Het Romeinse Limespad mag uitgeroepen zijn tot ‘Wandelroute van het jaar 2019’, deze etappe roep ik uit tot ‘Lelijkste Wandelroute van het jaar 2022’. En van alle jaren daarvoor. Tussen Arnhem en Bemmel wandel je – vrijwel uitsluitend over asfalt – door een landschap gevuld met horizonvervuiling, bebouwing, snelwegen en spoorlijnen. Lichtpuntje in deze wandelduisternis: de fraaie Grote Kerk van Elst waar ooit een Gallo-Romeinse tempel stond.
Lelijk starten is het niet. Bij restaurant de Steenen Camer – zo vroeg op deze maandag nog gesloten – wandel je over rustige fietspaden langs fruitboomgaarden en door een parkachtige omgeving met vijvers en wat bos. Verderop stap je weliswaar over een asfaltweg, maar je krijgt fraai zicht over weilanden met koeien en heel in de verte de kerk van Elst.
Mooier wordt het er gaandeweg niet op. Je passeert voetbalvelden, een zuiveringsinstallatie en hoogspanningsleidingen, gaat graffity-tunneltjes onderdoor en kijkt uit over rommelig landschap doorsneden door autowegen. Zoom je in op de verte, dan lonkt daar de beboste stuwwal tussen Rhenen en Arnhem. Waar het wel mooi wandelen is.
Asfaltstappen leiden langs woonbuurten, pas opgeleverde nieuwbouw in vrolijke kleurtjes en braakliggende bouwgronden. Wat afleiding biedt een groepje roestige beelden van Romeinse soldaten en een door ossen getrokken kar. Hier ontdekten archeologen dat de Grote Molenweg, de autoweg onder je voeten, precies samenvalt met de loop van een Romeinse weg. En dus wandel je hier in de sandaalsporen van Romeinse legionairs, hoewel ze bedekt zijn door een dikke plak asfalt.
Dat asfalt verlaat je ook niet in Park Lingezegen dat je nu betreedt, een nieuw aangelegd landschapspark tussen Arnhem en Nijmegen. Hier wandel je over het Romeinse Lint, een verhoogd pad op de plek waar in de Romeinse tijd de Rijn stroomde. Een leuk gegeven, maar het brede betonplatenpad voert je kilometers lang door tamelijk saai landschap.
Op deze warme nazomerdag is schaduw ver te zoeken langs het Romeinse Lint. Die vind ik gelukkig wel op een perfecte plek voor een lunch: de Santackergaard. Een rustig en schaduwrijk ‘voedselbos’, met een bankje tussen druivenranken, frambozenstruiken en pruimenbomen. Waarvan je – met officiële permissie – mag snoepen zoveel je wilt. Een lichtpuntje op een tot nog toe flink tegenvallende etappe.
Het dorp Elst biedt even later het enige echte hoogtepunt van deze etappe: de Grote Kerk die vijftien meter hoog oprijst tussen monumentale bomen, waaronder een Japanse notenboom (Ginkgo biloba) uit 1880. Die fraaie kerk weerspiegelt hoe indrukwekkend de Gallo-Romeinse tempel moet zijn geweest die op deze plek stond. Want die was waarschijnlijk even hoog en was destijds ook een van de grootste tempels ten noorden van de Alpen.
Elst was in de Romeinse tijd sowieso een belangrijk religieus centrum. Er stonden liefst drie tempels en ook nog een Romeins badhuis. Daarover fantaserend wandel ik door niet al te inspirerende woonwijken, opgevrolijkt door De Appeleter, een groot bronzen beeld van een zittend mannetje dat een appel eet. De route gaat een spoorlijn onderdoor voor nog minder inspirerende wijken. En dan blijkt even verder dat het ergste nog moet komen.
De etappe gaat snelweg A325 over, waar het een lange aanloop door bedrijventerreinen voor nodig heeft. En loopt vervolgens kilometers lang parallel aan de snelweg. Die hoor en zie je de hele tijd. Het ‘Vierdaagsebos’ – een grootse benaming voor wat niet meer is dan een houtwalletje – doet een vruchteloze poging om dat ter verhullen. Verderop ga je een andere snelweg onderdoor.
Om m’n dag te redden, luister ik wandelend naar de podcast ‘Terug naar de oerknal’ van Govert Schilling. Die oerknal vond 13.8 miljard jaar geleden plaats. En als je je die tijd voorstelt als 14 dikke boeken van elk 1000 pagina’s, zoals Govert me leert, dan komt de mensheid pas halverwege de allerlaatste pagina van het allerlaatste boek om de hoek kijken. Dat relativeert deze verloren dag flink. Al blijft dit een etappe die voor een total make-over in aanmerking komt.
Dat er ook in het ondermaanse genoeg mysteries te vinden zijn, bewijzen de reacties op deze etappe op Wandelnet.nl. Zo geeft Annemieke een 5-sterren-recensie: “Prachtig weer en een geweldige mooie wandeling. Door natuurgebieden. Inderdaad veel asfalt maar dat doet niet af aan de omgeving. Je moet er oog voor hebben.”
Op deze 275 kilometer lange route kom je langs gereconstrueerde wachttorens en castella. En je kunt de opgegraven artefacten bewonderen in musea zoals het Rijkmuseum voor Oudheden in Leiden en Het Valkhof in Nijmegen. Bekijk mijn overzicht van de etappes die ik gelopen heb.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.