Aardige Trage Tocht met in de hoofdrol heuvelende bossen, stille duinen, breed strand en de zee. Je klimt naar uitzichtpunten om van vergezichten te genieten. Vooral in de duinen zijn die prachtig: je kijkt uit over heide, vochtige graslanden en zandduinen. De laatste kilometers zijn het mooist: een miniem spoortje voert door de ruig begroeide Bleekersvallei en langs een vogelrijk vennetje.
Bij bospaviljoen ‘t Turfveld is het aangenaam starten. Ze hebben hier een beschaduwd terras, koffie en veel soorten taart. Zo kun je moed verzamelen voor de eerste klim: door naaldbossen zigzag je naar de hooggelegen Fonteinsnol, een uitzichttoren. Gekke naam misschien, maar niet als je bedenkt dat die toren op een nol staat (=duin) en dat hier vroeger ook echt een fontein heeft gestaan.
Leuk om die toren te beklimmen, maar verwacht geen spetterende uitzichten want daarvoor zijn de dennen te hoog. Je kijkt dus vooral op boomkruinen. Maar heel in de verte zie je stukjes strand en zee, en aan de andere kant schemert een klein plukje polder tussen de wuivende boomtoppen.
Een lange afdaling neemt je mee die dichte bossen in. Eerst over een lang trappad, daarna wisselen kronkelpaadjes en bomenlanen elkaar af. Best leuk, maar na een paar kilometer heb je wel weer genoeg bos gezien. De Texelse bossen bestaan vooral uit naaldhout: Corsicaanse en Oostenrijkse dennen. Vandaar ook de goedgekozen naam van dit bosgebied: De Dennen.
Dit bos is rond 1900 aangelegd met als doel woeste gronden te ontginnen. Productiebos zorgde voor hout en de rest van de woestenij ging op aan landbouw. Aan natuur dachten ze destijds niet. Nu gelukkig wel: beheerder Staatsbosbeheer probeert er een natuurlijker bos van te maken. Dat ze nog een lange weg te gaan hebben, kun je al wandelend constateren.
Na een kilometer of vier pak je een mooi bomenlaantje langs een beekje. Plantnet kan maar niet bedenken wat voor soort bomen het zijn, maar ik houd het op haagbeuken. Dan breken de bossen open, en wandel je langs een ruig begroeid veld.
Nu leidt de Trage Tocht langs natuurgebied het Alloo, waar boerenland en bollengrond zijn omgezet in de natte graslanden die hier vroeger ook voorkwamen. Je loopt langs een duinrel – een klein beekje – waar planten als gevlekte orchis, zonnedauw en veenpluis weer een kans krijgen. De bloemrijke graslanden bieden ook kansen voor libellen, dagvlinders en broedvogels.
Dan wisselen bos en open stukken elkaar af, maar wat vooral opvalt: het stikt hier in de omgeving van de bungalowparken en campings. Die liggen heerlijk in het groen, maar voor de wandelaar is dat beslist minder leuk. Gelukkig is het vandaag heel rustig, maar zeker in drukke vakantieperioden zal het hier een stuk drukker zijn.
Opeens wordt het pad erg mul, en dat heeft een reden: je wandelt de duinen in. En dan wordt deze Trage Tocht pas echt mooi. Een smal pad stijgt en daalt en golft van links naar rechts door weidse duinen. Terugkijkend vanaf een zanderig duintopje zie je hoe sprookjesachtig mooi en heiderijk dit gebied is. Zeker als de heide bloeit (rond half augustus) is dit een heerlijk traject.
Een stevige klim door mul zand – twee stappen vooruit, één stap achteruit – brengt je over de duinenrij en strand en zee liggen aan je voeten. Een kilometer of twee wandel je langs de waterlijn, waarbij je met wat geluk zeehonden kunt spotten. Halverwege kom je langs een strandtent waar het goed rusten is.
Een nóg steilere en nóg mullere strandopgang stelt je conditie op de proef. Stap voor stap daal je vervolgens af en even verder verandert het toneel opnieuw: je betreedt de Bleekersvallei, een schitterend natuurreservaat dat je doorkruist over een smal paadje dwars door de heide.
Deze vallei behoort tot de oudste duingebieden van Texel, ontstaan in de late middeleeuwen toen de wind door overbeweiding vat kreeg op de grond en het duin diep is uitgestoven. De naam is afkomstig van twee blekerijen die hier tot in de 18e eeuw lagen. Op Texel verbouwden ze destijds vlas en het gesponnen linnen bleekten ze bij de bleekerijen.
De duinen zijn hier bijzonder kalkarm, waardoor heide een kans krijgt. Let op de scheefgegroeide meidoorns: de wind heeft hier nog steeds vrij spel. Je koerst aan op een mooi vennetje waar het goed toeven is voor ganzen. Vlinders en libellen houden je gezelschap. In deze vallei zijn zeldzame soorten gespot als de mierenleeuw, de waterspitsmuis, de noordse woelmuis, de tapuit en de grauwe klauwier.
Net als bij de start krijg je ook aan het eind een klim voor de kiezen. Die brengt je naar uitzichtpunt Kampeersnol, alweer zo’n merkwaardige naam die te danken is aan de kampeerders die ruim een eeuw geleden als eersten neerstreken op Texel. Net als die kampeer-pioniers van toen overzie je de complete Bleekersvallei en daarachter de Westerduinen. Nu rest alleen nog de afdaling, die je weer bij bospaviljoen ‘t Turfveld brengt.
Deze wandeling heb ik gedaan op donderdag 5 september 2024. De meest recente versie van routebeschrijving, kaartje en gps-track kun je (met een abonnement of tegen betaling) downloaden op Wandelzoekpagina.nl.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.