Met het pontje varen naar Amsterdam-Noord is leuk. En al mijdt deze rondwandeling de saaie wijken van Noord niet, toch staan er ook highlights op het programma. De Buiksloterdijk bijvoorbeeld, dat met z’n 17de eeuwse houten huisjes op een idyllisch dorpje lijkt. Leuke tocht uit de wandelgids ‘Amsterdam in 10.000 stappen’.
In de donkere wintermaanden zijn wandelingen dicht bij huis welkom. Helemaal leuk als je onder het stappen onbekende wetenswaardigheden over je eigen stad krijgt opgedist door wandelgidsauteurs Hannah Bakx en Roos Hamelink. Net als bij hun route door de Plantage vertellen zij mooie verhalen over het grootste en dunst bevolkte stadsdeel van Amsterdam.
Dat begint al bij de start, de Pontsteiger in Amsterdam Noord. Wist jij bijvoorbeeld dat begin 15de eeuw de lijken van terechtgestelde misdadigers hingen te bungelen op een galgenveld aan het IJ? Waarschijnlijk wilde je dat ook niet weten. En kijk je liever omhoog, naar de waaghalzen die op schommels bungelen bovenop A’DAM Toren, het vroeger Shell-gebouw. Maar “voor Amsterdammers was een bezoek aan het galgenveld een vorm van amusement op zondagmiddag”, vertelt de wandelgids.
Luguber begin van je 10.000 stappen. Gezelliger wordt het verderop bij het oude Tolhuis, een fraai bakstenen gebouw uit 1859. In die tijd was het al een geliefde plek bij veel Amsterdammers die aan de – toen ook al – overvolle stad wilden ontsnappen. Met de stoompont staken ze het IJ over, voor een openluchtconcert in de grote Tolhuistuin.
Aan de drukte van de stad is bijna nergens meer te ontsnappen. Want ook in Amsterdam-Noord is het drukker dan ooit, met uitpuilende veerponten die de bezoekersstromen nog maar net kunnen bolwerken. Gelukkig wordt het verderop rustiger. Je steekt door de nauwe Willemssluis het Noordhollandsch Kanaal over. En kunt van hieruit mooi de op het IJ passerende schepen zien. Als ik er ben vaart net een enorm cruiseschip voorbij.
Sinds het midden van de 19de eeuw kreeg Noord langzaam de vorm die we nu kennen, waarbij steeds meer delen van het IJ werden drooggelegd. Industrie verplaatste zich naar Noord, zoals de Amsterdamse Droogdok Maatschappij en de BPM, de voorloper van het huidige Shell. De fabrieksarbeiders moesten natuurlijk ook ergens wonen, dus de ene wijk na de andere stampten ze uit de grond.
Aan de Meeuwenlaan passeer je fraaie villa’s, uiteraard niet gebouwd voor de arbeiders maar voor... de fabrieksbazen. Even later wandel je over een schelpenpaadje langs het water van het IJ dat je begeleidt met een heerlijk klotsend geluid. Je komt langs straten met namen die herinneren aan de tijd dat hier fabrieksarbeiders woonden: Smederij, Gieterij, Koperslagerij.
De wijk die je nu ziet, is echter van veel later datum, ontworpen door de Rotterdamse (!) architect Rem Koolhaas. Helaas met vuilgevoelige gevels, waardoor de wijk zelfs op zonnige dagen grauw oogt. Reden voor de bijnaam ‘Oostblok aan het IJ’. Toch hebben de bewoners fraai zicht op het weidse water.
Je wandelt de Vogelbuurt binnen, die met vrolijke vogelstraatnamen z’n saaiheid probeert te verhullen. Ook deze wijk werd gebouwd voor fabrieksarbeiders. De architecten keken hierbij naar de Engelse tuinsteden, met veel ruimte en groen. Heel anders dus dan de verpauperde arbeidersbuurten rond het stadscentrum. Voor kroegen was hier geen plek, wel voor verheffende activiteiten in theaters, kerken en buurthuizen.
De vrolijke vogelnamen, saaie stenen en stichtelijke woorden laat je achter je en je komt al snel bij het hoogtepunt van deze 10.000-stappen-tocht: de Buiksloterdijk. Een dijk met een fotogenieke rij houten en bakstenen huisjes voorzien van fraaie geveltjes.
Tot halverwege de 19de eeuw had je hier nog uitzicht over het IJ. De Buiksloterdijk bood bescherming tegen overstromingen van deze rivier. Buiksloot was toen nog een dorp, en de dijk waar je nu staat heette toen de Dorpsstraat. Dat dorpse karakter is nog steeds bewaard. Verderop kom je langs een fraai pand dat vroeger als wachtruimte diende voor de Waterlandse tram die van het IJ naar Edam reed.
Mooiste deel van deze dijk noemden ze in de 17de eeuw de ‘Kapiteinshemel’, een geliefde plek om neer te strijken voor gepensioneerde kapiteins van de Amsterdamse handelsvloot. De huizen hebben rijke versieringen en klokgevels die doen denken aan Amsterdamse grachtenpanden.
Even verder passeert de oudste kerk van Amsterdam Noord de revue. Kijk vooral even naar boven, waar op de torenspits geen haan prijkt, maar een zwaan, van oudsher het symbool van Waterland.
Dan wandel je Floradorp binnen, een van de tuindorpen van Noord waar begin 20ste eeuw gezinnen uit verkrotte Amsterdamse wijken een nieuw huis konden krijgen. Hier ging het om gezinnen met financiële en sociale problemen, die de gemeente met wat hulp tot beschaafde burgers wilde transformeren. Tot in de jaren 70 van de vorige eeuw bleef de gemeente probleemgezinnen naar Floradorp sturen, waardoor het imago van asodorp ontstond.
Alsof Floradorp dat imago graag wil bevestigen, zie ik in het ene straatje een man met een pitbull en in het volgende opgeschoten jongeren wiet roken bij hun brommertjes. Ook klinken eind november flinke vuurwerkknallen. Aan de andere kant van de balans staat een hecht gemeenschapsgevoel dat nog steeds volop heerst in Floradorp. En dat volgens de wandelgids bijvoorbeeld tot uiting komt tijdens de jaarlijkse kerstbomenfik waar de hele buurt aan meedoet.
Via Disteldorp, ooit gebouwd als tijdelijk dorp om de woningnood te lenigen, kom je in de Van der Pek-buurt, een voormalige arbeiderswijk waar veel hippies-van-nu zijn neergestreken. Na leuke winkeltjes en hippe uitspanningen komen al snel de schommels van A’DAM Toren weer in zicht, en dan is de veerpont nabij.
De volgende wandelroutes uit deze gids staan ook op Frankwandelt, volgens het bekende recept: een verhaaltje gelardeerd met foto’s.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.