Etappe met 5 gezichten. Je begint met adembenemende vergezichten over de Blauwe Kamer. Vervolgens doezel je weg terwijl 5 kilometer asfalt je schoenzolen afslijt. Het Bergpad schudt je vanaf Wageningen hemels wakker. Een aangename boswandeling leidt je langs de bruisende Molenbeek. En als toetje wandel je 2 kilometer langs een drukke weg. Volg je me nog?
Al snel na Rhenen lopen we een mooi stuk langs de Nederrijn. Bepaald aangenaam, al moeten we ons pad delen met flitsende fietsers en hobbelende joggers. Na een kilometertje slaan we abrupt een zijpaadje in en klimmen we een mega-steile trap op.
Na deze kuitenbijter bevinden we ons op 50 meter boven NAP. Balancerend op het randje van de Utrechtse Heuvelrug die hier loodrecht de diepte in duikt. Langs de 'bergwand' kronkelt ons paadje door betoverende bossen. Tussen de bomen schemert het zilver van de Nederrijn, daarachter vervaagt de Betuwe in ijle nevel.
En wauw wat een spectaculaire uitzichten schemeren tussen de bomen! Verderop komen we langs een mooi uitzichtpunt met lange halfronde banken waar we even neerzijgen. Hier zien we de Blauwe Kamer in vol ornaat. Het uitzicht op dit bijzondere natuurgebied is groots, ik heb er geen ander woord voor.
Het water van de Nederrijn heeft hier vrij spel, het gebied stroomt regelmatig onder en dat zorgt voor een levendig schouwspel. De dynamische rivier zorgt voor hoogteverschillen en trekt bijzondere planten en dieren aan. Bloemrijke graslanden, wilgenbossen en moerassen beschilderen het landschap in vele tinten groen. En ze bieden ruimte aan 200 vogelsoorten en 300 plantensoorten. Ook de bever voelt zich thuis in de Blauwe Kamer.
We wandelen verder langs het randje van de steile Grebbeberg. Die is ontstaan doordat de rivier duizenden jaren zand en grind van de stuwwal heeft weggespoeld. Een strategische ligging bij gevechten, wisten de Neanderthalers al in de prehistorie. Veel vooruitgang heeft de mensheid niet geboekt: ook in de Tweede Wereldoorlog is hier zwaar gevochten.
Via een trap met 261 treden klauteren we de Grebbeberg weer af. En dan begint dus dat ellenlange traject over asfalt. Blijkbaar kan het niet anders. Kiezen op elkaar en de sokken erin. Ik maak er verder geen woorden aan vuil.
In Wageningen komen we bij op een bijzondere plek: Hotel De Wereld. Op zaterdag 5 mei 1945 was dit de plek waar de capitulatie van de Duitse bezetter een feit werd. De Canadese generaal Charles Foulkes kwam dit overeen met de Duitsers in wat nu de 'Grote Capitulatiezaal' heet. In diezelfde zaal nuttigen wij in vrijheid onze koffie met (prima) appeltaart.
Wageningen wandelen we uit over het Bergpad. Het is een van mijn lievelingspaadjes: een bebost kronkelpad dat kilometers de flank van De Wageningse Berg volgt. De uitzichten die je hebt over Nederrijn en Betuwe zijn onovertroffen.
Verderop komen we door het ook al bijzondere arboretum Belmonte, onderdeel van de botanische tuinen van de Universiteit Wageningen. Loop even naar het uitkijkpunt. Hier heb je het mooiste uitzicht over de uiterwaarden van de Nederrijn.
Nu, in het zeer prille voorjaar, is het een kale bedoening. Maar als de natuur gaat groeien en bloeien tref je hier een uiterst gevarieerde kleurenpracht. Belmonte is beroemd om z’n collectie sierkersen, rododendrons, magnolia's en appels. De tuin werd in parkstijl aangelegd door Jan D. Zocher jr., een beroemde (tuin)architect: hij ontwierp ook het Amsterdamse Vondelpark en de vuurtoren in Egmond aan Zee.
Dan verandert de wandeling alweer van karakter, en wandelen we opeens door uitgestrekte bossen. Ook nu, de natuur slaapt nog, is het een saaie bedoening. Maar kom hier in voorjaar of herfst en je treft grote schoonheid. De combinatie van oude eiken, immense beuken en diepgroene naaldbomen biedt dan een fotogenieke kleurenpracht.
De appeltaart van bosrestaurant Nol in 't Bos laten we aan onze neus voorbijgaan, want die van Hotel De Wereld zit nog in de pijplijn. We arriveren bij het laatste hoogtepunt van deze etappe: de Molenbeek. Je kronkelt een heel stuk met de beek mee, en krijgt tussendoor prachtige doorkijkjes op open velden en heide.
De Molenbeek is door de mens gegraven, een zogeheten sprengenbeek. In de 16e en 17e eeuw ontdekten bewoners dat je in de Veluwse heuvels het grondwater kon aanboren en in een gegraven sloot kon leiden. Het werd gebruikt als drinkwater, maar ook als krachtbron om watermolens, maalderijen en oliepersen aan te drijven. Ook de grote papierfabriek Parenco, die je verderop kunt zien, heeft haar ontstaan te danken aan de Veluwse sprengenbeken.
De beken trekken behalve veel wandelaars ook de nodige dieren. Het kabbelende water is favoriet bij een echte zwemmer als de ringslang en bij viseters als de ijsvogel. Ook het kleinste – en in mijn ogen schattigste – vogeltje van Nederland nestelt hier: het goudhaantje.
En dan volgt nog dat stuk asfalt. Jammer.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.