Deze etappe van het Romeinse Limespad start veelbelovend. Je wandelt door de levendige straatjes rond de Utrechtse Dom en langs de Oude Gracht. Maar dan krijg je vele kilometers snelwegen, spoorlijnen en ander lelijks binnen zicht- en hoorbereik. Dat duurt lang, te lang. Gelukkig poetsen Fort bij Vechten, Kasteel Rhijnauwen en Kromme Rijn je wandelhumeur weer wat op.
Over humeur gesproken: van Utrechts CS en omgeving raakte het mijne vroeger danig in mineur. In de onoverzichtelijke hal was het eenvoudig verdwalen, helemaal als je per ongeluk in het aanpalende Hoog Catharijne verzeild raakte. Het CS heeft een facelift ondergaan en biedt nu een compleet andere ervaring. Een open, lichte, prettige stationshal waar je makkelijk je weg kunt vinden.
Als je het station uitloopt, kijk dan even naar boven, naar het Bollendak. Een bijzondere overkapping met 49 glazen bollen, die al bijnamen kreeg als ‘Honingraat’ en ‘Koffiebekerhouder’. Het ontwerp is van Joost Ector, die ook tekende voor de fietsenstalling onder het station, de grootste ter wereld met plaats voor 12.500 fietsen.
Je wandelt de binnenstad van Utrecht in, via oude straatjes. De Dom komt in zicht, die vandaag helaas compleet in de steigers staat. Met een hoogte van 112 meter is dit de hoogste kerktoren van Nederland. Soms kun je hem beklimmen, maar je kunt tegenwoordig ook ondergronds. Daarbij ga je op ontdekkingstocht langs de 2000 jaar oude geschiedenis van Utrecht, en kun je ook zomaar op een Romein stuiten.
Het weer is (eindelijk!) veel te mooi voor donkere krochten. Liever wandel ik verder over de Oude Gracht, met z’n werven en werfkelders, z’n monumentale grachtenpanden en fotogenieke boogbruggetjes. Je loopt een flink stuk langs deze twee kilometer lange gracht die Kromme Rijn en Vecht met elkaar verbindt. Een heerlijk stuk en ik raad je aan nu volop te genieten…
… want nu volgt een traject van veel lager allooi. Eerst een saaie drukke weg langs de langs de Vaartsche Rijn, met als goedmaker de Eerste Nederlandsche Fabriek van Gereedschappen. Dan beginnen lange kilometers waarbij je snelwegen hoort en ziet. Je gaat er drie keer onderdoor of overheen. Je kruist spoorlijnen. En het landschap is zoals je kunt verwachten bij snelwegen: een potpourri van rommelig groen, af- en uitritten, distributiecentra en bedrijfsterreinen, reclamezuilen en elektriciteitsmasten.
Een aardig abelen-laantje vrolijkt wat op. Dan werpt Fort bij Vechten een flinke reddingsboei. Hoewel het pal tegen snelweg A12 ligt, is het fort indrukwekkend. Een historische plek die honderden jaren onderdeel was van de grens van het Romeinse Rijk, de Limes. Reden was de strategische ligging, vlakbij Rijn en Vecht. Daarom bouwden de Romeinen hier ruim 2000 jaar geleden een castellum: Fectio, naar de inheemse naam Vecht.
Met Fectio als uitvalsbasis probeerden Romeinse garnizoenen gebieden ten noorden en oosten van de Rijn te veroveren. Ze kregen echter geen poot aan de grond, en halverwege de eerste eeuw gooiden ze de handdoek in de ring. Ze richtten zich op het versterken van de zuidelijke Rijnoever als grens van het Romeinse Rijk. Met Fectio als een van hun belangrijkste forten.
Van het Romeinse Fectio zie je alleen de contouren. Het huidige fort ligt er pal naast en is gebouwd rond 1870 als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De route volgt het weggetje langs het Waterliniemuseum. Maar maak vooral ook even een rondje: graspaden leiden je langs fortgrachten, bastions en andere verdedigingswerken. Tegenwoordig is op het fort veel aandacht voor bijzondere flora en fauna, waaronder zes soorten vleermuizen, ringslangen en een complete vossenfamilie.
Nog eenmaal ga je een lawaaiige snelweg onderdoor. Dan wordt het stap voor stap stiller. En als bij toverslag knapt het landschap ook flink op. Het Bunkerpad langs – hoe kan het ook anders – vele bunkers leidt je naar Kasteel Rhijnauwen, een idyllische plek langs de Kromme Rijn. Mocht je nog energie over hebben, wandel dan van de route af naar Fort Rhijnauwen, het grootste fort van Nederland.
Kasteel Rhijnauwen is overigens geen echt kasteel, maar statig is het 18de eeuws landhuis wel. Bij het even bezienswaardige poortgebouw heb je een lekker terras. De laatste kilometers voeren over het jaagpad langs de Kromme Rijn. Kabbelend water, dobberende watervogels. Monumentale bomen in de weilanden langs het pad, een oude rietgedekte boerderij op de andere oever. Als je niet oppast raak je nog in een goede stemming.
In Bunnik wandel je door de Dorpsstraat naar het station. Neem pal naast die straat nog even een kijkje bij de pittoreske Oude Kerk uit de 12de of 13de eeuw en het raadhuis ernaast, een rijksmonument.
Vraag je je overigens af waarom Wandelnet een andere etappe-indeling hanteert dan ik? Dat vraag ik me ook af. De etappes die je op Wandelnet vindt, hebben vaak geen handig start- en eindpunt. Neem deze etappe. Volg je Wandelnet, dan start je bij een bushalte een paar kilometer voor Utrecht CS. Om te eindigen bij een bushalte een paar kilometer voor station Bunnik. Merkwaardig.
Op deze 275 kilometer lange route kom je langs gereconstrueerde wachttorens en castella. En je kunt de opgegraven artefacten bewonderen in musea zoals het Rijkmuseum voor Oudheden in Leiden en Het Valkhof in Nijmegen. Bekijk mijn overzicht van de etappes die ik gelopen heb.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.