Vandaag op het program: het lieflijke Gerendal, een fraai traject langs riviertje De Geul plus een mergelgroeve die veranderd is in een natuurgebied. Maar er staat me nog iets anders te wachten: regen. Ook vanonder het regenpak blijft het landschap betoverend. Tot een kilometer of zes voor Maastricht, waar asfalt en saaiheid het stokje overnemen. De Ramblas maakt het weer een beetje goed.
Gister eindigde een mooie lentedag met onweer en een enorme wolkbreuk. Niet ver van waar ik wandelde, zijn wandelaars in nood gekomen. Brandweer en ambulance moesten ze ontzetten. Iets om bij stil te staan: dit kan dus ook gewoon in Nederland gebeuren, op een mooie dag in mei.
Met regen en donkere luchten vertrekken uit het wat verwaarloosde en lekkende hotel in Gulpen betekent dat je alle zeilen moet bijzetten om de moed er in te houden. Hoewel het Limburgse Heuvelland de wandelaar ook nu weer in vervoering weet te brengen. Na een gestage klim over een smal slingerend weggetje krijg je, terugkijkend, een fantastisch uitzicht. Groene heuvels, bosranden, weilanden met koeien.
Het holle asfaltweggetje gaat over in een smal pad, en even is er de angst dat delen onbegaanbaar zijn vanwege de enorme stortbuien van vannacht die in Gulpen de putten van de riolen spoelden. Maar op wat modderige stukken en enorme plassen na valt het reuze mee. Verse voetafdrukken in de vette klei (of is dit nou löss?) stellen gerust: een vroege vogel is hier langsgekomen met precies dezelfde schoenmaat als ik heb (43).
De route kiest nu kleine paadjes en soms een grindweggetje langs heuvelende weides met bloeiende meidoorns en brem. Je komt pal langs een orchideeëntuin, maar die laat ik voor wat hij is vanwege de regen. Je wandelt hier door het Gerendal, dat bekendstaat als hét bloemendal van Nederland. Wel jammer dat het regent, maar door de druppels heen zie je echt wel hoe prachtig het hier is.
In het Gerendal bevat de bodem veel kalk, en zowel in de bossen als op de graslanden groeien daardoor vele kalkminnende planten. Meer dan 140 soorten bloeien rijkelijk op de arme grond, waaronder wilde akelei, krijtwalstro, Duitse gentiaan en vijftien soorten orchideeën (vandaar ook die orchideeëntuin).
De route gaat het Biebosch in, onderdeel van landgoed Genhoes, en hier worden de paden steiler. Een fikse afdaling en klim verder bereik je de Wilhelminatoren die hoog boven Valkenburg uittorent. De wandeling schampt het toeristische plaatsje maar ik loop het toch even in. Het centrum is een touristtrap van jewelste, waar de eettenten schouder aan schouder staan, echt iets om te vermijden.
Maar wandel je in Valkenburg richting de Kleine Geul, dan krijg je een fotogeniek plaatje: met de fraaie pastorie, de Oude Kerk (inderdaad heel oud: uit 1228), en huizen gebouwd van kalksteen. Bij restaurant Aan de Linde is het goed lunchen of koffiedrinken op het ruime terras.
Na een kilometer over een rustig weggetje waarbij je vuursteengrotten en een schattig kerkje passeert, ga je een klaphekje door en neem je een lekker pad door het Geuldal. De Geul zie je hier razendsnel stromen langs de natte weides van natuurpark Ingendael. De rivier krijgt hier de ruimte en pakt die ook, met oevers die afkalven in de bochten. De Geul wordt daar breder, waardoor eilandjes en grindbanken ontstaan. Bossen met elzen en wilgen schieten op, met in de ondergroei een rijkdom aan kruiden en bloemen. Ook de nachtegaal is weer teruggekeerd. Kortom: een schitterend traject.
Ver weg op de andere oever zie je het kasteel van Sint Gerlach verrijzen, te midden van hoge bomen vol met maretak, een fraai gezicht. Op de weides grazen halfwilde paarden en runderen die ervoor zorgen dat het gebied niet dichtgroeit met bos. Reeën komen hier veel voor en verderop waarschuwt een bordje om op de paden te blijven: het wilde zwijn is hier gesignaleerd.
Verderop klim je via een bosweggetje hoger en hoger, naar een stalen trap die je 75 treden (ik heb ze geteld) hogerop brengt. Uithijgend kijk je uit over een oude mergelgroeve: de Kuil van Curfs, een enorm gat in het landschap van wel 40 meter diep. Aan de overkant kijk je uit op de steile kalksteenwand. Tot 2009 wonnen ze hier kalksteen die ze gebruikten voor de productie van kunstmest. Sindsdien is de kuil in handen van Het Limburgs Landschap die er een natuurgebied van heeft gemaakt. Hier komen zeldzame soorten voor als de geelbuikvuurpad, de vroedmeesterpad, de ondergrondse woelmuis en de eikelmuis.
Na nog wat bosrijke slingers is het uit met de pret: als je het bos verlaat, zie je over braakliggende akkers de niet al te fraaie skyline van Maastricht oplichten. Nog zes kilometer te gaan, en dat zijn zeker niet de mooiste. Door nieuwbouwwijken, stadsgroen en hondenuitlaatstroken baan je je een weg naar de laatste kilometer.
En die is bijzonder: hier wandel je pal boven de snelweg over de ‘Groene Loper’. Een lange en brede stadsboulevard die de gemeente vergelijkt met de Ramblas van Barcelona. Zo gek is die vergelijking niet: waar kort geleden een drukke verkeersader Maastricht doorkruiste, maken hier wandelaars, joggers en fietsers de dienst uit, al ben ik vandaag zowat de enige. De lange rijen bomen moeten nog wat groeien maar het is zeker een boulevard met potentie. De Maastrichtse Ramblas brengt je tot vlak bij het station, waar het Krijtlandpad finisht.
Deze wandeling heb ik gedaan op vrijdag 3 mei 2024. In het kadertje hieronder zie je meer informatie over de gids waaruit de wandeling afkomstig is. De meest recente versie van routebeschrijving, kaartje en gps-track kun je gratis downloaden op Wandelnet.nl.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.