De aftrap van het Nederlands Kustpad begint op een bijna ideale locatie: het middeleeuwse vestingplaatsje Sluis, vlak bij de Belgische grens in Zeeuws-Vlaanderen. Over de lommerrijke vestingwal wandel je, waarbij je het enige belfort van Nederland in het vizier houdt. Daarna gaan je stappen over bomendijken en langs natuurgebied Zwingeul. Aan het eind dwaalt je blik over de eindeloze zee.
Bijna ideaal is de start dus. Bijna, want wát een reis is dát, vanuit Amsterdam naar Sluis. Van huisdeur tot stadspoort tel ik vijf reisuren, ruim anderhalf uur langer dan met de Thalys naar Parijs. En dan moet je wel alle vijf (krappe) aansluitingen halen van treinen, boot en bus.
Na al dat gereis heb je ook wat: je wandelt door een mooi oud vestingstadje. Sluis was tot de 14de eeuw een vissersdorpje. Maar door het dichtslibben van de nabijgelegen zeearm Het Zwin werd de grote haven van Brugge slecht bereikbaar. Sluis zag steeds meer schepen aanmeren met kostbare ladingen aan zijde, fluweel, specerijen en zuidvruchten. Het vissersdorp groeide uit tot een welvarende handelsstad.
Waar de kassa lekker rinkelt, valt ook veel te halen. Om de kostbaarheden tegen plunderaars te verdedigen, werd Sluis versterkt met wallen, grachten en poorten. In de tachtigjarige oorlog maakten de Spanjaarden en later de Oranjegezinden de stad tot een nóg sterkere vesting. In de 18de eeuw deed Napoleon daar nog een schepje bovenop. En al werd het oude centrum in de Tweede Wereldoorlog bij bombardementen vrijwel vernietigd, in de jaren daarna volgde herbouw in oude luister.
En dus wandel je op het Kustpad over de vestingwal die er nog vrijwel zo uitziet als in de gloriedagen van Sluis. Een lommerrijk traject, overschaduwd door hoge bomen. Na de lange reis lonkt een van de vele bankjes op de wal. In een boterham happend geniet ik van uitzicht op een nest met luid klepperende ooievaars. Daarachter verrijst een markante vierhoekige toren. Het enige belfort – een middeleeuwse wachttoren met stormklok – dat Nederland rijk is.
Je daalt de vestingwal af en wandelt de polder in. Braakliggende akkers, een bloemrijk natuurgebied met grazende koeien. In de verte hobbelt een tractor over de vette klei. Verkeerd wandelen is het hier niet. Je scheert merkbaar langs België, op een leuk akkerrandpaadje prijkt een oude grenspaal, waarvan je er onderweg nog vele tegenkomt.
Over dit vlakke land, veel vlakker kan bijna niet, raast de wind vandaag ongenadig. Gelukkig bieden de vele dijken en bomenrijen wat beschutting. Een lange rij populieren bovenop de dijk vormt een aangenaam plaatje, al wordt dat even later nog overtoept door een dubbele rij knotwilgen.
Een kerkje en wat huizen doemen op achter de dijken. Het is een dorpje met een van de merkwaardigste namen van Nederland: Retranchement. Hoewel Trutjeshoek, Muggenbeet en Doodstil mijn toppers blijven.
Retranchement Cadsandria was van oorsprong een versterking langs de belangrijke zeearm Het Zwin, gebouwd in opdracht van Prins Maurits – zoon van Willem van Oranje. Hij had Sluis in 1604 veroverd op de Spanjaarden. En om het nog internationaler te maken: Retranchement is Frans voor verschansing. In ieder geval moest deze vesting Het Zwin verdedigen tegen aanvallers.
Nu wandel je een fraai stuk over hoge wallen, langs bastions en grachten. Voor en achter je vind je nog restanten van de forten Oranje en Nassau. Er viel hier heel wat te verdedigen. En niet alleen tegen een tsunami van Spanjaarden: fort Oranje is in 1682 weggeslagen door een stormvloed.
Na een saaie kilometer over asfalt kom je bij nog iets fraais: natuurgebied Het Zwin. In vroeger eeuwen was dit een belangrijke zeearm voor de scheepsvaart, tegenwoordig is het deels teruggegeven aan de natuur. Je kijkt uit over schorren – een gebied dat telkens overstroomd wordt door de zee. Daardoor komen hier zoutminnende planten voor, zoals lamsoor en strandkweek. En vele vogelsoorten vinden er een plek om te broeden.
Daarachter doemt de Noordzee op. Je wandelt door de duinen met uitzicht op zee en strand. Dat strand bij Cadzand-Bad staat bekend om de vele haaientanden die je hier kunt vinden. Ze zijn afkomstig uit de tertiaire afzettingslagen voor de kust – een periode die duurde van 65 tot 2,5 miljoen jaar geleden. Waarschijnlijk zwommen hier toen veel haaien, walvissen en roggen. Nu dobberen hier in hete zomers duizenden badgasten.
Eindpunt Cadzand-Bad is nu niet ver meer. Een idyllische plaats is het misschien niet, maar als je logeert in één van de vele hotels langs het strand geniet je van fraaie zonsondergangen. En van de enorme vrachtschepen die langs varen. Sluis laten ze al eeuwen links liggen.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.