in Ommen. Deze oude Hanzestad ligt verscholen tussen de bossen aan de oever van de Vecht. Wil je rust, neem dan een hotelletje aan de rand van het stadje. Het prachtige Hotel Wildthout, de voormalige burgemeesterswoning, is een echte aanrader. Wil je meer bruisen, pak dan het hippere Hotel De Zon dat vlakbij het centrum aan de Vecht ligt. Wij waren in Ommen toen Robben & co Spanje in de pan hakte. Ook Ommen ging uit z’n dak.
Het Sallandse Ommen heeft sinds 1248 stadsrechten en wordt al rond het jaar 1100 genoemd als doorwaadbare plaats langs de Vecht. De gemeente telt 17.370 inwoners op een immense oppervlakte van 181,98 km². Nog geen 100 inwoners per vierkante kilometer dus. In Amsterdam ligt die inwonersdichtheid 50 keer zo hoog!
In de tijd van het Hanzeverbond, tot ca. 1500, was Ommen een van de ‘Bijsteden’ van de destijds belangrijke handelsstad Deventer. Behalve landbouwproducten had Ommen geen handelswaar in te brengen. De betrokkenheid van Ommen bij de Hanze was uitsluitend te danken aan de ligging langs de Vecht.
In de jaren twintig en dertig van de twintigste eeuw was Ommen het wereldcentrum van de theosofie. Op het landgoed Eerde van Philip baron van Pallandt had Krishnamurti de Orde van de Ster in het Oosten gevestigd. Jaarlijks werden op het landgoed de Sterkampen gehouden met deelnemers uit de hele wereld. In 1929 hief Krishnamurti de orde op omdat hij tegen persoonsverheerlijking was. De baron verkocht het terrein aan de gemeente Ommen. De Sterkampen gingen tot 1939 door, en Krishnamurti was er jaarlijks gastspreker.
Let als je in Ommen en later in Dalfsen bent ook even op de leuke NS-stationnetjes. Alle 33 stations- en haltegebouwen van de spoorlijn Zwolle-Delfzijl zijn rond 1900 ontworpen door de architect Eduard Cuypers (er zijn er nog 11 over). Cuypers ontwierp eerste, tweede, derde klasse stations en haltegebouwen volgens een basisontwerp. De stationsgebouwen van Dalfsen, Ommen en Mariënberg zijn alle tweede klasse stations, Ommen wat groter en Dalfsen wat luxer. Overigens is Eduard het neefje van Pierre Cuypers, architect van Amsterdam CS en het Rijksmuseum.
Als deze NS-wandeling naar meer smaakt: de tweedaagse wandeltocht is onderdeel van het Vechtdalpad. Dit lange-afstandswandelpad is letterlijk grensoverschrijdend.
Het Nederlandse traject van Zwolle tot Gramsbergen bestaat uit vijf dagetappes (waarvan je er op deze NS-tocht dus twee loopt). Ook de andere drie etappes beginnen en eindigen bij een NS-station en variëren van 14 tot 22 kilometer. Vanaf juni 2013 is het Vechtdalpad uitgebreid met twee etappes over de Duitse grens.
De eerste Duitse wandeling voert stroomopwaarts van Gramsbergen naar Laar door Emlichheim, met als grootste troef een Westfaalse hallenkerk uit 1150 die is opgebouwd uit blokken Bentheimer zandsteen. De route loopt verder naar Hoogstede, grotendeels direct langs de oevers van de Vecht. Super Toll!
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.