Vandaag lopen we de tweede etappe van het Romeinse Limespad. En direct blijkt deze al veel leuker dan de tegenvallende etappe 1. En dat is grotendeels op het conto te schrijven van de heerlijke oude binnenstad van Leiden. Maar ook het jaagpad langs de Oude Rijn en de weidse polders bij Zoeterwoude zijn niet te versmaden.
En gelijk krijg je van mij een gratis tip: zorg voor goed waterdicht schoeisel. In de Leidse binnenstad heb je die niet nodig, maar in die polders krijg je zompige graszoden onder je schoenzolen. Heeft het geregend, dan hou je het anders zeker niet droog.
Het was nogal een gepuzzel, deze tweede etappe. De gids geeft geen etappe-indeling en laat het je lekker zelf uitzoeken. In dat soort gevallen kun je altijd terugvallen op Wandelnet.nl, die voor alle langeafstandspaden etappe-suggesties doet. Maar rond Leiden zijn de voorgestelde etappes onlogisch.
Want neem nou de officiële etappe 2 van Wandelnet. Die loopt van Leidsche Hout naar Lammebrug en telt maar 12 kilometer. Om in Leidsche Hout te komen moet je vanaf Leiden Centraal de bus nemen. En dan loop je in ongeveer een kilometer... weer terug naar het station. Dat is toch merkwaardig?
Slim als we zijn besluiten we een oninteressant ministukje van het Limespad te schrappen, op Leiden Centraal te starten en vervolgens de officiële etappes 2 en 3 (ook maar 12 kilometer) samen te voegen. In totaal ongeveer 20 kilometer, heel goed te doen.
Maar goed, we gaan beginnen! En dat begin is gelijk een schot in de roos, want al snel wandelen we de binnenstad van Leiden in. En die is geweldig mooi: oude straatjes, statige herenhuizen, middeleeuwse stadspoorten en grachten met hoge bruggetjes. In het tempo van een slak wandelen we rond en we kijken onze ogen uit.
Veel Romeinen komen we niet tegen, maar wel kuieren we over de allerbekendste gracht van Leiden: Rapenburg. Op deze gracht vind je veel statige panden. In één daarvan heeft de grote filosoof René Descartes rond 1640 gewoond (Rapenburg 21), bekend van z’n uitspraak ‘Ik denk dus ik ben’.
Wie hier ook was (en dacht): Koning Willem-Alexander, die z’n studententijd in Leiden doorbracht en op nummer 116 woonde. Ongetwijfeld deed hij z’n bijnaam Prins Pils hier eer aan. Z’n moeder, prinses Beatrix, heeft hier overigens ook nog gewoond (Rapenburg 45).
Op Rapenburg vind je ook het Rijksmuseum van Oudheden: een topmuseum als je geïnteresseerd bent in de Romeinse geschiedenis (en dat ben je). Zo hebben ze een enorme verzameling fibulae: Romeinse kledingspelden. Soldaten zetten er hun mantels mee vast, vrouwen hun jurken. Ook de enorme Hortus Botanicus Leiden is op Rapenburg gevestigd. Vanwege de lengte van onze etappe hebben we daar allemaal geen tijd voor, maar we komen zeker nog een keer terug. Wát een prachtige stad!
Verderop wordt het nog leuker als we de Leidse Burcht beklimmen. Echt even doen, want je wordt getrakteerd op een geweldig uitzicht op de Leidse binnenstad. Het is ook een van de oudste burchten van Nederland, al stamt hij natuurlijk niet uit de klassieke oudheid maar uit het jaar 1150. Het ronde bouwwerk met kantelen en een borstwering staat fier overeind op een ‘motte’, een door mensenhanden opgeworven heuvel die ouder is dan Leiden zelf. Je kunt hem betreden door een zandstenen poort en een ‘uitzichtsrondje’ lopen.
Na al dat getreuzel moeten we er even flink de sokken inzetten want ook op deze spatheldere winterdag is het vroeg donker. Dus in een straf Romeins marstempo wandelen we de binnenstad uit langs het Veerhuis. En we jagen verder over het leuke Utrechtse Jaagpad langs de Nieuwe Rijn en later der Oude Rijn.
We maken een flinke omweg door niet bijster fotogenieke buurten. Doorkruisen Park Matilo waar we een nogal deprimerende replica van een Romeins castellum vinden, en waar vooral veel blaffende canes rondlopen. En slaan bij de Lammebrug af richting Zoeterwoude, waar we een kat spotten met de mooiste ogen ter wereld.
Hier langs de dorpsrand is het uitzicht weliswaar weids, maar niet al te spectaculair. En de A4 aan de einder maakt weliswaar zeegeluiden, maar het is en blijft een lelijke snelweg. Na een aaneenschakeling van asfaltwegen en verharde paden komt eindelijk iets onverhards in zicht: de polders tussen Zoeterwoude en Hazerswoude.
Het contrast kan niet groter zijn, want het laatste gedeelte van onze etappe voert ons dwars door die supernatte polders. We zien wat oude molens staan, die nog maalvaardig schijnen te zijn. En denken direct: kan iemand die molens niet even aanzetten? Vette modder zuigt aan onze vibramzolen, terwijl we tussen al dat nats via wankele bruggetjes donkere slootjes over moeten. Leuk is het wel en we houden wel van wat avontuur, maar we sjouwen kluiten aarde mee naar huis.
Dat avontuur ook te gortig kan worden, lezen we in de trein terug op Nos.nl. Een wandelvrouw had ter hoogte van Zoeterwoude – vlak bij ons Limespad – een verkeerde afslag genomen en was weggezakt in de zompige modder. Vijf stoere brandweermannen hebben haar uit haar benarde positie bevrijd. Op de volgende etappe nemen we voor de zekerheid een brandweerman mee.
Op deze 275 kilometer lange route kom je langs gereconstrueerde wachttorens en castella. En je kunt de opgegraven artefacten bewonderen in musea zoals het Rijkmuseum voor Oudheden in Leiden en Het Valkhof in Nijmegen. Bekijk mijn overzicht van de etappes die ik gelopen heb.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.