Vanaf de bekende pannenkoekenuitspanning Johanna’s Hof maak je een grote ronde door het mooiste deel van het Noordhollands Duinreservaat. De eerste helft is bosrijk: je wandelt over lanen met oude grove dennen en over kleine zandpaadjes door loofbossen. Deel twee voert je door weidse duinen met flink wat hoogteverschil en veel spiegelende meertjes.
Bij Johanna’s Hof vind je behalve veel parkeerplekken liefst drie ‘To go’s’: een mobiel espressobarretje, een Italiaanse ijscoman en een Hollandse patatboer. Het kan verkeren in coronatijden en het toont hoe populair dit gebied is voor wandel-, fiets-, hondenuitlaat-, paardrij- en hardloopuitjes. Als het straks weer mag, kunnen we op het riante terras koffie met appeltaart nuttigen.
Al snel trekt een aarden paadje me steeds dieper het bos in. En op deze mooie dag valt me op hoe stil het hier eigenlijk is. Verderop barst het wel van het leven, want op het eerste van de vele meertjes die je onderweg tegenkomt, voeren watervogels strijd om de lekkerste hapjes. Foerageren noemen ze dat ook wel. Een enorme aalscholver – mooi in al z’n lelijkheid – laat hoog in een boom z’n kletsnatte vleugels föhnen door de wind.
Je betreedt het Koningsbosch, vernoemd naar koning Willem I die in 1829 het gebied ter ontginning aankocht. De landbouwontginningen van destijds zijn nog steeds bepalend voor dit duingebied. De grote open velden rond de voormalige duinboerderijen De Brabantse Landbouw en Berwout waren vroeger akkers. Let ook op de grove dennen uit 1860, die duiden op pogingen om dit gebied te bebossen.
Mooi en afwisselend wandelen is het hier. Al is het niet wat je je bij duinen voorstelt, want het terrein is zo plat als een dubbeltje. Hier in de binnenduinrand kijk je af en toe uit over uitgestrekte bollenvelden die vanaf april zorgen voor een kleurexplosie van uitbundig bloeiende narcissen, blauwe druifjes, hyacinten en tulpen. Nu in de winter is het maar een kale bedoening.
Verderop zie je ook Egmond Binnen liggen, en de karakteristieke contouren van de Abdij van Egmond. Hier geen tulpenvelden, maar weides waar de Egmonders al eeuwenlang hun duinkoeien laten grazen. Dankzij de combinatie van eeuwenlange begrazing en kalkrijk kwelwater zijn deze graslanden erg bloemrijk: in juni zien ze rood en geel van de grote ratelaar en rietorchis.
Na nog wat rietgekraagde meertjes trekt de Zwarte Route toch ook de ‘echte’ duinen in. En dan wordt het gelijk flink klimmen. De Krim heet dit duingebied, waar vroeger helmplanters en andere arbeiders werkten. Omdat er geen wegen heenliepen en het een allejezus eind lopen was, noemden ze het destijds naar dat onherbergzame oord in Rusland.
Het landschap is prachtig, en hoge toppen schotelen je fantastische uitzichten voor. Met wat fantasie kun je je voorstellen dat dit gebied er 5.000 jaar geleden ook zo bij lag. Of dat een horde Noormannen met hun vikingschip op de kust bij Egmond landde om dorpelingen te beroven en dorpen te plunderen. Schijnt echt gebeurd te zijn, in de 9de eeuw.
De Schotse Hooglanders die je ziet lopen dragen bij aan dit oergevoel. Echt ruig zijn ze niet, eerder lief: ze zorgen ervoor dat het gebied niet dichtgroeit, doordat ze de struiken opeten. Zo krijgen de zeldzame planten een kans om te groeien. Je komt over het Doornvlak, genoemd naar de aanwezigheid van de vele duindoorns. Deze tocht heet niet voor niets Duindoornroute.
Als je weer naar het zuiden wandelt, volgt het mooiste deel van deze route. De duinen zijn hier bijzonder weids en de paden golven over de duinflanken en door de beboste dalen. Vanaf de topjes kun je de zee in de verte zien schemeren.
De route volgt de contouren van de ‘Wei van Brasser’, een kletsnat gebied met meertjes. Hier komt volgens de website van Vogelwerkgroep Midden-Kennemerland een indrukwekkende hoeveelheid vogelsoorten voor. Slobeend en tafeleend zwemmen vleugel aan vleugel met kuifeend en brilduiker. Dodaars, tureluur, grutto, bosruiter en de zeldzame grauwe franjepoot zijn hier te vinden. Verrekijker in de aanslag dus.
Dan trek je de dichte bossen weer in. Over mooie boslanen en kleine slingerpaadjes keer je terug naar het horecarijke beginpunt.
Deze route is voor de gemakswandelaar: je volgt simpelweg de zwarte driehoekjes op paaltjes. Reden waarom deze wandeling ook bekend staat als ‘De Zwarte Route’. Maar helemaal wandelend achteroverleunen gaat niet lukken: op essentiële kruispunten missen driehoekjes. Mocht de boswachter dit lezen: wandelaars zullen dankbaar zijn als je deze prachtige route eens naloopt met wat zwarte driehoekjes op zak.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.