Twee weken geleden maakten we de prachtige rondwandeling van Alex Buis door het zuidelijk deel van het Amsterdamse Bos. Deze tocht door het noordelijk deel is even mooi. Onvergetelijk dankzij bloemrijke heemparken, uitzichten vanaf de Heuvel en vooral het betoverende Vogeleiland. Doen!
Ook mooi: rondwandeling Amsterdamse Bos Zuid >>
In deze corona-tijden is het vliegverkeer bijna tot nul gereduceerd. Dat levert ons staalblauwe luchten die ik me alleen nog herinnerde van heel vroeger. En het is een feest voor onze oren. Dat merk je bijzonder goed in het Amsterdamse Bos.
Toen ik daar vorige jaar een Groene Wissel liep was het een komen en gaan van laag overscherende lawaaipapagaaien. Het horen en zien verging me elke vijf minuten: wat een ellende. Maar in coronatijd is het Amsterdamse Bos een paradijs. Het is er redelijk rustig, in de lente tref je een ongekende bloemenzee en je hoort hier eindelijk weer de merel, het winterkoninkje en het roodborstje zingen.
Dat alles kun je op een fantastische manier ervaren op de wandelingen die Alex Buis hier heeft uitgezet. Deze rondwandeling in het noorden van het Amsterdamse Bos doet alle bekende plekken aan – de Heuvel, de Geitenboerderij, de Speelweide. Maar je wandelt ook door onbekende en zeer stille gebieden.
Wij beginnen bij de Bosbaan, in de crisisjaren 30 met schop en kruiwagen uitgegraven door honderden werkloze Amsterdammers. De baan stond bekend als ‘het mooiste roeicomplex van Europa’. Jammer dat hij er nog niet was tijdens de Olympische Spelen die in 1928 in Amsterdam werden gehouden: de Bosbaan ging pas open op 6 mei 1937.
Snel lopen we het bos uit en een prachtig deel van Amstelveen binnen. Over een smal paadje wandelen we langs spiegelende vaarten, omzoomd met lentegroene bomen.
Verderop komen we door twee heemparken: De Braak en het Koos Landwehrpark. We wandelen langs idyllische meertjes, met rododendrons die vers in bloei staan en varens die aan het uitbotten zijn. Onnoemelijk veel bloemen begeleiden ons pad. M’n app Plantnet draait overuren om ze te determineren: salomonszegels, hazeklokjes, lelietjes-van-dalen en ga zo maar door. M’n botanische kennis komt in een stroomversnelling.
Even verder lopen we het Amsterdamse Bos weer in. Soms over romantische paadjes, dan weer over brede beukenlanen. Maar altijd is ons pad bezaaid met bloemen. De meidoorn staat te bloeien dat het een lieve lust is. En we komen langs zeeën van daslook. Het wit van de bloemen doet bijna pijn aan onze ogen, terwijl vleugjes knoflookgeur onze neusvleugels kietelen.
Wat hogerop doet de lente ook op een andere manier kond van z’n aanwezigheid: pappa en mamma ooievaar zijn druk-druk-druk bezig hun nest op orde te maken voor de jongen die op komst zijn. Wie bezorgt het nieuwe kroost eigenlijk bij de ooievaar?
Voor de lunch zijgen we neer op een groot ovalen veld omzoomd door enorme kastanjebomen die vol in bloei staan. Vanwege corona zijn hier veel sporters te vinden die niet meer terechtkunnen bij hun sportschool. Daardoor kunnen wij al etend genieten van groepjes zwoegende hardlopers. Yogisten in onmogelijke posities. En twee spierbundels die met zware gewichten in de weer zijn onder het slaken van ijselijke doodskreten. Sporten is gezond.
Heel relaxt wandelen we weer verder. En klimmen puffend De Heuvel op, die ons prachtig zicht biedt op het grasland en het bos in de diepte. De Heuvel is 16 meter hoog en in de vorige eeuw aangelegd met puin uit de stad en grond die vrijkwam bij het uitgraven van de Bosbaan.
Na een prachtig traject langs beekjes en spiegelgladde meren vol watervogels komen we bij nog iets leuks: de Geitenboerderij. Niet de geiten bekoren ons dit keer, maar vooral een fotogeniek zwijntje dat duidelijk smoorverliefd is op een enorme zwarte stier. Tja, het is lente...
Na al die romantiek komt het echte hoogtepunt nog: het Vogeleiland, dat alleen via een houten brug te bereiken is. Dit groene paradijs is een van de parels van het Amsterdamse Bos. Heel groot is het niet, maar als je over de smalle paden wandelt krijg je soms het gevoel dat je in de woeste jungle loopt.
Niets is minder waar: het is een heftig beheerde heemtuin, waarin tal van biotopen zijn gecreëerd: duinen, moeras, heuvellandschap, akkers en zelfs een ‘Limburgse helling’. Allemaal op mini-schaal natuurlijk. Op het eiland vind je vele honderden plantensoorten, en in elk seizoen zijn er weer andere bloeiers.
Bij de Speelweide – een groot grasveld – brengen we een groet aan de oudste boom van het bos: een indrukwekkende kastanje. Hoewel de boom in 1895 geplant zou zijn, beweren boomkenners dat hij 150 jaar oud is. Vooral aan de stam en de dikke takken is de ouderdom goed te zien. Dat mag zo zijn, maar hij staat nu te bloeien alsof hij in de kracht van z’n leven is.
Over flink wat schattige bruggetjes lopen we nu, en daar grossiert het Amsterdamse Bos in. Van de in totaal 114 bruggen zijn er 62 ontworpen door de bekende architect en ‘bruggenbouwer’ Piet Kramer. Net als zijn wereldberoemde collega Berlage behoorde hij tot de Amsterdamse School.
Van alle 62 bruggen van Kramer zijn er niet twee hetzelfde. Kenmerkend is hun robuuste en eenvoudige vorm. Wij vinden de ballenbruggen uit de jaren 30 verreweg het geinigst: ophaalbruggetjes die te bedienen zijn met zware metalen ballen als contragewicht.
Dan komen we nog langs het Dachaumonument: het gedenkteken voor de Nederlandse slachtoffers van concentratiekamp Dachau. Het monument bestaat uit een straatweg van Belgisch blauwsteen, omzoomd door een taxushaag. In de blauwsteen staan de namen van 500 concentratiekampen en buitenkampen gebeiteld.
Onder de indruk lopen we weer naar ons startpunt bij de kop van de Bosbaan. Wat een rijke tocht!
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.