Tussen Wijk bij Duurstede en Lienden wandel je 21 kilometer lang over asfalt. Daarbij geniet je weliswaar van weidse uitzichten over de Rijn en z’n uiterwaarden. Maar dat genot moet je delen met motorrijders die groepsgewijs over de Rijnbandijk brullen. Veel saaie kilometers zijn er ook. Kortom: geen schoonheidsprijs voor deze etappe.
Het startpunt volgens de indeling van Wandelnet ligt in Rijswijk, een minidorpje onder de rook van Wijk bij Duurstede, waar de Romeinen rond het jaar 50 hun Castellum Levefanum bouwden. Een onlogisch startpunt: vanaf Amsterdam is de reistijd ruim tweeënhalf uur. Veel beter start je daarom in Wijk bij Duurstede, waarbij je die reistijd meer dan halveert. Bijkomend voordeel: je pakt in het begin nog een hoogtepunt mee. En daar grossiert deze etappe verder beslist niet in.
Het is een hoogtepunt van jewelste: de historische binnenstad van Wijk bij Duurstede en vooral het 13de eeuwse Slot Duurstede, gelegen op een sprookjesachtig kasteeleiland vol hoge eiken en beuken en compleet met slotgracht en ophaalbrug.
Slot Duurstede heeft de tand des tijds zeker niet ongeschonden doorstaan: het is flink gehavend. Misschien diende het sfeervolle kasteel juist om die reden als decor voor tal van films en tv-series, zoals De Diamant van Bassie & Adriaan. En zoals zoveel kastelen kun je Slot Duurstede tegenwoordig afhuren voor je ‘event’.
Mijn event van vandaag vervolgt met een vaartochtje, want je gaat hier de Nederrijn over met ‘t Wijkse Veer. Vergeet niet wat muntjes mee te nemen voor de overtocht (in 2022: 60 cent). Aan gene zijde pak je de Rijnbandijk, een asfaltweg over een hooggelegen dijk die goede diensten bewijst om de Nederrijn in toom te houden bij hoog water.
En dan begint je tocht van vele asfaltkilometers. Mijn eerste kilometers zijn nog lekker rustig. Met af en toe wat e-bikende ouderen die al groetend passeren. En groepjes racefietsende middelbare mannen die kreten naar elkaar slaken. Maar dan begint waar ik al voor vreesde: grote groepen motorrijders die over de smalle dijk sjezen, met bijbehorend motorgebrul. Eén keer snelt een groep van zeker honderd motoren me voorbij.
En dan zijn het akelige kilometers, ondanks de fraaie vergezichten over de uiterwaarden van de Nederrijn die er vredig bijliggen. Verderop komt de rivier zelf ook in zicht, en het Eiland van Maurik. Dat klinkt weliswaar leuk, maar in de praktijk is het een immens watersportgebied en een “outdoor resort voor (bedrijfs)festivals tot 5000 bezoekers”. Toch heeft het wel iets van een subtropisch bounty-eiland als je door je oogharen kijkt.
Af en toe verlaat je de Rijnbandijk voor een stiller stuk door het achterland. Motoren tref je hier gelukkig niet, maar mooier wordt het er niet op. Je wandelt door het saaie landschap van de Betuwe, met maisvelden en eindeloze fruitboomgaarden. Ongetwijfeld zijn de uitzichten hier vrolijker in fruitbloesemtijd (april/mei), maar in de zomer valt hier weinig te genieten.
Genoeg geklaagd, want verderop worden de uiterwaarden fraaier en fraaier. Een groep koeien staat eerst met de koppen tegen elkaar te overleggen. Dan besluiten ze mij een oud-Hollands tafereeltje voor te schotelen: een landschapsschilderij waarbij ze de hoofdrol voor zichzelf opeisen, en bijrollen geven aan de glinsterende rivier en Kasteel Amerongen in de verre bosrand. Niets meer aan doen.
Aan de overkant van de rivier, die je nu steeds dichter nadert, lonkt trouwens nog iets moois: de donkergroene stuwwal van de Utrechtse Heuvelrug. Waarom loopt deze etappe eigenlijk niet daaroverheen? Het is daar zoveel mooier, met veel onverharde paden en panoramische uitzichten. En je loopt daar weliswaar niet over de Romeinse Limes, maar je bent er wel vlakbij en je hebt er voortdurend uitzicht op. Het is maar een ideetje.
Dat zou gelijk nog een euvel oplossen: deze etappe van het Romeinse Limespad is tussen Rijswijk en Lienden een exacte kopie van etappe 6 van het Maarten van Rossumpad.
Veel Romeinen kom je toch al niet tegen vandaag. Hoewel hier wel resten van Romeinse nederzettingen en castella zijn gevonden, bijvoorbeeld van Castellum Manaricium bij Maurik. De Romeinen bouwden ze op de hooggelegen stroomruggen langs de Rijn. Want ook in die tijd overstroomde de rivier regelmatig waarbij de laaggelegen Betuwe veranderde in één groot meer.
Om overstromingen in onze tijd te keren zijn de uiterwaarden uitgegraven en verbreed en zijn de dijken verhoogd. De rivier heeft zo meer armslag om buiten z’n oevers te treden. Bijkomend voordeel: door de dynamiek van het stromende water ontstaan geulen, moerassen en plassen. Nieuwe natuur die allerlei soorten planten en dieren aantrekt.
Richting Lienden verruil je de Rijnbandijk voor een aardiger (asfalt)fietspad dat door het landschap slingert. De kerk van Lienden doemt fraai op tussen de fruitboomgaarden. En zo eindigt deze tegenvallende etappe niet in mineur.
Sterker nog: je stuit op een goudschat. Dorpelingen hebben met metaaldetectoren in een van die boomgaarden namelijk gouden Romeinse munten gevonden, begraven vlak voor de definitieve val van het West-Romeinse rijk in 476. Overigens zijn in diezelfde boomgaard drie keer eerder gouden munten gevonden. Dus mocht je nog een metaaldetector in de kast hebben liggen...
Op deze 275 kilometer lange route kom je langs gereconstrueerde wachttorens en castella. En je kunt de opgegraven artefacten bewonderen in musea zoals het Rijkmuseum voor Oudheden in Leiden en Het Valkhof in Nijmegen. Bekijk mijn overzicht van de etappes die ik gelopen heb.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.