Een schoonheid is deze Trage Tocht niet, maar hij heeft wel vele gezichten. Ingeklemd tussen de Amsterdamse Houthavens, het Noordzeekanaal en het drukke wegennet rond Haarlem ligt een gebied dat z’n best doet op natuur te lijken. Je volgt leuke maar modderige paadjes door Spaarnwoude-Houtrak en de nieuwe natuur van het Geuzenbos. Af en toe wordt het zelfs avontuurlijk. “Neem je kapmes mee!”
Een must voor deze tocht is een lange broek en hoge waterdichte schoenen. Vooral na een regenperiode glibber je soms echt weg over de paadjes. En één keer liepen m’n hoge schoenen bijna vol op een bijzonder drassig stuk waar ik van zompige graspol naar zompige graspol sprong.
Die lange broek is geen overbodige luxe omdat sommige kronkelpaadjes door dichte bramen- en rozenstruiken laveren. Waarbij je soms voor de keuze staat: door de prikkels of door de modder. Afijn, je zult je niet vervelen op deze korte wandeltocht.
Die prikkels vallen op deze winterdag nog wel mee. Maar in andere jaargetijden kan het echt te gortig worden, zo valt te lezen in de reactie van Wim van Tuyl op Wandelzoekpagina.nl: “Dit pad bleek vrijwel onbegaanbaar. Wij zijn omgelopen; om de route later weer op te pikken. Maar dit gebied blijft door doornen en stekels zeer moeilijk begaanbaar. Misschien kan Rutger de betrokken instanties vragen hier op te schonen. Neem kapmes mee!”
Je kapmes kun je op de eerste helft van deze Trage Tocht in z’n foedraal laten. Je wandelt namelijk door het brave Spaarnwoude. De route zoekt weliswaar de onverharde paadjes op, maar dit is overduidelijk een recreatiegebied waar meisjes met paardenstaarten op pony’s rijden en verveelde mensen hun verveelde honden uitlaten. Kunstwerken leuken de boel op.
Op warme zomerdagen recreëren stedelingen bij de aangelegde vijvers en is Spaarnwoude vergeven van de barbecue-geuren. Je snapt het al: mijn favoriete wandelgebied is dit niet. Ik hou niet van aangeharkt, ik hou van wildernis. Gelukkig krijg ik dat even over de helft ook. En meer dan me lief is.
Maar eerst struin ik nog door winterkale bossen. Oud zijn ze niet, want hier klotste het zeewater 150 jaar geleden nog tegen de zeedijk. Er was eb en vloed. En er zwom van alles uit zee binnen, tot bruinvissen aan toe. Het langgerekte IJ stond namelijk in open verbinding met de Zuiderzee. Na de aanleg van het nabijgelegen Noordzeekanaal in 1876 kwam de inpoldering in een ‘stroomversnelling’.
Je loopt hier dus eigenlijk over de bodem van de zee. Is het daarom overal zo zompig? Over drassige grassen zigzag ik het Geuzenbos binnen, behendig modderpoelen ontwijkend. Maar al snel kom ik tot de ontdekking dat er geen redden meer aan is: met vette kluiten aarde aan m’n schoenen stap ik straks weer de trein in.
Dit Geuzenbos ligt er nog niet zo lang, maar het maakt al wel een natuurlijke indruk. Al moet je snelwegen A5 en A9 even wegdenken, want die zie en hoor je eigenlijk constant. Daarbij vliegt er ook nogal wat over, en dan heb ik het niet over de ganzen en aalscholvers: Schiphol ligt op een steenworp afstand (nou ja, bij wijze van spreken dan).
Het Geuzenbos is een kwart eeuw geleden aangelegd als natuurgebied. En ondanks de konikpaarden en Schotse hooglanders die ze hier inzetten, verruigt het gebied razendsnel. Die mooie lieve paarden kom ik een paar keer grazend tegen: zij houden de paden vrij van bramenstruiken, waarvoor dank.
En even verder bij een uitzichttoren staat een oerrund me op te wachten. Ook mooie lieve dieren, maar sinds ik weet dat ze soms een wandelaar op de horens nemen, hou ik gepaste afstand. Vanaf de top van de uitzichttoren zwaai ik naar hem en roep voor de grap: pak me dan, als je kan! “Wat een idioot”, hoor ik hem denken.
Dan ga ik het pad op waar Wim van Tuyl zich wild met z’n kapmes zwaaiend doorheen heeft geworsteld. Ik wandel veel relaxter door het wilgenbos, tussen de meidoorns en de paddenpoelen. De stekels vallen me mee. Maar bij het oversteken van een diepe greppel glij ik wel op een haar na onderuit, waarbij ik door m’n doodskreet een onschuldig konikspaard de schrik op het arme lijf jaag.
Dan klim ik de Spaarndammerdijk op en ik passeer een oude banpaal of mijlpaal, die vroeger de grens van een stad aangaf. Deze mijlpaal uit 1624 is een van de zes Amsterdamse mijlpalen. De originele sokkel met daarop de tekst ‘Terminus Proscriptionis, Uyterste paal der Bannelingen’ is helaas verdwenen. Rembrandt legde deze banpaal in 1650 vast op een van zijn etsen. Daarom wordt deze paal ook wel de Rembrandtpaal genoemd.
En dan kom je bij een mooi stukje: je volgt de langgerekte zeedijk met grazende schaapjes ruim een kilometer. Je houdt steeds zicht op de oude suikerfabriek en het kerkje van Halfweg in de verte. Leuke wandeling al met al.
Deze wandeling heb ik gedaan op zaterdag 1 februari 2020. In het kadertje hieronder zie je meer informatie over de gids waaruit de wandeling afkomstig is. De meest recente versie van routebeschrijving, kaartje en gps-track kun je (met een abonnement of tegen betaling) downloaden op Wandelzoekpagina.nl.
De volgende wandelroutes uit deze gids staan ook op Frankwandelt, volgens het bekende recept: een verhaaltje gelardeerd met foto’s.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.