Als je herrie van vliegtuigen en snelwegen op de koop toe neemt, is dit een bijzondere Groene Wissel. Je gaat over grasdijken, landwegen en slingerpaadjes. Doet pittoreske dorpjes aan. Dwars door modderige weilanden loop je over een Kerkepad. ‘Gekke plekken’ tref je in dit niemandsland onder de rook van Haarlem en Amsterdam.
De start van de wandeling in Halfweg is al bijzonder. Ruim een eeuw lang liet de trein dit merkwaardige dorp halverwege Amsterdam en Haarlem links liggen. Nu is er een NS-station. Let even op Sugar City, de vroegere suikerfabriek uit 1863. Tegenwoordig doen hippe bedrijfjes in dit industrieel erfgoed hun creatieve ding.
De wandeling gaat grotendeels door Spaarnwoude, een geliefd recreatiegebied tussen Haarlem en Amsterdam. Tot de aanleg werd eind jaren zestig besloten als herbestemming van een stortplaats. Je kunt er skiën en klimmen, en jaarlijks worden hier massale festiviteiten georganiseerd, waarvan Dance Valley de bekendste is.
Nou word ik altijd een tikje somber van recreatiegebieden. Ze vallen voor mij in de categorie waarin ook sportscholen, zwembaden en pretparken thuishoren. Maar er valt hier toch wel veel moois te beleven. De polders zijn weids, het barst van de natuurgebiedjes en foeragerende weidevogels. Ik zag de eerste Kieviten alweer met hun kenmerkende ‘Kloekoewiet Kiwiet Kiwiet Kloekoewiet’ (of zoiets).
En het gebied telt een aantal bijzondere kreken, zoals Mooie Nel en De Liede. De Liede is oud en kronkelig en is van oorsprong een veenrivier die water van het hoogveengebied dat de Haarlemmermeer vroeger was, naar het IJ bracht. Nu schuilen er wat landschappelijke verrassingen.
Zoals het boomrijke Fort Penningsveer en de rietjungle op de oevers. En door de bijzonder samenstelling van de bodem groeien hier meer dan honderd soorten drasplanten, zoals waterdrieblad, cranberry en zonnedauw.
Wat deze wandeling leuk maakt, zijn de ‘gekke plekken’ waar je langs komt. Eigenlijk is dit hele gebied natuurlijk één grote gekke plek, ingeklemd tussen stedelijk gebied, snelwegen en Schiphol.
Fort Penningsveer is zo’n gekke plek. Het ligt verscholen tussen het groen, je ziet het nauwelijks liggen en het is niet openbaar toegankelijk. Dat trekt natuurlijk. Ik heb een tijdje staan loeren door het groen naar de bunkers die het fort omgeven. Zal ik gewoon brutaal naar binnenlopen en net doen alsof mijn neus bloedt?, dacht ik even. Laf als ik ben vervolgde ik braaf mijn veilige Wissel langs een jachthaven die te koop staat.
Gebieden tussen spoor en snelweg hebben vaak iets van een no go area. Er is weinig bebouwing, en de huizen die er zijn, zien er verwaarloosd uit. Met erven waar scharminkelige honden loeren op mogelijkheden om je kuiten eraf te happen. Bij een van die boerderijen zag ik het schele neefje van Quasimodo aan een oude Ford Taunus sleutelen. Brrr, snel doorgelopen.
Mooie Nel en Nieuwe Liede kronkelen wellustig tussen de rietkragen. Een mooi beeld, maar toch bekroop me een spannend gevoel. Misschien door het duistere water, de verlaten fabriekshal in de verte, de eenzame gehavende boerderij pal aan het pad. Verbaasd was ik niet geweest als Mooie Nel het ontzielde lichaam van een afgerekende crimineel had opgeboerd.
Ook het drassige moerasbos verderop heeft iets unheimisch. De kwarrige stammetjes, de modderige paadjes, de wildernis van struiken. In de hoge wilgen nestelt een kolonie reigers, ook al geen vrolijke Fransen.
Deze Wissel ketst officieel af op de nieuwbouwwijken van het dorp Spaarndam. Dat is jammer, want verderop ligt het oude dorp met het charmante haventje. Trakteer het dorp op een bezoekje en trakteer jezelf dan gelijk op een kop koffie bij het beroemde café Spaarndam.
Die bruine kroeg uit 1571 is gelijk een van de hoogtepunten. Vroeger, toen de kolk nog actief dienst deed als sluis, nuttigden schippers er tussen het schutten door een borreltje. Tegenwoordig gebruiken vooral fietsers en wandelaars het café als pleisterplaats. Je kunt er gratis meeroken en genieten van stamgasten die al om twee uur ’s middags de broodnodige kopstootjes pareren.
Spaarndam ontstond rond een dam bij de monding van het Spaarne in het IJ, die Graaf Floris V van Holland hier in 1285 liet aanleggen. Het plaatsje leefde van de tol bij deze dam, en vooral ook van de visserij. Er is nog steeds een palingrokerij. En ook een schilderachtig oude kolksluis uit 1290, die na verbouwing opnieuw in gebruik is genomen. Het is de oudste nog dienst doende schutsluis van Europa. Daar nemen we nog even een kopstootje op!
In het gehucht Spaarnwoude stuit je op een bijzonder mooi kerkje met een markante middeleeuwse toren. Het is de Stompe Toren. Loop er even heen, het is echt prachtig gerestaureerd.
Het kerkje kent een rijke geschiedenis. De toren dateert uit het begin van de dertiende eeuw. Tijdens het beleg van Haarlem, in 1573, staken de Spanjaarden het dorp in brand. De toren bleef behouden. In 1764 is het huidige kerkje tegen de toren aangebouwd, nadat het oude kerkje was bezweken onder een zware noorderstorm. In de twintigste eeuw hadden verschillende kunstenaars er hun atelier.
Loop even naar de buitenmuur aan de zuidkant. Hier is de ‘vaam’ – de afstand tussen de toppen van de middelvingers bij gespreide armen – aangegeven van de legendarische reus Klaas van Kieten uit de 13de eeuw. De teller staat op 2.69 meter. Sterke Klaas kwam op voor de zwakken. Dat is best wel sympathiek maar toch bezong Joost van den Vondel hem in een vers als: ‘De reus van Sparenwou, zoo onbeschoft als groot’.
En voor de Amsterdammers: Arnold Jan d'Ailly, burgemeester van de hoofdstad van 1946 tot 1956, ligt voor het kerkje begraven.
Deze wandeling heb ik gedaan op 1 maart 2013. De meest recente versie van routebeschrijving, kaartje en gps-track kun je (met een abonnement of tegen betaling) downloaden op Wandelzoekpagina.nl.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.