Het Vechtdal in Overijssel in de lente: hoe mooi wil je het hebben? Bloementapijten tot aan de horizon, bloeiende fruitbomen, blije koeien in frisgroene weiden, bollende akkers die liggen te stoven in de zon. Op deze prachtige Groene Wissel kom je het allemaal tegen. En er zijn er nog vier in het Vechtdal. Leve de Groene Wissels!
De felbegeerde Frankwandelt-rating AAA+, die ik reserveer voor het mooiste van het mooiste op wandelgebied, krijgt deze Groene Wissel niet. Reden is de flinke aanloop (4 kilometer) over asfalt. Daarna kruipt de Wissel uit z'n schulp en is hij schitterend en gevarieerd.
Het Vechtdal kende ik al van de tweedaagse NS-wandeling Vechtdal, die ook fraai is. Sindsdien zit het Vechtdal in m'n wandelgeheugen gebeiteld. Langs een zacht slingerende rivier lopen door bloemrijk dalen, da's toch echt wel het paradijs op aarde. Afgezien van de eerste asfaltkilometers is deze Groene Wissel nog fraaier dan z'n NS-concurrent.
Ik moet even iets bekennen. Wandelen vind ik bijzonder leuk. Maar wat ik vooral zo heerlijk vind: in de natuur zijn ver van de bewoonde wereld. Soms vind ik dat zo superzalig dat de tranen me in de ogen springen. Ik overdrijf niet. Op deze Wissel gebeurde dat liefst twee keer. Hieronder aangegeven met 'Tearjerker!'.
Maar eerst even over de Overijsselse Vecht, die je niet moet verwarren met z’n Utrechtse naamgenoot. De rivier baant zich in ruime slingers een weg door weids rivierenlandschap. Een oase van schoonheid, bloemrijke uiterwaarden, lommerrijke landgoederen & sfeervolle bossen.
In het Vechtdal vind je bijna alle Nederlandse landschappen. Zandverstuivingen, heide, donkere bossen, vennetjes en meertjes met waterlelies. En natuurlijk die prachtige rivier die het dal zijn naam gaf. De Overijsselse Vecht is de kleinste van onze grote rivieren. Klein maar bijzonder fijn.
Na het gure voorjaar staat de natuur tijdens de zomerse meidagen zo ongeveer op springen. Onderweg kom ik veel vlinders tegen. En het Vechtdal barst ook van de libellen. De weidebeekjuffer is hier te zien, met zijn zwarte vleugels en vlinderachtige vlucht. Hij komt vooral in het oosten van Nederland voor en is dol op schoon stromend water, en dat heb je hier in overvloed.
Na de asfaltrijke startkilometers lokt de Groene Wissel me boswachterij Hardenberg in. Een smal bospaadje dat me lekker langs de oude meanders van de Vecht slingert. Af en toe moet ik uitwijken voor omgevallen bomen, verliezen het paadje en ik elkaar uit het oog en fantaseer ik dat ik echt verdwaald ben. Een serene sfeer hangt hier. Verliefde vlinders dartelen rond m'n hoofd. En zomaar opeens gebeurt het: de tranen schieten me in de ogen. Ik zijg neer op een omgevallen eik en geniet stil van de stilte.
Tot aan de stuw van de Junne volgt een tocht door het bloemrijke Vechtdal. Bloeiende en pluizige paardenbloemen vormen een geelwitte zee tot aan de horizon. Een landschap om poëtisch in te verdrinken. Bij de stuw, die mooi zicht biedt op de Vecht en op een fraaie vistrap, is wat reuring van fietsers en wandelaars die een lunchplekje aan de oevers proberen te veroveren. Op die vistrap is het overigens een va-et-vient van palingen, rivierprikken, snoeken en paaiende winden (wat niks met (stinkende) luchtverplaatsingen te maken heeft: een winde is een riviervis).
Daarna wandel ik door vriendelijk boerenland. Akkertje hier, weilandje daar en aan de einder een handvol rietgedekte boerderijtjes. Speelgoedtractortjes hobbelen in de verte traag over lome landweggetjes.
Dan ga ik een klaphekje door en verandert het karakter van de wandeling abrupt. Opeens struin ik over de richels van oude, dicht beboste rivierduinen. Over een bijzonder schattig paadje, dat kronkelt en golft, daalt en stijgt door bossen en ontspruitende varens. De toppen bieden sublieme uitzichten op de rivier in de diepte. Een buizerd zweeft miauwend over. Een koppeltje houtduiven applaudisseert vanuit hoge bomen. En bingo: tearjerker!
Na al dat overdreven gejank zak ik af naar de rivier en via rustige landweggetjes en een wat drukkere asfaltweg wandel ik weer terug naar het station en een welverdiend softijsje. Let trouwens nog even op het karakteristieke stationnetje van Mariënberg, dat rond 1900 ontworpen werd door architect Eduard Cuypers. Eduard is het neefje van Pierre Cuypers, architect van Amsterdam CS en het Rijksmuseum.
Deze wandeling hebben we gedaan op zaterdag 7 mei 2016. In het kadertje hieronder zie je meer informatie over de gids waaruit de wandeling afkomstig is. De meest recente versie van routebeschrijving, kaartje en gps-track kun je (met een abonnement of tegen betaling) downloaden op Wandelzoekpagina.nl.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.