Twee dagen wandelen langs de IJssel, dat is magnifiek. Wat een prachtige, levende rivier is dat toch! Vele watervogels, schepen en bootjes. Eindeloze vergezichten. Plus prachtige stadjes. Aanrader, deze tweedaagse OV-stapper (=oud-NS-wandeling)!
Jaren geleden heb ik deze OV-stapper al eens bewandeld. Nu deed ik het dunnetjes over: twee dagen stopte ik in één, van liefst 36 kilometer. Als beloning kreeg ik te veel indrukken om op te noemen. En pijn aan m’n poten natuurlijk.
Jammer: de eerste 8 kilometer werd ik omgeleid, omdat ze de IJsseloevers aan het vertimmeren zijn. Dat duurt nog tot eind 2015. Toch zie je de IJssel, ook op dag 1, volop. En de omleiding is niet verkeerd: je komt langs het mooie dorpje Voorst en je wandelt over een intiem kerkenpaadje.
Zutphen – in de middeleeuwen een belangrijke handelsstad – schijnt mooi te zijn, maar de wandeling komt er niet doorheen. Al snel ga je over de IJsselbrug de brede rivier over. En dan begint een (omgeleide) tocht door het achterland van de IJssel. Boerenland, slootjes met knotwilgen. Wel wat veel asfalt naar mijn smaak, maar gelukkig rustig asfalt.
Verderop leidt een kerkenpad door kreupelhout en langs een met riet omzoomd meertje. Je komt door het aardige en stokoude dorpje Voorst. Het tufstenen kerkje uit de 12de eeuw piept al van verre boven het landschap uit. Leuk: Anthony Winkler Prins, grondlegger van de Winkler Prins Encyclopedie, is geboren in Voorst. En Olympisch schaatskampioen Stefan Groothuis woont er.
En dan ga je via een lang maar lekker pad over een dijk – eindelijk, eindelijk – terug naar de IJssel. Acht kilometer op de teller inmiddels, maar dan begint het feestje ook echt. Het is net als de zee zien: opeens weet je wat je zo gemist hebt en waar je hart naar uitging.
Want die IJssel, dat is echt een prachtige rivier. En ook een hele echte. Met grote schepen, voortgetrokken door manhaftige sleepbootjes. Met kolkende stromingen waar je maar beter niet in verzeild kunt raken. Een zeer divers pluimage aan watervogels zorgt in de lente voor een kakofonie aan geluiden rond de IJsseloevers. Aan de overkant zag ik een paar schuwe hertjes wegschieten. En dan die vergezichten over de zilveren rivier die kronkelt naar een eindeloze horizon.
Heel lang is-ie niet, die IJssel, slechts zo’n 125 kilometer. Hij begint bij Arnhem, waar hij aftakt van de Rijn, en komt uit in het Ketelmeer. Maar wat een breedte: tot 140 meter maar liefst. Het is een nog jonge rivier, hooguit 2000 jaar oud. Al in de vroegste middeleeuwen kwamen steden als Kampen, Zutphen en Deventer dankzij hun ligging aan de IJssel tot grote bloei. Later, in de tijd van de Hanze (1350-1450), was de IJssel een belangrijke internationale handelsroute.
Ik had me verheugd op iets bijzonders: Kasteel Nijenbeek. De NS-beschrijving had me lekker gemaakt: “Buitendijks, in een landschap doorsneden met oude IJssellopen staat de toren van Nijenbeek. Deze toren is alles wat resteert van het kasteel dat vroeger ook wel ‘Het Hooge Huis’ werd genoemd. Het slot werd in 1945 door de geallieerden onder vuur genomen, omdat de Duitse troepen er zich in hadden verschanst. Wat resteert is een imposante en romantische ruïne.”
Wat een pech: de imposante en romantische ruïne werd net gerestaureerd en was van top tot teen ingepakt. Alsof inpakkunstenaar Christo net was langsgeweest. Had ik weer.
En dan doemt Deventer op. En dat is niet direct leuk. Wat jammer van die nieuwbouwflats die de horizon ernstig aan het vervuilen zijn. Goed te begrijpen dat mensen het leuk vinden om aan het water te wonen, maar moet dat echt in van die oerlelijke blokkendozen?
Gelukkig krijg je voorbij de Wilhelminabrug, die Gelderland en Overijssel verbindt, de echte skyline van Deventer te zien. En dat is een prachtige ansicht, met de Lebuïnustoren van 68 meter hoog als markant pronkstuk. Pal aan de IJssel kun je op het terras van het IJsselhotel aangenaam koffie slurpen terwijl je mijmerend uitkijkt over de weidse IJssel. Voor een eurootje brengt het voetveer je naar de overkant. En die gaan we op dag 2 uitgebreid bestuderen.
Koekstad Deventer is een bijzonder plezierig startpunt van dag 2. Van de OV-stapper hoeft het niet, maar je bent een idioot als je geen rondwandelingetje door het oude centrum maakt. Een greep uit wat je onderweg treft: mooie winkelstraten, een vuistvol heerlijke steegjes, een levendige brink en een klooster waar je stil van wordt.
Deventer is een van de vijf oudste steden van Nederland. Al in de 8e eeuw was hier een handelsnederzetting, die zich snel ontpopte tot een grote vroegmiddeleeuwse stad. De Brink vormt het middelpunt van de binnenstad: een langgerekt marktplein omzoomd door bomen, terrassen en monumentale panden. Blikvanger op het plein is de Waag uit 1528, dat het Historisch Museum Deventer huisvest. Omdat de bevolking vooral links was georiënteerd, werd Deventer vroeger aangeduid als 'Moskou aan de IJssel'.
Heerlijk stadje om doorheen te wandelen. Op een zonnige zondag was het doodstil in de pittoreske steegjes. Alleen op de brink zaten de terrassen vol zonaanbidders. Die liet ik links liggen, want het werd nu wel eens tijd om aan mijn middagetappe te beginnen.
Loop je op dag 1 aan de linkerzijde van de IJssel, deze etappe volgt de rechterzijde. Je wandelt over een klein paadje dwars door de uiterwaarden. Die vormen met hun kalkhoudende, vruchtbare grond een prachtige plaats voor wilde planten, zoals kruisdistel, jacobskruiskruid, pastinaak en cichorei. Afijn, de autoweg langs de rivier is wel heel opvallend aanwezig, dus ik was blij om de rivier vaarwel te zwaaien.
Opeens loop je dan in een heel ander landschap. Over een kaarsrecht pad omzoomd met bomen krijg je weidse uitzichten over boerenland van akkers en weilanden. Af en toe een hoeve, met paarden, koeien en schapen. Daar zou zomaar een Boer-zoekt-vrouw-boer kunnen wonen.
Dan loop je het mooie landgoed De Haere binnen. Middenin het groen staat een deftig landhuis te pronken. Het stamt uit de 14e eeuw en kent een rijke geschiedenis van voorname bewoners en wapengekletter. Mocht je intussen dorstig zijn, grijp dan nu je kans: het landhuis heeft een heerlijke uitspanning met een groot, schaduwrijk terras aan het water.
Je wandelt door de gecombineerde strakke Franse en Engelse parkachtige tuin van het landgoed. Let achter het landhuis even op de ‘ruïne-folly’ uit 1870. De toenmalige kasteelheer liet deze nep-ruïnetoren aanleggen als tuindecoratie. Voor die tijd een onbegrijpelijk fenomeen. Verderop ligt nog de grootste zonnewijzer van Europa.
Toen ik zag hoe laat het al was, liep ik snel verder. Om gelijk op de volgende verrassing te stuiten. Opeens bewandel je de bunkerroute, die een beeld geeft van het belang van de IJssellinie. Die moest in de Koude Oorlog oprukkende Russen keren. Je komt langs een commandobunker, gevechtswagens en vierlingmitrailleurbunkers. Gelukkig zijn die Russen nooit gekomen, want veel indruk zou het allemaal niet gemaakt hebben, vrees ik.
Deze korte dag (13 kilometertjes) zit bomvol highlights. Alsof het nog niet genoeg is vind je vlak voor eindpunt Olst nog landgoed Hoenlo op je pad. Je loopt over een lekkere lange laan, met een dubbele rij bomen en een ware haag van rododendrons. De laan koerste aanvankelijk in een rechte lijn op de stad Deventer af en toont hiermee de onlosmakelijke band die dit landgoed had met de rijke stad Deventer. Naast de adel woonden ook gefortuneerde Deventer kooplieden hier op het platteland. En geef ze eens ongelijk, want het is hier akelig mooi wonen. En lekker rustig zonder Russen.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.
Lekker eropuit in eigen land. Een minivakantie wandelen of fietsen vanuit een superlekker natuurhuisje. Ik selecteerde de tien allermooiste!