Afwisselende wandeling over drie buitenplaatsen tussen Dalfsen en Zwolle. Weidse vergezichten, prachtige bomenlanen en statige landhuizen wisselen stuivertje. Halverwege verandert de entourage en wandel je langs het Rijk van de Waterrecreanten: de Wijthmenerplas. De binnenstad van Zwolle is een lekkere afsluiter.
De eerste helft van deze route is veruit de mooiste. In korte tijd doe je liefst drie landgoederen aan. Vanaf station Dalfsen is het maar een klein stukje lopen naar numero uno: Havezate Den Berg. Een havezate is een versterkt huis op een landgoed dat vroeger bewoond werd door Overijsselse adel.
Havezate Den Berg werd in de 14de eeuw voor het eerst bewoond door de familie Van den Berghe. Die hadden er blijkbaar de kracht niet voor om een originele naam te bedenken. Verschillende eigenaren volgden. De familie Van Dedem haalde de hele havezate neer, en bouwde in 1703 het huidige prachtige landhuis. Verschillende Van Dedems zaten in de Tweede Kamer, trouwens.
Over trouwen gesproken: in ruil voor het luttele bedrag van 750 euro en 2 x het ja-woord loop je hier met een boterbriefje de landhuisdeur uit. Nog een weetje: prominente staatslieden waren geziene gasten op Den Berg. Herman Schaepman, voorman van de Rooms-Katholieke Staatspartij, dichtte in het gastenboek: “Hier leeft en heerst bij allen, gastvrijheid zonder erg ... Wat is het goed te rusten, te rusten op Den Berg.” Zou zo voor de goede Sint kunnen invallen, die Schaepman.
In een poëtische stemming betreden we het volgende landgoed: Mataram. Rare naam? Dat zit zo: ene Joannes van Rhijn kocht het landgoed in 1800, toen hij uit voormalig Oost-Indië terugkeerde. Met een aardige som geld. Hij noemde het huis Mataram, naar zijn woonplaats in Oost-Indië.
Met een aardige som koloniaal geld kun je leuke dingen doen. Toch raakte het huis uiteindelijk in verval. Totdat baron De Vos van Steenwijk het huidige landhuis in 1905 liet bouwen. Hij legde ook de tuin, met kunstmatige verhogingen en waterpartijen, opnieuw aan. Zo te zien had hij ook een aardige som geld, want het ziet er allemaal pico bello uit.
De landgoederen buitelen over elkaar heen in dit deel van Overijssel. Even verderop kom je alweer over het volgende: landgoed De Horte. De sfeer is buitengewoon gemoedelijk op dit landgoed uit de 17de eeuw. Het is aangelegd in de destijds populaire Franse stijl: rechte lanen, symmetrische vormen.
Het landhuis is in de 19de eeuw herbouwd in neoclassicistische stijl. En ook de slingerende paden en spannende doorkijkjes dateren uit de 19de eeuw, toen de Engelse stijl hip was.
Wij wandelen door de bloemrijke tuin die vol staat met appel- en perenbomen. Een oude kas met wijnranken doet daar nog een schepje bovenop. Van alle kanten lonkt het rijpe fruit uitnodigend naar ons. Een aards paradijsje.
Bij een lobbes van een mammoetboom uit 1885 (omtrek: 557 centimeter) zijgen we neer op een bankje om van al dat moois te genieten. Tussendoor doen we lekker gek en knuffelen we die lieve mammoetboom. Gewoon, omdat het kan.
Dan verandert het decor en wandelen we door open boerenland. Mooie dikbilkoeien (denken we) met hun schattige dikbilkalfjes verhogen het plezier. Rustgevende paarden doen een duit in ons wandelzakje. En zo tikken de kilometers aangenaam weg.
We wandelen door buurtschap Wijthmen (spreek uit: ‘Wietum’). Daar wonen maar weinig mensen, maar ze hebben wel liefst 12 rijksmonumenten op de teller staan. We keken enorm uit onze doppen, maar van die 12 hebben wij er niet eentje gezien. Jammer.
We arriveren bij De Wijthemenerplas, die de routebeschrijving bestempelt als ‘recreatieplas’. Ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar alleen al van het woord ‘recreatieplas’ dreig ik in een diepe depressie te raken. Op de plas spoeden zich wakeboarders en waterskiërs. En ach, da’s toch ook wel weer een grappig gezicht.
Nu voert de route door wat je noemt ‘non descript’ terrein. Een rommelig zootje ongeregeld, met een wirwar van wegen, modderige stukjes groen plus een rijtje woonboten in vreemde kleuren en vormen. Via het wezenloze Wezenlandenpark koersen we aan op het slotakkoord van deze wandeling: de binnenstad van Zwolle.
En daar wordt het weer prettig wandelen, langs de stadsgracht met dobberende bootjes en mooie panden. En de Sassenpoort: de enige overgebleven poort in Zwolle die gebouwd is rond 1406. Hij moest de stad verdedigen en bestaat uit ruim 100.000 stenen.
Destijds werd je aan een grondige inspectie onderworpen voor het de wachters behaagde de poorten naar de binnenstad voor je te openen. Nu loop je daar ongehinderd het mooie centrum van Zwolle in. Zwaar aanbevolen.
De route zelf laat de binnenstad links liggen en koerst aan op het station, via het beroemde Grand Hotel Wientjes uit 1867 met z’n karakteristieke rode markiezen.
“Hé Frankwandelt, is dit nou een mooie route?” hoor ik je vragen. En dan zeg ik: “Jazeker, op wat dooie stukjes na die toch ook wel weer wat hebben. Gewoon doen dus. En vergeet niet de lieve mammoetboom op landgoed De Horte – mede namens ons – te knuffelen.”
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.