Net als de Amsterdamse wijk De Pijp gaan ook Bos & Lommer en De Baarsjes mee in de vaart der volkeren. Vooral Bos & Lommer zit midden in de ‘transitie’ van achterstandswijk naar bruisende buurt. Op deze wandeling bruis je volop mee en kom je langs tal van plekken met een verhaal. Beleef BoLo in 10.000 stappen!
Als je jaren niet op het Bos & Lommerplein bent geweest, herken je het niet meer terug. Zelf liep ik er straal aan voorbij, uitkijkend naar dat wat rommelige maar wel gezellige plein vol stalletjes met verse groenten en vis, schreeuwende marktkooplui en winkelend publiek uit alle culturen die je maar kunt bedenken.
Maar nee, dit strak betegelde plein, omgeven door nieuwbouwwoningen plus de bekende winkelketens, dit is Bos & Lommerplein 2.0. Hart van stadsdeel Bos & Lommer, dat door studenten – die er goedkope woonruimte vonden – is omgedoopt tot BoLo.
En al rijzen de huizenprijzen ook hier de pan uit, de hippe term is slim opgepikt door het reclamebureau dat is ingezet om de buurt te promoten. De reclamejongens en -meisjes leveren geen half werk, en dus is het BoLo voor en BoLo na. We komen zelfs langs een BoLo-supermarkt, op weg naar het uiterste randje van de buurt, waarvoor we even een snelwegoprit moeten passeren.
Intussen kijken we uit op de Kolenkit, de bijnaam van de Opstandingskerk die in 1956 is gebouwd. En de klokkentoren heeft inderdaad de vorm van een kolenkit, een emmer waarmee je vroeger kolen uit het kolenhok naar de kachel sjouwde. De omliggende buurt is er ook naar genoemd: de Kolenkit-buurt.
Deze voorheen wat droevige buurt blijkt nu te sissen als bruistabletjes in de woestijn die opeens regen zien. En dat wordt allemaal poëtisch opgetekend door de KolenKIDS, een groep tienermeiden die onder begeleiding van schrijver Rashid Novaire hun Kolenkit-buurt in kleurrijke woorden proberen te vangen.
De wandelgids neemt ons mee door straten ‘in transitie’: aan de ene kant nieuwbouw, aan de andere kant nog de aloude flats die helemaal zo oud nog niet zijn: BoLo is opgetrokken tussen 1938 en 1958. De wijk is destijds vooral gebouwd voor grote gezinnen. In de jaren zeventig en tachtig trokken veel bewoners weg naar gemeenten als Purmerend en Almere. Voor hen in de plaats kwamen gastarbeiders, die – de naam zegt het al – tijdelijk zouden blijven. Veel arbeiders vestigden zich uiteindelijk permanent.
Je komt langs de plek waar tot 1940 boerderij Bos en Lommer stond – de wijk is er naar genoemd. Een speelplaatsje heeft z’n plek ingenomen. In de omliggende straten kun je goed de ‘open strokenbouw’ zien, waarbij flats in lange stroken zijn gebouwd in plaats van in gesloten woonblokken. Voordeel: de woningen vangen meer zon en alle benedenwoningen hebben een (piepklein) tuintje.
En alle groen is welkom in de buurt. Want in Bos & Lommer vind je niet veel bos en al even weinig lommer. Zo’n groene, lommerrijke buurt was aanvankelijk wel de opzet, maar de crisis in de jaren dertig gooide roet in het eten: het groen werd geschrapt, de woningen werden dichter op elkaar gepakt om de huren laag te houden.
Even verder kom je langs de Pniëlkerk. Z’n bijnaam – ‘het theelichtje’ – snap je direct als je hem ziet. Het is een van die zeventig Amsterdamse kerken die hun oorspronkelijke functie sinds 1970 hebben verloren. Het theelichtje huisvest tegenwoordig Podium Mozaïek, een populaire ontmoetingsplek in de buurt, met theater en café-restaurant.
Al die stenen verruil je nu voor het Erasmuspark, een Amsterdams stadspark dat populair is bij hondenbezitters, joggers en wandelaars. En bij jagers blijkbaar, want vlak bij het park zien we er eentje met z’n buit – twee levenloze ganzen – die hij draagt als boodschappentasjes. De ontwerpers zochten inspiratie bij de schilder Mondriaan, met een strak lijnenspel van grasvelden, bomenlanen en bosschages. Ook hier was geldgebrek de spelbreker en bleef het vooral bij een leuk idee.
Na de Lof der Zotheid-brug – genoemd naar een werk van filosoof Erasmus – wandel je door ‘The Miracle Garden’. Deze bloementuin is ontworpen door de Amsterdamse beeldend kunstenaar Elspeth Diederix. In de winter is het een kale bedoening, maar in andere jaargetijden vind je hier een bloemrijk plantsoen, waar mensen op bankjes zitten te mijmeren onder schaduwrijke blauwe regen.
BoLo laat je achter je en je wandelt stadsdeel De Baarsjes binnen, een wat oudere buurt die al eerder te maken kreeg met ‘gentrificatie’: de verandering die achterstandsbuurten doormaken doordat er steeds meer kapitaalkrachtige, jonge mensen komen wonen. Zelf ben ik er geboren en opgegroeid, maar de wandelgids vertelt me toch iets nieuws: de bouw van de wijk volgde de structuur van de weilanden en sloten die hier vroeger lagen. Daarom bestaat de buurt uit lange straten en lange bouwblokken. Op de Hoofdweg is dat duidelijk te zien.
Wat je daar ook goed kunt zien, is de Amsterdamse Schoolstijl die veel architecten hanteerden. De huizen hebben veel ornamenten en versieringen, niet alleen op de gevels, maar ook op kozijnen en portieken. Zelfs de nummerbordjes dragen de handtekening van de Amsterdamse School.
Dan staat het Mercatorplein op het program, een van de beroemde ontwerpen van Hendrik Berlage. Met de aanleg in 1925 gaf hij hier z’n visie op het fenomeen ‘plein’ als een soort huiskamer van de buurt. De duiven voelen zich er in ieder geval thuis. En let even op supermarkt Dirk van den Broek: de vader van de huidige Dirk bouwde hier in 1948 z’n melkwinkel om tot de eerste zelfbedieningswinkel van Amsterdam.
Je komt langs fraaie kerken die ook hier een andere functie hebben gekregen. En langs plekken die betekenis hadden in het verzet in de Tweede Wereldoorlog, zoals het huis waar in 1940 het eerste nummer van verzetsblad Vrij Nederland werd gedrukt.
Historie van een ander kaliber vind je verderop. Achter saaie geveltjes bestierde drugsbaron Klaas Bruinsma z’n onderwereld-imperium, samen met z’n partner Thea Moear, godmother van de Amsterdamse penoze. Bruinsma werd uiteindelijk geliquideerd, Moear is met ‘pensioen’.
Gemoedelijker wordt het aan de Slatuinenweg, een heerlijk dorps straatje met lage dijkhuizen die rond 1900 zijn gebouwd. De dalende klinkerstraat is een overblijfsel van het Slatuinenpad, waaraan vroeger groentetuinen lagen en dat destijds ook fungeerde als kerkenpad.
Nu pak je een lang traject langs het water van de Baarsjesweg. Het is een van de weinige overgebleven rafelrandjes van Amsterdam, met allerlei vage bedrijfspanden, in dit geval opvallend veel ondernemingen in dameskleding.
Op de kop van de Baarsjesweg kun je nog even genieten van het fraaie gebouw Het Sieraad, bij opening in 1924 het paradepaardje onder de scholen in Amsterdam-West. Van oorsprong was het een ambachtsschool, de huidige naam verwijst naar een latere periode toen hier de Vakschool voor Edelsmeden was gevestigd.
Verderop bij het Surinameplein spring je eenvoudig op de tram terug naar het BoLo-plein, of je loopt er in een half uurtje naartoe.
De volgende wandelroutes uit deze gids staan ook op Frankwandelt, volgens het bekende recept: een verhaaltje gelardeerd met foto’s.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.