Ook op deze etappe krijg je een overdaad aan natte grasdijken voor je kiezen. Je start in Kolhorn, een pittoresk plaatsje met een café plus heerlijk terras. Dan slinger je over graspaden en landweggetjes door het typische Westfriese landschap. Grazende koeien, schapen die blatend voor je op de loop gaan, opvliegende ganzen, af en toe een mooi molentje aan de einder. En water, veel water.
Het allerleukste van de wandeling is... de rit per buurtbus van station Obdam naar Kolhorn. Met twee wandeldames op leeftijd hijs ik me in het krakkemikkige noodbusje met strakke vering van Connexxion (de echte bus had panne), en dan begint een prachtige rit door het weidse land. De buschauffeur vertelt. Over het Noord-Hollandpad dat hij als z’n broekzak kent, over het landschap van z'n jeugd (veel veranderd is het niet), en over z’n versleten knieën.
Ook dit is weer een tocht waar je zeker waterdichte schoenen voor aanmoet. En houd rekening met alle hekjes waar je overheen moet klauteren. Het gidsje spreekt eufemistisch van een ‘rolstoelonvriendelijke’ wandeling. Ik zou eerder willen spreken van ronduit rolstoelvijandig.
Kolhorn is behalve heel mooi ook heel oud: het dorpje wordt voor het eerst genoemd in 1288. Tot 1844 lag dit vissersdorp aan de Zuiderzee. Kolhorn is grotendeels rijksbeschermd dorpsgezicht. Het dorp heeft ook een dorpskerk uit de 17de eeuw: de mooie Laurenskerk.
Vanaf 1300 is Kolhorn overslagplaats van wier voor de dijkenbouw, en later ook van turf. In de 17e en 18e eeuw ging Kolhorn mee in de vaart der volkeren: schepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en de West-Indische Compagnie werden hier gelost en geladen met goederen van en voor Amsterdam. Na de aanleg van het Noordhollandsch Kanaal in 1824 droogde die stroom op en moest Kolhorn het weer hebben van vis, wier en zeevaart.
Overblijfselen van vroeger tijden kom je nog tegen op de Westfriese Omringdijk waar je kilometers lang overheen wandelt. Op de dijk staan nog oude boeten (schuren). Hierin werden vroeger turf en andere handelswaar opgeslagen in afwachting van verder vervoer landinwaarts. In de boeten zijn twee musea gehuisvest.
Behalve Nieuwe Niedorp heb ik ook iets anders leuks gemist omdat de route er niet langskomt: het Nederlands Parfumflessenmuseum in Winkel, gevestigd in het schitterende gemeentehuis uit 1599. Zag ik pas later. Leek mij wel een hoogtepunt van deze etappe. Zestig jaar geleden begon de eigenaresse van het museum, Carina van Zoonen, op zesjarige leeftijd met het verzamelen van parfumflesjes. Inmiddels telt haar collectie 7000 flessen. Afijn: ik moet nog een keer terug.
Die Westfriese Omringdijk is de oudste dijk van Nederland. De dijk van 126 kilometer lang omsluit Westfriesland volledig. Een provinciaal wereldwonder van zo’n 800 jaar oud. De dijk slingert als een groene route door het landschap. Er is langer aan gewerkt dan aan de piramiden van Egypte en de Chinese Muur, zo’n 120 jaar lang. Nou jij weer.
Stolpboerderijen en lintdorpen vind je op je pad. Hoewel, op je pad: een enorm raadsel is dat het Noord-Hollandpad om het schattige dorpje Nieuwe Niedorp loopt. Je komt er op zo’n kilometer afstand langs. Gelukkig reed onze buschauffeur er doorheen. Kapitale boerderijen langs een mooie sloot met bomen. Een scheve kerktoren uit 1684. Een schutsluisje uit 1684. En herberg De Roode Eenhoorn uit 1530. Waarom het Nieuwe Niedorp heet is ook een raadsel, want het dorp stamt uit 1298. Een derde raadsel: inwoners van het dorp worden 'dotten' genoemd.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.