Het coronavirus waart stevig rond en daarom zit er niets anders op dan in mijn buurt te wandelen. Vervelend is dat niet. Sterker nog: je kunt ontzettend leuk wandelen in het Oostelijk Havengebied van Amsterdam. Als extraatje nemen we het bijzondere Marineterrein achter het Scheepvaartmuseum mee. Aanrader!
We starten bij het Scheepvaartmuseum (bushalte), dat gesloten is vanwege corona. Dat museum is in andere tijden een bezoekje waard: hier vind je een van de grootste maritieme collecties ter wereld. Ze hebben 400.000 schilderijen, scheepsmodellen, navigatie-instrumenten, wereldkaarten, wereldbollen en nog veel meer. Voor het museum ligt ‘De Amsterdam’: een replica van het beroemde VOC-schip dat in 1749 op zijn eerste reis verging.
Wij slaan na het museum linksaf. Lopen door een oude poort in een al even oude bakstenen muur. En een weldadige rust overvalt ons. We bevinden ons hier op het voormalige Marineterrein van Amsterdam. Een ommuurde groene oase middenin deze levendige buurt. Dat Marineterrein, aangelegd rond 1650, is tegenwoordig hipper dan hip.
Nog niet zolang geleden kon je hier helemaal niet komen. Het was een ultrageheim terrein waar de Koninklijke Marine zetelde en waar ook ‘safe houses’ waren, voor onder anderen de bedreigde Geert Wilders en Ayaan Hirsi Ali. Zelfs via Google Earth kon je er geen kijkje nemen: het hele gebied was geblurd. Reuze-intrigerend vond ik dat altijd. En wat was ik dus blij dat de marine door bezuinigingen vanaf 2015 moest verkassen en het terrein stukje bij beetje opengesteld werd voor publiek.
Inmiddels, vijf jaar later, zijn er tal van creatieve bedrijfjes neergestreken. En brouwt brouwerij Homeland er zijn heerlijke speciaalbieren. Ook zit er een ‘sustainable lab’, waar wetenschappers, gemeente en wetenschapsmuseum Nemo allerlei ideeën testen die steden duurzaam en ‘toekomstbestendig’ moeten maken.
Zigzaggend over het terrein genieten we van de strakke architectuur uit de jaren vijftig en zestig, en van de machtige, eeuwenoude platanen aan de achterkant van het Scheepvaartmuseum. Even verderop kijken we verlekkerd naar binnen bij restaurant De Scheepskameel, waar je belachelijk goed kunt eten en exquise Duitse wijnen kunt drinken.
We verlaten het Marineterrein weer en wandelen strak langs het spoor over een brede achterafgracht met markante woonschepen met ongetwijfeld even markante bewoners. Een hoge brug brengt ons op het Java-eiland, het eerste van de Oostelijke eilanden van Amsterdam. Ooit speelde het Java-eiland een rol in de scheepvaart. Pakhuizen en loodsen stonden hier in lange rijen langs het water.
Nu treffen we aaneengesloten hoogbouw aan de ene kant en het ruime sop van de IJ-haven aan de andere kant, doorsnede door vier dwarsgrachtjes. Die moesten het gebied het karakter van de Amsterdamse grachtengordel geven. Jonge architecten hebben hiervoor speciale grachtenpanden ontworpen, sommige in wonderlijke vormen. Leuk om ze even op te lopen.
Op de overgang van Java-eiland naar KNSM-eiland vind je nogal wat architectonische hoogtepunten. Om er een paar te noemen: de 19 verdiepingen hoge IJ-toren, het sobere wooncomplex Pireaus en het Barcelona-complex, genoemd naar de stad waarmee de Koninklijke Stoomboot Maatschappij (KNSM) vroeger een lijndienst onderhield.
Deze oostelijke havens zijn in de 19e eeuw aangeplempt in het IJ. De grondvorm van dit gebied, weet ik uit het leuke gidsje ‘De mooiste Vinex-wandelingen’: lange vingers die diep het water insteken. En op die lange vingers zijn de laatste jaren tal van hippe nieuwbouwwijken verrezen. Het is hier aangenaam wandelen, met heerlijke terrassen waar je in virusvrije tijden op neer kunt strijken.
We lopen langs de KNSM-kade en krijgen zicht op ‘De Walvis’: een kolos van een bouwwerk uit het jaar 2000. Dit gebouw van architect Frits van Dongen moest een statement zijn tegenover de zee aan laagbouwwoningen op het schiereiland Sporenburg. De knik in de daklijn was nodig om voldoende zon in de huizen te laten stromen. Daardoor heeft hij de vorm van een walvis.
Via de knalrode Pythonbrug van architect Adriaan Geuze kronkel je mee over het brede water van het Spoorwegbassin. De brug staat bekend als een van de highlights van het Oostelijk Havengebied en een eyecatcher is het zeker. Hij brengt ons op Sporenburg dat we aflopen naar het einde. Hier krijgen we een indrukwekkend weids uitzicht, met rechts het Amsterdam-Rijnkanaal en links het IJ.
We slaan af en komen in een vermeldenswaardig straatje met laagbouwwoningen. Hier mochten creatieve bewoners aan de slag met hun eigen ontwerp of dat van hun architect. Mooie pandjes zie je hier, van beroemde architecten.
Een woning met een volkomen dichte houten gevel van architecten Höhne en Rapp staat vlakbij een pandje met geroeste platen van Heren 5 Architecten. Meest opvallende ontwerp is dat van Koen van Velsen, die ook het nabijgelegen kolossale gebouw Pacman ontwierp. Hier prijkt middenin het huis een boom die over 3 woonlagen onverstoord omhoog groeit.
En zo wandelen we verder, van eiland naar eiland hoppend. En elke keer zijn we weer aangenaam verwonderd over de vele vormen die moderne architectuur kan aannemen.
We steken een drukke weg over en komen in een volslagen andere wijk: Oostenburg. Over de verhippende Czaar Peterstraat met allerlei leuke snuffelwinkeltjes wandelen we langs de molen van brouwerij Het IJ (smakelijke biertjes!). Via het Entrepotdok, met z’n schitterende tot woningen verbouwde pakhuizen, bereiken we veel sneller dan ons lief is alweer het Scheepvaartmuseum.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.