Deze bijzondere wandeling brengt je van hartje Mokum naar het Amsterdamse Bos. Je wandelt van druk naar rustig, van stad naar natuur. Via Dam, Rokin en grachtengordel loop je het Vondelpark in. Een jaagpad brengt je langzaam de stad uit. In het Amsterdamse Bos wacht een juweeltje: 400 Japanse kersenbomen. Toppertje!
Deze oude NS-wandeling Amsterdamse Bos uit 1994, omgedoopt tot OV-stapper, stond al een tijd op mijn bucketlist. Vanaf mijn huis in Amsterdam kan ik direct op pad. Echt een wandeling voor Amsterdammers dus. Maar anderen mogen hem ook best lopen hoor 😁
Vandaag, begin april 2020, is de invloed van COVID-19 overal voelbaar. Op het Centraal Station – normaal gesproken een opgejaagde drukte – is het zowat uitgestorven. In de Warmoesstraat kan ik m’n medemens op de vingers van één hand tellen. Op De Dam heeft een eenzaam ‘living statue’ als publiek een zwerm duiven. En in de Kalverstraat – waar je normaal gesproken over hoofden kunt lopen – kun je een kanon afschieten.
Voor iemand die op z’n rust gesteld is, is dit effect van het coronavirus welkom. Maar unheimisch is het wel. Als normale tijden zijn weergekeerd, zijn de eerste kilometers van deze OV-stapper natuurlijk wel heel druk. Tegelijk is er zoveel te zien in de Amsterdamse binnenstad dat je ogen tekort komt. Neem zeker even de tijd om rond te kijken in het historisch interessante gebied rond Warmoesstraat en Oude Kerk.
Vlak voorbij de Kalverstraat vind je het interessante Amsterdam Museum en het verstilde Begijnhof, beide een bezoekje waard. Een mooi stukje van de grachtengordel brengt je op de Weteringschans. Even later wandel je het altijd leuke Vondelpark binnen.
Alleen hier al kun je makkelijk een paar uur doorbrengen zonder je te vervelen. Het park is aangelegd in 1867 in de bekende romantische landschapsstijl: kronkelige lanen, grillig gevormde vijvers en bosschages. Initiatief tot de aanleg kwam van een groep Amsterdamse notabelen.
Met het voor die tijd enorme bedrag van 83.000 gulden kochten ze 12 hectare drassige grond net buiten de Leidsepoort. Dat het drassig is, merken we nu nog vaak: in natte periodes lopen sommige delen flink onder water. Let op de kapitale villa’s die het park omgeven.
Op zonnige dagen barst het Vondelpark zo ongeveer uit z’n voegen. Het lijkt of de complete goegemeente aangevuld met eindeloze stromen toeristen zich er verzamelt om te picknicken, te joggen, te skaten, te frisbeeën, te flaneren. Kortom: het leven te vieren. Nu heerst er coronarust.
Bij de Amstelveense weg verlaat je het park weer. En langs de Sloterkade wandel je stap voor stap de stad uit. Het water wordt breder, de weg verandert in een jaagpad dat hier en daar zelfs onverhard is. Leuk!
Je zou hier ook in een dorp kunnen lopen, zo rustig is het. Ware het niet dat aan de overkant van het ruime water het markante Olympisch Stadion verrijst. En aan deze oever loop je bijna op tegen een reusachtig glazen gebouw: het voormalig hoofdkantoor van de ING. Dat kreeg vele toepasselijke bijnamen: cruiseschip, schoen, klapschaats, strijkijzer en kruimeldief.
De OV-stapper neemt je mee het Amsterdamse Bos in, de groene long van Mokum, drie keer zo groot als Central Park in New York. De eerste ideeën voor dit park zijn van de bekende veldbioloog Jac. P. Thijsse. Al in 1908 bepleit hij de aanleg van wandelroutes buiten de stad, omdat Amsterdam leed aan een groot gebrek aan groen. Daardoor ontstond volgens Thijsse ‘een vreugdeloos en moedeloos slag van mensen’. Zijn remedie: ‘veel en goed wandelen’. Een man naar mijn hart.
Pas 20 jaar later werd Thijsse’s idee uitgewerkt in een ‘Boschplan’. In 1934 begonnen ze met de aanleg. Juist in die tijd was er een economische crisis met een enorme werkloosheid. Het Boschplan bleek uitermate geschikt als werkverschaffingsproject. Vele arbeiders gingen met aan de slag, vaak alleen met een schop als werkgerei. Als eerste groeven ze de roeibaan uit. Pas rond 1970 was het Bosplan volledig afgerond.
Hier en daar heb je echt het gevoel in het bos te lopen, soms over kronkelpaadjes, dan weer over een mooie laan met hoge beuken. Rond ‘De Heuvel’ glooit het alsof je op de Utrechtse Heuvelrug loopt. Maar de 16 meter hoge Heuvel is niet opgestuwd door schuivende gletsjers in een verre ijstijd. Hij is aangelegd met puin uit de stad en grond die vrijkwam bij het uitgraven van de Bosbaan.
Dan kom je bij nog iets heerlijks: het Bloesempark met 400 kersenbomen. Deze Japanse sierkersen – Prunis Yedoensi – zijn in het jaar 2000 geschonken door de Japan Women’s Club. Fun fact: 200 bomen hebben een Japanse vrouwennaam, 200 bomen hebben een Nederlandse vrouwennaam. En dus staan Truus en Miep schouder aan schouder met Tosha en Miyuki.
Rond eind maart kun je hier volop genieten van de volop bloeiende bomen. Hun roze en witte bloesems geven deze parel van het Bos een magische uitstraling. Als er nauwelijks wind is, kunnen de bomen meerdere weken in bloei staan.
En dan is de koek nog niet op, want vlak na het Bloesempark kom je over een wandelbrug van 175 meter die deels uit bamboe is gebouwd. Het is de eerste keer dat bamboe zo is toegepast in Europa. Helaas wordt de bamboebrug (april 2020) gerenoveerd en is hij tijdelijk vervangen door een gewone loopbrug.
Je wandelt inmiddels door het Oeverlandenreservaat, met een rijke flora en fauna. De ringslang wordt hier regelmatig gespot en de grote lijster zingt z’n hoogste lied.
Ik ben inmiddels uitgezongen en loop door een mooi villawijkje naar busstation Amstelveen. Echt een aanrader, deze OV-stapper. Maar in coronatijden kun je hem in het weekend beter mijden: Vondelpark en Bloesempark kunnen druk zijn. Zet hem alvast op je bucketlist voor eind maart, begin april volgend jaar.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.