Onverwacht leuke etappe met water en wildernis op het program. Je wandelt langs de lommerrijke oevers van de Sloterplas en de Nieuwe Meer. En je worstelt je door het groen van stille, afgelegen parken. Sloten biedt een ouderwets dorps gevoel, inclusief molen én het kleinste politiebureau van Nederland.
Dit is etappe 7 uit de wandelgids ‘Buiten de binnenstad van Amsterdam’. In deze gids beschrijft routemaker Alex Buis een langeafstandswandeling van 227 kilometer in 14 etappes. Bijna een half Pieterpad lang dus, maar dan binnen de stadsgrenzen van de hoofdstad.
Tijdens de vorige etappe heb je al geproefd van de geneugten van de Sloterplas en op deze etappe kun je dat nog eens dunnetjes overdoen. De route gaat langs de noordelijke oevers. Eerst langs een rustiek haventje, vervolgens over een brede wandelpromenade, relikwie van ooit grootse plannen. Want tout Amsterdam zou hier op een mooie zondag komen flaneren, als het aan de plannenmakers lag.
Maar tout Amsterdam liet het afweten. Hier aan de noordkant van de plas is het juist veel rustiger dan aan de zuidelijke oevers. Toen de Sloterplas gereedkwam, eind jaren vijftig van de vorige eeuw, was het flaneren uit de mode geraakt. Stedelingen zochten hun ontspanning en vertier liever buiten de stad.
Des te mooier wandelen is het hier langs de groene oevers, met telkens dat aanlokkelijke uitzicht op de weidse en tot zestig meter diepe plas, waar zich volgens buurtlegendes een monster schuilhoudt. Af en toe snelt of sjokt een jogger langs, het rondje Sloterplas is een geliefd hardlooptraject, en het water trekt veel surfers en suppers.
Je wandelt hier door het groene hart van de Westelijke Tuinsteden van Amsterdam. Natuur was een belangrijk onderdeel van het Algemeen Uitbreidingsplan, een stedenbouwkundig plan voor de uitbreiding van Amsterdam uit 1934. Het landelijk gebied moest diep in de stad doordringen via ‘groene scheggen’, zoals Sloterplas en omgeving. Die waren volgens de plannenmakers essentieel voor de verbinding tussen stad en land. Anders zou Amsterdam uitgroeien “tot een eindelooze huizenzee”.
Dankzij die plannen wandel je hier nu door heel wat stadsnatuur: groenstroken, parken en soms ook echte wildernis. Bijvoorbeeld in Natuurtuin De Wiedijk, een groen paradijsje dat ligt ingeklemd tussen drukke wegen en hoge flats. Hier zie je vlinders dartelen in de bloemenweide en overstemmen bijengezoem en kikkergekwaak het geraas van passerende auto’s. In 1993 werd de natuurtuin uitgeroepen tot Vrij Vogelreservaat, waardoor het op ondersteuning van Vogelbescherming Nederland kan rekenen.
Je wandelt over het door dicht struikgewas en hoge rietkragen omgeven Aarschotpad en komt vervolgens door de veel compacter gebouwde tuinstad Nieuw Sloten. Het ligt op de plek waar het Olympisch Dorp moest komen als Amsterdam de Spelen van 1992 zou binnenslepen. Ongekend voortvarend kocht Amsterdam alvast alle tuinders uit. Toen bleek dat Barcelona er met de vette Olympische kluif van doorging, is hier een nieuwe woonwijk uit de grond gestampt.
Verderop wacht de volgende groene oase. Het Siegerpark is niet alleen een van de meest afgelegen parken van Amsterdam, maar dingt ook mee naar de trofee voor het gekste park van de hoofdstad. Was het hier in de Middeleeuwen filelopen met pelgrims die naar Amsterdam trokken, in 1936 liet dr. Wilhelm Sieger, directeur van de Amsterdamse Kinine-fabriek, hier een bij-vriendelijke tuin in Engelse landschapsstijl aanleggen, met veel exotische bomen.
Na verkoop aan de gemeente Amsterdam gebruikte de Hortus Botanicus Amsterdam het Siegerpark als proeftuin. Nu geniet het park van ecologisch beheer, zijn er plas-dras-oevers en streven ze naar biodiversiteit. Je maakt een leuk rondje door het park, en komt langs beeldhouwwerken die zijn uitgeleend door het Stedelijk Museum, onder andere van Hildo Krop. Via een pontje trek je jezelf een sloot over. Een kruip-door-sluip-door-paadje voert vervolgens tussen een volkstuinpark en snelweg A4 door.
De volgende aangename verrassing van deze etappe is het oude dorpje Sloten, dat in 1921 is opgeslokt door Amsterdam. Toch proef je hier nog de ouderwets dorpse sfeer, met een oud kerkje, een plein met de originele dorpspomp en het kleinste politiebureau van Nederland uit 1866.
Het bakstenen gebouwtje heeft een piepklein kamertje, waar de dorpsagent aan een wankel tafeltje z’n processen-verbaal op een schrijfmachine kon inkloppen. Let op de fraaie daklijst van het zadeldak en het smeedijzeren hang- en sluitwerk. Tot 1965 liet veldwachter Freek Raat regelmatig lastige bezoekers van het dorpscafé hun roes uitslapen in de mini-cel van vier vierkante meter.
Frank en vrij wandel ik langs de Molen van Sloten die opzichtig hengelt naar de aandacht van de busladingen toeristen die op de molen en het bijbehorende kuiperijmuseum afkomen. Net als bij de vorige etappe haak je hier aan op de ringvaart van de Haarlemmermeer die je opnieuw naar een natuurgebied brengt: de Oeverlanden van de Nieuwe Meer.
Ontstaan als een natuurlijk meer is de Nieuwe Meer vanaf 1956 aan de noordkant sterk vergroot door zandwinning. Het zand gebruikten ze voor de ophoging van de Westelijke Tuinsteden waar je zojuist doorheen bent gekomen. Sindsdien heeft het meer een diepte tot 35 meter.
Je wandelt over een smal jaagpad tussen hoge bomen dat pal langs het water loopt en geniet telkens van weidse uitzichten. Overigens vind je hier een cruisegebied voor homomannen en loslopende Schotse Hooglanders op je pad. Via de Nieuwe Meersluis wandel je langs het Olympisch Stadion de drukte van de stad weer in.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.