Duinen, heide, strand en zee: een verleidelijke combinatie die je vindt op deze rondwandeling van Staatsbosbeheer. Via steile trappen klim je naar het hoogste punt van de Schoorlse Duinen. Na het betoverende uitzicht wandel je door bos en over uitgestrekte heidevelden. In de natte duinvalleien kun je de veldleeuwerik horen zingen.
Het Buitencentrum in Schoorl, startpunt van deze wandeling, is een bezoekje waard. Je vindt er veel informatie over de Schoorlse Duinen, kunt er hebbedingetjes uit de natuur kopen en niet onbelangrijk: ze hebben een café voor koffie met taart. Hier kun je je geestelijk voorbereiden op de forse klim waar deze tocht straks mee begint.
Die klim gaat over een hoge trap die je al van verre ziet oprijzen. Het lijkt alsof iemand een reuzenladder tegen het hoge duin heeft aangezet. Dichterbij blijkt hij minder steil dan gedacht. Toch vergt beklimming van de 416 treden wat van je conditie. Op de top volgt de beloning: tussen de dennenbomen krijgen we prachtig uitzicht, met in de diepte het Buitencentrum waar we net koffie dronken en daarachter een mix van bos en polders.
Als je die trap beklimt, zie je trouwens op elke trede een naambordje: honderden donateurs brachten het geld voor de trap bijeen en kregen als dank een vermelding. En zo klimmen we naar de hoogste duintop in de omgeving − 55 meter boven NAP − dankzij Midwinterhoorn blazersgroep ‘Van hakken komt blazen’, hardloopgroep ‘Diehards’ en ’t Vrouwtje van Catrijp.
Stijgend en dalend over mulle zandpaadjes trekken we langs de flank van een duin door naaldbos. In de diepte kijken we uit over een stuifduinvlakte, waar ze op deze fraaie vrijdag aan het picknicken zijn. Het zand in deze duinen is zeer kalkarm en daardoor zo wit dat het bijna pijn aan je ogen doet. Nog wat slingers door het bos brengen ons bij het Vogelmeer.
De langgerekte plas met een eilandje in het midden ligt ingebed tussen heidevelden, zandverstuivingen en duinhellingen, een fotogeniek plaatje. Het water staat hoog, zien we aan een verdronken zitbankje. Een natuurlijk meer is het niet: het is gegraven in 1963, als compensatie voor zandwinning elders in de Schoorlse Duinen. Het kraakheldere water borrelt op uit een enorme zoetwaterbel onder het duinzand.
Het meer is genoemd naar een kolonie meeuwen die hier hun jongen grootbrachten. Op het hoogtepunt broedden er bijna 10.000 paartjes, waaronder het grootste aantal stormmeeuwen (5.000) van West-Europa. De komst van de vos maakte korte metten met de meeuwen. Nu zien we alleen wat zwanen en een grote zilverreiger in de verte. In de omringende struiken nestelen in de lente roodborsttapuit, boomleeuwerik, graspieper en blauwborst. En op warme zomeravonden klinkt de ratelende roep van de rugstreeppad.
De eerste kilometers kwamen we nog families met kinderen tegen en rond het Vogelmeer zagen we wat wandelaars. Nu wordt het stiller en stiller op het pad dat de ene fraaie duinvallei na de andere doorkruist. Deze wandeling is het allermooist in heidetijd, zo rond half augustus, want de valleien zijn bekleed met heidetapijten. Maar ook in het staartje van de winter genieten we volop van de kleuraccenten van heide en helmgrassen en het heldere wit van stuifzand.
Het paadje maakt een ruime bocht rond een kletsnatte duinvallei. Hier zorgt de hoge waterstand voor nieuw gevormde vennetjes en drassige velden. De oude paden zijn volledig ondergelopen, maar gelukkig zijn hogerop nieuwe paadjes ontstaan. Een ruig gebied, desolaat maar betoverend mooi.
Op een duintopje genieten we van lunch en vergezichten. Hardlopers komen langs en diverse wandelkoppels, maar zelfs midden in de voorjaarsvakantie is het hier rustig te noemen. Een kilometer verder zien we vanaf een hoog duin voor het eerst de zee aan de horizon verschijnen. Even later klimmen we door het mulle zand naar een duinovergang en staan we op het brede strand.
Een strandwandeling volgt, maar die is sneller voorbij dan we wensen. Bij het staketsel van strandtent Paal 29 − pas weer te bezoeken vanaf 1 april − klimmen we de hoge duinenrij weer over. Een zandpaadje neemt ons mee door kletsnatte duinvalleien. Ooit kwamen die natte valleien hier van nature voor, maar in 2016 heeft Staatsbosbeheer de natuur een kontje gegeven. Ze groeven het duin af tot aan het grondwater, waardoor water in natte perioden weer aan de oppervlakte kan komen.
En dus kijken we uit over een gebied met vennetjes en ruige plas-dras-velden. Door de ligging vlak bij zee − met de invloed van zout water − komen andere plant- en diersoorten voor dan in de middenduinen. Hier vind je soorten als tandjesgras, parnassia en geelhartje. De bloemrijke vallei trekt ook libellen, bijen en sprinkhanen. Insecten die weer spekje voor het bekje/snaveltje van paapje en veldleeuwerik zijn.
We pakken paadjes door het zand en horen inderdaad, bevestigd door mijn Merlin Birdapp, het gezang van de veldleeuwerik. De mannetjes maken spectaculaire zangvluchten: ze klimmen wel 100 meter hoog waarna ze zich luid zingend in een glijvlucht storten en landen bij het vrouwtje van hun dromen. Een entree van jewelste.
Hun zang is zo mooi dat onze wandeling vleugels lijkt te krijgen. We wisselen nu bos af met heidevelden. Van al het klimmen over mulle zandpaden voelen we inmiddels onze kuiten. Op de 10 kilometer van deze route moet je je vooral niet verkijken. Gelukkig is het Buitencentrum nu niet ver meer.
Deze wandeling hebben we gedaan op vrijdag 21 februari 2025. De meest recente versie van routebeschrijving en kaartje kun je gratis downloaden op Staatsbosbeheer.nl. De route is overigens aangegeven met blauwe paaltjes.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.