Op deze zonovergoten maar koude maartse dag pakken we het Maarten van Rossumpad weer op. Van het dijkdorpje Oud-Empel langs de Maas lopen we een prachtig stuk naar Rossum. Brede rivieren, knotwilgen, sluisjes, een veerpontje, een zalig dorpje en een echte heilige. Dat vat deze mooie wandeling wel zo'n beetje samen.
Rokjesdag is bekend: de eerste dag in de lente dat vrouwen massaal besluiten een rokje aan te trekken. Maar je hebt ook het minder bekende wielrenbroekjesdag: opeens zie je overal, vanuit het niets, groepjes stoere mannen op racefietsen die je met een ontiegelijke snelheid bijna van je wandelsokken rijden. Zo'n dag is het vandaag. Misschien kunnen ze daar ook eens een film over maken? Of klinkt dat niet zo sexy, wielrenbroekjesdag?
Deze etappe van het Maarten van Rossumpad begint direct leuk: je loopt door het mooie dijkdorpje Oud-Empel (met horeca, mocht je koffieverslaving opspelen) en daarna steven je af op de heerlijke uiterwaarden van de Maas. Aangenaam wandelen.
De Koornwaard en de Empelse Waard heten de natuurgebieden waar je doorheen loopt. In lente en zomer kun je er een bonte verzameling zeldzame planten treffen, zoals Sikkelklaver, Geoorde zuring en Zandwolfsmelk. Zeven soorten vleermuizen zijn hier ook van de partij. En let even op de flinke 'wielen' die je tegenkomt langs de dijk: ronde meertjes die getuigen van de vele dijkdoorbraken in het verleden.
Verderop blijf je langs de Maas lopen, maar nu stamp je over het asfalt van de hoge dijk zelf. De uitzichten op het rivierenlandschap zijn prachtig en immens weids. Maar hier heb je dus al die racemannen-met-zeemleren-lappen-in-hun-kruis die over de dijk zoeven. En auto's. En groepen brullende motormuizen.
Dan duik je de uiterwaarden weer in en beland je in het andere uiterste van het wandelspectrum: over een modderig en door koeien vertrapt pad dat je arme enkels geselt, strompel je 2 kilometer richting het pontje 'Alem, Maren, Kessel', een van de vijf Maaspontjes die het geïsoleerde gebied van de Bommelerwaard ontsluiten.
De polders waar je doorheen loopt dienden eeuwenlang als waterberging. Als Maas en Waal het overvloedige water niet konden afvoeren, liep het over de lage dijk van de Beerse Overlaat de polders in. Zo werden de steden stroomafwaarts gespaard. In 1942 werd de Beerse Overlaat afgesloten.
Het pontje zet je voor 80 cent de rivier over en verder gaat het, nu langs de andere kant van de rivier, met zicht op een handvol kerktorentjes aan de horizon. Over een bijzonder mooi door knotwilgen geflankeerd paadje langs het water wandel je richting het dorpje Alem, gelegen langs oude Maasarmen.
Alem zelf is ook al stokoud. Het werd voor het eerst genoemd in 1107, toen het nog Alaheim heette. In de begintijd was het dorp in handen van graaf Duras. Zijn beeldschone dochter Odrada had bijzondere gaven en is later heilig verklaard. Ze is beschermheilige tegen veeziekten, hondsdolheid en slecht weer - een nogal bijzondere combinatie. In het voormalig Nederlands Hervormde kerkje uit de 18e eeuw is het Dakpannenmuseum gevestigd.
Vroeger lag Alem overigens aan de zuidelijke, Brabantse kant van de Maas. Doordat de rivier rond 1935 werd gekanaliseerd, kwam Alem opeens op de noordelijke, Gelderse oever te liggen. Sindsdien hoort Alem bij de Gelderse gemeente Maasdriel. Maar de bewoners koesteren nog steeds hun Brabantse wortels. Ons valt vooral op dat het prachtige dorpje een on-Nederlandse, bijna Franse sfeer uitstraalt.
Dus nu wandelen we opeens in Gelderland. Na een mooi haventje moeten we een supersmal voetgangerssluisje door. Het Maarten van Rossumpad is blijkbaar niet bedoeld voor mensen-met-wat-extra-pondjes. Wij kunnen er nog net door, maar veel scheelt het niet.
Vlak daarna belanden we op een industrieterrein met grote baksteenfabrieken plus een enorm raamloos gebouw van golfplaten met een schoorsteen waar ook op deze zondag vuile rook uit opkringelt terwijl uit de ingewanden ongedefinieerde geluiden opklinken. Verder is er geen kip te bekennen. Creepy.
Langs een romaanse tufstenen kerktoren uit de twaalfde eeuw val je het authentieke dorpje Rossum binnen. Niet heel verrassend: hier is Maarten van Rossum geboren en getogen in Slot Rossum, een kasteel uit de 11de eeuw. Het kasteel is bij brand in de 16de eeuw volledig verwoest. Op de plek van het kasteel staat nu een opvallend wit landhuis in neo-tudor stijl te stralen.
Nu heb ik nog een lugubere uitsmijter. Na zijn dood lag Maarten van Rossum in de kerk waar je zojuist langskwam. Maar zijn graf werd geplunderd door de Spanjaarden. Maartens gebeente werd naar de St. Jan in Den Bosch gebracht, maar er is nooit iets van teruggevonden. Zijn schedel belandde na omzwervingen in het gemeentemuseum van Arnhem. Na de Slag bij Arnhem in 1944 is ook Maartens schedel spoorloos verdwenen. Sorry dat ik dit deel, maar anders blijft die schedel door m'n hoofd spoken.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.