Wandelvakantie in eigen land, is dat leuk? Wel als je dat doet in de meest buitenlandse provincie van Nederland: Limburg. En het prachtige Maas-Niederrheinpad neemt je ook nog eens mee de grens over naar Duitsland. We genieten/genießen volop van het gevarieerde landschap: ruige rivierduinen, uitgestrekte heide, hoogbejaarde bossen, bloemrijke beekdalen en nog veel meer.
Het Maas-Niederrheinpad is een nieuw grensoverschrijdend streekpad in Noord- en Midden-Limburg en Duitsland. Deze rondwandeling telt in totaal 342 kilometer. Wij lopen de noordelijke helft: van Venlo naar het Duitse stadje Geldern, zo’n 160 kilometer.
Wat een rust en ruimte vinden we hier, op de grens van Limburg en Noordrijn-Westfalen. Vanaf Venlo wandelen we noordwaarts door nationaal park De Maasduinen, 4500 hectare groot. Hier vind je de langste rivierduingordel van Nederland. Lang geleden zijn deze duinen uit de bedding van de Maas opgewaaid.
En tjonge wat zijn wij daar blij mee. Want we wandelen door een uiterst gevarieerd, ruig duinenlandschap. We klimmen en dalen over kronkelende zandpaadjes (zwaar lopen!) langs rietrijke vennen waar heidekikkers oorverdovend kwaken (zei ik dat het hier rustig was?). We dalen regelmatig af naar de machtige Maas met z’n begroeide, vogelrijke uiterwaarden. En doen schattige dorpjes aan.
Zoals het idyllische Maasdorpje Arcen. Hier verpozen we een verloren uurtje op de kademuur. En samen met ijsjes likkende toeristen turen we uit over de loom stromende Maas. De tijd lijkt langzamer te tikken, hier in het Limburgse achterland. Een antiek veerpontje vaart af en aan naar ‘rozendorp’ Lottum aan gene zijde van de Maas. Kinderen laten platte steentjes ketsen op het Maaswater. Verderop dobbert een zwanenpaar met 1-2-3-4-5 donzige kuikens in z’n kielzog. Soms is het leven toch echt wel vurrukkulluk.
Dan gaan we weer in de benen. En we komen langs het schitterende kasteel Arcen, uit 1653, met z’n bloem- en kruidenrijke kasteeltuinen. Het is een van de vele kastelen en kloosters waar het streekpad ons langsvoert.
Verder gaan we, over het immense landgoed De Hamert. Hier wordt het streekpad belachelijk mooi. De Gulle WandelGod heeft alles uit de kast getrokken om ons betoverend landschap voor te schotelen: hoge duinen, spiegelgladde vennen, immense bossen, fenomenale uitzichten over de Maas, een meanderend riviertje met duizelingwekkend hoge oevers. En wij stervelingen maar genieten alsof het de gewoonste zaak van de wereld is.
Op het hoogste punt dat luistert naar de passende naam De Dikkenberg kijken we nog één keer verlangend uit over het landschap dat we zojuist doorkruist hebben. Schaapjes in de diepte kijken terug zoals schapen dat doen: schaapachtig. En verder gaan we weer op het Maas-Niederrheinpad, waarvan ik steeds even de spelling moet checken, maar dit terzijde.
Voorbij het plaatsje Well komt het enorme Reindersmeer in zicht. De ruig begroeide oevers verbergen ontelbare zangvogels die we wel horen maar niet zien, de rotzakken. Een ganzenfamilie vliegt gakkend voor ons op, een zilverreiger kijkt verstoord om, alsof we er met zijn heidekikker vandoor willen.
Halverwege het meer treffen we waar we zo tegenop zagen: we moeten met een trekveer 100 meter water overbruggen. Op het fotootje in de gids zag dat er pittig uit. Gelukkig staan aan de overkant 4 medewandelaars die ons met 1283 omwentelingen van het draaiwiel naar zich toetrekken. Als dank draaien wij hen weer over. We zwaaien naar elkaar. Gezellig.
En zo rijgen de wandeldagen zich aaneen. We doorkruisen via houten vlonders kletsnatte natuurreservaten. Vergapen ons in oneindige bossen aan eeuwenoude eiken en beuken. Overleven een ven met de illustere naam Duivelskuil. En laten ons niet kisten door de onheilspellend klinkende Zwarte Heide.
De rondwandeling over de Mookerheide slaan we over – die is wel schitterend maar kennen we van andere dagtochten. En zo schrijden we voorbij Plasmolen – via een hoge klim over de Sint Jansberg – de grens over. En het streekpad verandert subiet van karakter.
Heeft Limburg iets rijks en intiems, het landschap waar we nu doorheen lopen is eenzamer, schraler ook. De natuur is er niet minder om. Kilometerslang wandelen we langs de bosrand van het immense Reichswald, wat niet alleen typisch Duits klinkt, maar ook oogt als een woud uit een Duits sprookje. Eeuwenoud, ondoordringbaar, gevaarlijk. Horen we daar wolvengehuil? Gelukkig kijken we voortdurend uit over het open natuurlandschap Koningsven waar geruststellende paarden grazen.
En waar we in Limburg elke dag meerdere keren ons buikje konden vullen bij een gezellig boscafé of een relaxte uitspanning met terras, is dat nu opeens een probleem. Door het eerste koffiekopje op de kaart (bij Grünewald) kunnen we een dikke vette streep halen, want dat café is ter ziele. Met knorrende magen wijken we bij het dorpje Kessel af van de route. Om 3 gesloten restaurants te treffen.
We schuilen voor dreigende Duitse regen in een tochtig bushokje. Verkleumd eten we een ingedeukt kadetje, achterovergedrukt bij een hotelontbijt, en een inmiddels zwaar verkruimelde koek van m’n moeder. “Leuk hè, vakantie?” zeggen we tegen elkaar. Een paar kilometer verderop, in het mooie klooster Gut Gräfelthal, serveren ze overigens kleine gerechten in het kasteelcafé. Komt goed uit, want inmiddels komt het met zware bakken uit de hemel.
Dagenlang staat nu De Niers in de spotlights. Elke dag wandelen we lange stukken langs dit rustig kabbelende riviertje. We zwaaien naar kanoërs die zich loom laten meedrijven op de stroming. De Niers is mooi, de rietrijke oevers herbergen vrolijk kwetterende rietzangers. Maar zo mooi als de Maasduinen wordt het niet meer.
Dan logeren we in het prachtige Kevelaer, een bekende Maria-bedevaartsplaats die ooit deel uitmaakte van Nederland. Sinds 1642 vereren ze hier een afbeelding van de Maagd Maria. In 1647 erkende de Kerk acht genezingen als wonderbaarlijk. Zo’n 800.000 katholieken pelgrimeren daarom jaarlijks naar dit genadebeeld, dat in het Latijn bekendstaat als de Consolatrix Afflictorum: ‘Troosteres der Bedroefden’.
Bedroefd zijn we geenszins, we zijn juist opgetogen, want het is een ontzettend mooi plaatsje. Vooral het centrum is sprookjesachtig, met z’n indrukwekkende Mariabasiliek en de opvallende Genadekapel. We vergapen ons aan het enorme aantal brandende kaarsen in de ‘Kaarsenkapel’.
En zo krijgt onze wandelvakantie nog een heilig tintje ook. Volgend jaar de tweede helft van het Maas-Niederrheinpad? Zeker weten!
Bekijk dit streekpad op Wandelnet >>
De prachtig uitgegeven routegids is onmisbaar. Je vindt er kaarten en routebeschrijvingen. De gids bevat ook info over horeca en OV langs de route, achtergrondverhalen en mooie foto’s. Vakantievoorpret gegarandeerd.
Overgeslagen, sorry
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.