Op deze wandeling over vier (schier)eilanden in het Oostelijk Havengebied van Amsterdam wandel je bijna alleen maar langs water. Ondertussen genietend van vernieuwende architectuur en uitzichten over het IJ. Je ontdekt ook de rafelrandjes van de havens en vindt overal sporen van het roemruchte scheepvaartverleden.
Deze stadswandeling komt uit de wandelgids ‘Elke week Amsterdam Door!’ van Gijs & Floor (bekijk op Bol.com). Voor deze route heb ik de twee gidswandelingen door het Oostelijk Havengebied samengevoegd (nrs. 35 en 37). Los van elkaar hebben ze wat weinig body, samen staan ze sterk.
Je begint op het KNSM-eiland, bij café Kanis aan de Levantkade. Midden in de – in de woorden van Gijs & Floor – “architectuurwijk vol met verrassingen en beeldende kunst”. Die kunst zien we later, nu kijkt de wandelaar op naar het architectonische hoogstandje waarvan café Kanis deel uitmaakt: het Pireausgebouw, een van de grootste gebouwen in dit gebied.
Het sobere, streng ogende wooncomplex van de Duitse architecten Kollhoff en Rapp oogstte lof door het oplopende dak bekleed met zink en de gevels die zijn geïnspireerd op de Amsterdamse School. Die gevels omhullen een oud havengebouw, een van de sporen van de Koninklijke Nederlandse Stoomboot Maatschappij waarnaar het eiland is vernoemd. Ooit was de KNSM een grote rederij met honderd zeeschepen. ‘Kan Niet Slechter Meer’, grapten werknemers cynisch, toen hun bedrijf in het slob raakte en uiteindelijk het loodje legde.
Hier langs het water van de Ertshaven verrezen ooit de enorme loodsen waar de schepen van de KNSM hun lading losten. Datzelfde water biedt nu plaats aan woonschepen en plezierjachten. Op een warme zomerdag zie je menig Amsterdammer een duik nemen, of zonnebaden op een van de vele steigers langs de haven. Dan heerst hier echt een vakantiestemming, schrijven Gijs & Floor.
Je wandelt langs meer staaltjes van vernieuwende architectuur, zoals het Barcelona-complex met z’n bijzondere hekwerk van de Belgische kunstenaar Narcisse Tordoir. Gelukkig is er op het eiland ook ruimte voor wat ooit was. Zoals de oude KNSM-kantine. Het gebouw op hoge poten waar ooit scheepslui en havenwerkers pauzeerden, biedt nu ruimte aan kunstenaars die er hun atelier hebben.
Op de kop van het eiland kom je langs een enorm rond gebouw (Emerald Empire), omgeven door een krans van watervilla’s die zijn ontworpen door architect Jo Coenen. Op de terugweg over de KNSM-laan neem ik even een kijkje in de Kompaszaal uit 1956, de voormalige aankomst- en vertrekhal van de KNSM, waar nu een grand café en een evenementenlocatie zitten. De moeite waard om even binnen te stappen, waar het interieur de authentieke uitstraling van weleer heeft. Grote ramen bieden zicht over het weidse IJ.
Het KNSM-eiland verruil je voor het eiland Sporenburg en het Borneo-eiland, een gebied dat vroeger bestond uit rietlanden. Beide schiereilanden ontstonden in 1880 na het graven van het Spoorwegbassin waar havengoederen werden overgeslagen. Daar komt de Walvis in zicht. Het gebouw van architect Frits van Dongen moest een statement zijn tegenover de zee aan laagbouwwoningen op Sporenburg. De knik in de daklijn was nodig om zonlicht in de huizen te laten komen.
De bekende architect Adriaan Geuze heeft dit gebied ontwikkeld. Zijn opzet: een ‘Jordaan aan het IJ’ creëren. De sfeer van die volkswijk is hier echter ver te zoeken. De rolkoffertoeristen gelukkig ook. Ook op dit eiland wandel je helemaal naar de kop waar je het roestige gietijzeren beeld van Mark Manders treft: twee figuren die het klotsende water lijken af te speuren. Aan de overkant zien ze alweer een nieuwe woonwijk verrijzen op het Zeeburgereiland, waar je sinds kort met de pont naartoe kunt.
Hierna maak je de oversteek naar het Borneo-eiland via een rode brug die hoog over het water golft: de Python, ook van de hand van Adriaan Geuze. De brug staat bekend als een van de highlights van het Oostelijk Havengebied en een eyecatcher is het zeker. Op het topje kan de wind trouwens goed vat op je krijgen, merk ik op deze stormachtige dag. Heelhuids land ik op het volgende eiland.
Je wandelt direct een highlight binnen: de Scheepstimmermanstraat, een dorps aandoend straatje met laagbouwwoningen. Hier mochten bewoners aan de slag met hun eigen ontwerp of dat van hun architect. Een woning met een dichte houten gevel staat naast een pand met geroeste gevelplaten. Meest opvallende ontwerp is dat van de architect Koen van Velsen: midden in het huis prijkt een boom die zich over drie woonlagen omhoog worstelt.
Langs de sfeervol rommelige kade van het Borneo-eiland wandel je naar deel 2 van deze tocht (nr. 35 in de wandelgids van Gijs & Floor). Die voert je over het Cruquiuseiland, dat aanvankelijk een heel ander karakter heeft dan de eerdere eilanden.
Bij de start wandel je over de Veemarkt. Eind 19de eeuw was dat ook echt een Veemarkt, met een abattoir, stallen voor koeien, schapen en varkens, een ‘huidenzouterij’ en een ‘darmenwasscherij’. Pronkstuk is het kantinegebouw van de markt uit 1887. Let ook op de fraaie bakstenen villa’s met houten sierbanden.
Het Cruquiuseiland, genoemd naar de grondlegger van de meteorologie, is eind 19de eeuw aangelegd om de oude haven van Amsterdam te ontlasten. Het Spoorwegbassin bood ruimte aan de steeds groter wordende schepen, de enorme loodsen aan hun lading. Nu vind je op het eiland een wonderlijke ratjetoe van nieuwbouw, historische gebouwen, groothandels en cateraars. Een van de weinige rafelrandjes van een steeds efficiënter ingerichte stad.
Omdat een routebeschrijving niet het sterkste punt is van Gijs & Floor zoek ik m’n eigen weg over het eiland. Achteraf blijk ik hem precies verkeerd om te hebben gelopen, maar uitmaken doet dat niet. Na de Veemarkt laveer ik tussen de nieuwbouwkolossen die hier als paddenstoelen uit de grond schieten.
De route is hier wat fluïde vanwege de vele bouwwerkzaamheden. Je laveert rond bouwputten en flaneert even verder over de brede promenade langs het water van het Amsterdam-Rijnkanaal. Af en toe passeert een groot schip met een anonieme lading. Op de kop van het eiland overvalt je een einde-van-de-wereld-gevoel. Je kijkt uit over een zandvlakte en een oude kraan herinnert aan het roemruchte scheepvaartverleden, maar binnenkort verrijzen ook hier hoge flats.
Aan de andere kant van het eiland wandel je langs de kade van de Entrepothaven. Kies je de lager gelegen vlonder, dan dein je mee met het water – een gekke ervaring. Je passeert een groot gebouw dat fraai over het water helt. En even verder The Harbour Club waar je shows van Hans Klok of Amsterdamse drag queens kunt bijwonen. De zeven grote pakhuizen die zijn vernoemd naar de dagen van de week vormen het slotakkoord van deze waterrijke tocht.
De volgende wandelroutes uit deze gids staan ook op Frankwandelt, volgens het bekende recept: een verhaaltje gelardeerd met foto’s.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.