Etappe 11 van dit Amsterdamse langeafstandspad komt langs hoogtepunten als de meanderende Amstel, de fraaie buitenplaats Frankendael, het Betondorp van Johan Cruyff en de lommerrijke begraafplaats De Nieuwe Ooster. Maar je moet ook door taaie stukjes heen bijten.
Dit is etappe 11 uit de wandelgids ‘Buiten de binnenstad van Amsterdam’. In deze gids beschrijft routemaker Alex Buis een langeafstandswandeling van 227 kilometer in 14 etappes. Bijna een half Pieterpad lang dus, maar dan binnen de stadsgrenzen van de hoofdstad.
Deze etappe start vlak bij het Amstel Hotel dat prinsheerlijk uitkijkt over de rivier waar hij naar genoemd is. In de begintijd was dit vijfsterrenhotel uit 1863 een kuuroord voor koninklijke en adellijke gasten uit de hele wereld. Later logeerden hier beroemdheden als de Britse koningin Elizabeth, Steven Spielberg, The Rolling Stones en Rihanna. En vandaag? Vandaag wandelt Frank hier langs.
Je eerste kilometers volgen een mooi wandelpad langs de Amstel. Mocht je van ver komen, dan is de Ysbreeker een lekkere uitspanning voor koffie. De naam is ontleend aan de ijsbreker die hier in vroeger eeuwen lag om de Amstel ijsvrij te houden. Zo konden ze vers water aanvoeren voor lokale bierbrouwerijen. In de recente geschiedenis was het een plek voor concerten en onder meer de literaire talkshow ‘Hier is... Adriaan van Dis’.
De Amstel keer je de rug toe, maar niet getreurd: die ontmoet je later in deze wandeling opnieuw. Nu wandelen we de Transvaalbuurt in, niet de allermooiste wijk van Amsterdam, maar wel leuk om door onbekende straten te lopen. Een kaarsrecht pad langs de Ringvaart brengt je via grappige steegjes bij het Linnaeushof, waar een dorps gevoel je overvalt. Hier woonde ooit Nescio, schrijver van Titaantjes (‘Jongens waren we, maar aardige jongens.’).
Je wandelt hier door het hart van de Watergraafsmeer, tot 1921 een zelfstandige gemeente met zo’n 10.000 inwoners. Zoals de naam al aangeeft was dit vroeger een meer, dat in 1629 is drooggelegd. Tot in de achttiende eeuw ontstonden hier ruim veertig hofsteden en buitenplaatsen, waarvan nu alleen Frankendael nog resteert.
Huize Frankendael, waar je langskomt, dateert al uit 1695 en is genoemd naar de Duitse plaats Frankenthal. Een statig landhuis, waar je kunt trouwen, vergaderen, feesten. Ze hebben er kunstexpo’s en culturele evenementen. Maar gewoon een kopje koffie drinken op het zonnige terras behoort ook tot de mogelijkheden.
Via kronkelpaadjes wandel je door het weelderig groene park achter het huis, waar vroeger een grote stadskwekerij lag. Je komt door een romantische siertuin met vijvers, prieeltjes en bankjes. Mooie plek voor de lunch.
En ook een plek om de lente te ervaren, maar daar is het nog net te vroeg voor: half maart staat er nog niets te bloeien. Wel maakt de vele daslook langs de paden er een geurbeleving van – waarbij je overigens wel van knoflookgeuren moet houden.
Je wandelt het park uit en na wat omzwervingen staat de volgende groene oase je te wachten, ditmaal verknoopt met de dood: begraafplaats De Nieuwe Ooster. Vreemd om de piepjonge blaadjes van deze lente te verwelkomen, terwijl de doden rusten in hun graven. Voor bomen ben je hier trouwens aan het goede adres: De Nieuwe Ooster is tevens een arboretum, met liefst 999 verschillende soorten naald- en loofbomen.
Weinig bomen maar wel veel steen kom je tegen in Betondorp, een van de gekste dorpen van Nederland. Het tuindorp is opgebouwd uit wit gepleisterde betonnen woonblokken. Het is vooral beroemd doordat voetballegende Johan Cruijff hier opgroeide en z’n eerste balletjes trapte.
De wandeling komt langs Akkerstraat 32, Cruijffie’s huis. Hou je meer van literatuur? De buurt kent nog een andere beroemdheid: schrijver Gerard Reve woonde hier als kind. In een televisie-interview uit 1968 zei hij over Betondorp: “Over deze hele buurt, de huizen, tuinen, daken, straten, pleintjes, heeft altijd voor mij een sfeer gehangen van onpeilbaar diepe, onontkoombare weemoed.”
Die weemoed verwaait langs de eindeloze Weespertrekvaart waar de wind vrij spel heeft. In de verte zie je de Rembrandttoren verrijzen, met 150 meter de hoogste wolkenkrabber van Amsterdam. Steeds meer vrijwel even hoge bebouwing verrijst hier de laatste jaren: dit is kostbare grond. Je passeert het vroegere café de Omval, waar de route weer aanhaakt op de Amstel.
Die brede rivier stroomt hier traag door oneindig laagland. Met fraaie buitenplaatsen aan de overkant, flink wat watervogels en pijlsnelle roeiboten die het water doorklieven. Deze flink meanderende veenrivier heeft onze hoofdstad z’n naam gegeven. Tegenwoordig is hij gekanaliseerd, maar dat maakt hem niet minder mooi. Je passeert trouwens ook wat gekke plekken met kleurrijke hanen.
Kilometers lang wandel je pal langs de oever. Een mooi traject, al is het over (rustig) asfalt. Dan verliest deze etappe z’n charme, want je koerst aan op snelweg A10 die je lang binnen kijk- en hoorafstand houdt. Daarna volgen rommelige kilometers die voor nog meer puntenaftrek zorgen. In stijl is wel het slot: de Johan Cruijff ArenA, waar je eventueel nog wat Johan Cruijff-parafernalia kunt inslaan bij de Ajax Fanshop.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.