In de Amsterdamse Waterleidingduinen kun je avontuurlijk struinen en dat is precies wat deze Trage Tocht ons biedt. Onverharde paadjes en zandspoortjes voeren je door intieme duinvalleien en over weidse vlakten die veel weg hebben van een ongerepte steppe. Onderweg spot je groepjes damherten en misschien zelfs een vos. En aan het eind ga je Leyduin op, het landgoed van Jacob van Lennep.
Op deze kille, grijze vrijdag sjokken we vanaf de bushalte eerst een kleine kilometer langs de Vogelenzangseweg, uitkijkend over weilanden met zwanen. Even verder slaan we af over een mooie bomenlaan richting de duinen, de Tweede Doodweg kruisend. Een naam die herinnert aan het pad dat hier ooit liep tussen dorp en kerkhof. Landgoed Huis te Vogelenzang heet dit gebied en het landhuis zien we in de verte.
Nadat we een toegangskaartje voor de duinen hebben gekocht bij de automaat lonkt boshut Pannenland met kerstversiering, warmte en koffie. Binnen is het gezellig druk en spatten de tegeljeswijsheden van de muur. ‘Een dag niet gewandeld, is een dag niet geleefd’ hangt er niet bij, maar toch is het nu echt tijd om de duinen te gaan verkennen, eerst over een brede slingerende bomenlaan.
Een kruisende laan biedt de mooiste blik op Huis te Vogelenzang, gebouwd in de 17de eeuw. Twee nazaten van de oorspronkelijke bewoners wonen er nog steeds, de jonkvrouwen Barnaart. Zo stil als het hier nu is, zo druk was het er in 1937, toen ze hier de Wereldjamboree hielden. Het terrein groeide uit tot een ‘Jamboreestad’ met 30.000 scouts uit 54 landen die hier hun tenten hadden opgeslagen.
Een padvinder moet je trouwens wel een beetje zijn als je koers wilt houden op deze Trage Tocht, want de smalle paadjes die nu volgen, liggen verscholen onder de herfstbladeren. De routemaker doet in de beschrijving z’n best om je bij de hand te houden, een bijna onmogelijke taak. Neem dus de gps-track mee om niet te verdwalen.
Wij struinen intussen door de duinen en kruisen meerdere kanalen die soms de breedte hebben van een duinmeertje. Het water is kristalhelder, en gelukkig maar: hier infiltreren ze voorgezuiverd water uit de Rijn. Het water zakt langzaam weg in de duinen en het duinzand zuivert het op een natuurlijke manier. Na drie maanden stroomt het water nog naar een zuiveringsinstallatie voor de laatste puntjes op de i.
Vele watervogels zien we dobberen op ons toekomstige drinkwater en in de rietkraag staat een zilverreiger stokstijf te wachten op een onvoorzichtig visje. We speuren tussen de overhangende takken naar de ijsvogel die hier ook gespot is, maar we zien hem niet. We zijn niet de enigen die hier vogels willen spotten: menig wandelaar loopt rond met verrekijker en camera met telelens.
Inmiddels zijn we ook op jacht naar iets anders: de damherten die in de Waterleidingduinen leven. Een halve eeuw geleden zijn ze mondjesmaat uitgezet, maar na verloop van tijd groeide de populatie explosief. In 2016 werden er 4.000 herten geteld; waarschijnlijk waren het er veel meer. Sindsdien schieten de beheerders hier damherten af, waarbij ze streven naar een stand van 600 tot 800 herten. Voorjaar 2024 zijn er nog ruim 1.000 herten geteld.
In een duinpannetje zien we twee exemplaren grazen en zij zien ons naderen. Heel schuw zijn ze niet, maar ze houden ons strak in de gaten. Mannetjes zijn het, met indrukwekkende geweien die boven het hoge gras uit piepen. Telkens als we een stapje dichterbij zetten, zetten zij een stapje achteruit. Een dans van toenadering en verwijdering. We laten ze maar met rust, want ‘it takes two to tango’.
We vervolgen door een prachtige duinvallei. Hier is het superstil: het komend uur zullen we geen mens tegenkomen. We passeren kronkelige eiken, zien verderop tussen de bomen steeds groepjes damherten. Mannetjes en vrouwtjes leven in gescheiden roedels. De vrouwtjes met de kinderen, de mannetjes hebben hun eigen vrijgezellenclubjes, vertelt de gids waaruit we deze wandeling hebben geplukt (zie het kadertje onderaan).
We klimmen een duin op en vanaf het topje kijken we uit over een weids landschap dat aan een steppe doet denken. Hier is het echt uitgestorven en aan de horizon zien we niets dan graslanden en kronkelige, moeizaam gegroeide boompjes die zichtbaar gegeseld zijn door de straffe zeewind: ze buigen met z’n allen naar het oosten.
Het pad golft over de vlakte en komt uit bij een bomenlaan door een ‘exclosure’: een gebied waar ze damherten en reeën met hekken buitenhouden om karakteristieke duingraslanden, vochtige duinvalleien en struweel te beschermen. Zeldzame planten krijgen zo een kans om in bloei te komen. Nu in de winter is het een kale bedoening, maar deze zomer zag ik hier heel veel bloemen, vlinders, bijen en hommels.
Via een smal bruggetje met één leuning steken we een breed kanaal over. Een mul zandpaadje neemt ons mee een duintop over en we dalen af over een schilderachtige laan met dikke, meerstammige beuken. In het dennenbos dat volgt, horen we een specht driftig roffelen. Een tijdje staan we te speuren en dan zien we hem tussen de takken: het is de grote bonte specht. Onder de bomen staan twee damherten die ons heel dichtbij laten komen.
Nu is uitspanning Oase niet ver meer. De pannenkoeken doorstaan onze test met glans en met hernieuwde energie wandelen we de duinen uit en het laatste hoogtepunt van deze wandeling binnen: landgoed Leyduin. Die energie is nodig ook, want vroeger dan gedacht zit de schemering ons op de hielen.
In het donkerende bos licht een stenen koepeltje op: rijksmonument Belvedère, eind 18de eeuw gebouwd als theekoepel. We klimmen er even naartoe voor het uitzicht naar beide kanten. Vroeger kon je vanuit de koepel aan de ene kant de Noordzee zien liggen en aan de andere kant de Haarlemmermeer (die toen nog niet ingepolderd was). Nu kijk je uit over de bosrijke buitenplaats.
Slingerpaadjes leiden langs een indrukwekkende Kaukasische Vleugelnoot die hier rond 1750 is geplant. Een enorme boom die z’n zware takken te ruste heeft gelegd op de aarde. In de 18e eeuw, toen de noot nog een nootje was, werd buitenplaats Leyduin bewoond door diverse telgen van het beroemde Amsterdamse geslacht Van Loon.
In de 19e eeuw kwam Leyduin in het bezit van de familie Van Lennep (onder wie schrijver Jacob). Die stelde de buitenplaats beschikbaar voor de eerste duinwaterwinning, bestemd voor de stad Amsterdam. Jacob was trouwens een fanatiek wandelaar die Nederland te voet doorkruiste. We wandelen langs zijn fraaie landhuis en na wat slingers door het bos staan we weer bij de bushalte.
Deze wandeling hebben we gedaan op vrijdag 13 december 2024. In het kadertje hieronder zie je meer informatie over de gids waaruit de wandeling afkomstig is. De meest recente versie van routebeschrijving, kaartje en gps-track kun je (met een abonnement of tegen betaling) downloaden op Wandelzoekpagina.nl.
De volgende wandelroutes uit deze gids staan ook op Frankwandelt, volgens het bekende recept: een verhaaltje gelardeerd met foto’s.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.