Mulle zandpaden maken deze Trage Tocht zwaar, zeker bij de tropische temperaturen van vandaag. Maar mooi is het hier wel. Je wandelt over uitgestrekte heidevelden en langs het Mosselse Veld vol bloemen en zuring. De heuvelachtige bossen van de Veluwe zorgen voor afwisseling. Hier kun je op rustige momenten leden van de Big Five tegen het lijf lopen.
Die Big Five zie je gegarandeerd als je bij de start even binnenloopt bij Natuurcentrum Veluwe, vandaag gerund door twee aardige dames die ons met nadruk vragen de deur snel te sluiten “omdat anders de zwaluw naar binnen vliegt”.
Weliswaar hebben ze hier louter opgezette exemplaren, maar je kunt goed zien hoe groot edelhert en wild zwijn eigenlijk zijn. De opgezette wolf ziet er best aaibaar uit, maar de live versie is de schrik van de schaapskudde die de nabijgelegen Edese Heide begraast. Vanuit het Natuurcentrum kun je trouwens mee op wildexcursie met de boswachter.
Wij gaan zelfstandig op pad en bewandelen deze Trage Tocht in omgekeerde richting (tegen de klok in), omdat we dan sneller bij Theehuis De Mossel zijn voor onze koffie. En dan hebben we gelijk ook een groot deel van de 20 procent verharde paden maar gehad. De overige 80 procent van deze Trage Tocht gaat over zandpaden, en dat moet je heel letterlijk nemen. Laat dat maar aan routemaker Rob Wolfs over, ook bekend als de zandpadgarantieman.
Dat verharde pad blijkt een fraaie klinkerlaan te zijn, omzoomd met hoge eiken. We wandelen langs een haag van rododendrons die het zicht ontneemt op landbouwenclave Hindekamp. Dat is niet om pottenkijkers buiten de deur te houden, maar om te voorkomen dat edelherten en zwijnen uit de bossen de akkers plunderen.
Hindekamp is een soort oase, een nat gebied midden op de gortdroge Veluwe. Oorzaak van die nattigheid: precies hier komen twee smeltwaterdalen samen die voor een ondoordringbare leemlaag hebben gezorgd. Doordat het grondwater hoog blijft, is het gebied veel natter en daardoor geschikt voor landbouw. Al sinds de middeleeuwen wordt hier geboerd. Wij komen langs akkers vol rogge.
We slaan af, de bossen van De Ginkel in over de eerste van de vele mulle zandpaden die nog zullen volgen. Dat is zwaar lopen, zeker als het zo heet is als vandaag, met temperaturen boven de 30 graden. Gelukkig zorgen de afwisselende bossen vol bosbessenstruiken en vingerhoedskruid voor verkoeling. Het is ook erg stil in de bossen, want wie gaat op zo’n hete dag nou wandelen? De vele wroetsporen verraden de onzichtbare bewoners: wilde zwijnen.
Bossen wisselen af met heide, en op sommige plekken kijk je opeens fraai uit over velden vol bloemen of een vennetje. Bordjes met ‘Rustgebied voor dieren’ maken duidelijk dat we hier in een gebied zijn waar je bij schemering zomaar op een das, edelhert of zwijn kunt stuiten. Wij gaan even bij het verscholen wildkijkscherm ‘Groene schuurtje’ kijken, maar de dieren nemen het woord ‘rustgebied’ vandaag heel letterlijk.
De Ginkel gaat over in een gebied met de merkwaardige naam Planken Wambuis, en het karakter van de wandeling verandert opnieuw: we wandelen door open gebied, met verre zichten over glooiende velden met grazende paarden. We komen langs een plek waar de Universiteit van Amsterdam onderzoekt wat de invloed van de droogte is op de Veluwse vegetatie. Bij het passeren zien we een wetenschapper live in het veld bezig: hij besprenkelt plantjes met een wetenschappelijk gietertje.
Dat maakt dorstig, maar als de nood het hoogst is, is Theehuis Mossel nabij. Het maakt deel uit van alweer een enclave: Mossel. Die bestaat uit maar één oude boerderij en dus dit theehuis. In vroeger eeuwen overnachtten hier de schaapherders op bedjes van mos, vandaar die naam. De landbouwgronden rondom de boerderij zijn al vanaf de 15de eeuw in gebruik, maar zijn rond 1995 teruggegeven aan de natuur.
Koffie, koud water, terras, schaduw, verkoelend windje: eigenlijk willen we hier helemaal niet meer weg. Maar vooruit dan maar weer. We sjokken terug de hitte in, en na wat stenen stappen zoeken we de zandpaden weer op. We komen pal langs het Mosselse Veld, dat rossig kleurt door de vele zuring.
Even verder duiken we de bossen weer in, die hier extra fraai zijn. Je wandelt over oude eiken- en beukenlanen, soms vier rijen dik. De beukenlanen zijn aangelegd in de 19de eeuw om de grens van Planken Wambuis te markeren. Om die reden heten ze ook wel ‘scheibomen’. Sommige van de 150 jaar oude bomen hebben trappetjes van tondeldozen op hun hoogbejaarde bast.
Dan doorkruisen we de Edese Heide, een open vlakte waar de zon onbarmhartig op onze bolletjes schijnt. In een ver bos horen we de koekoek nadrukkelijk koekoek roepen. In dat koekoeksbos komen we even later langs twee verscholen vennetjes: de Plas van Gent en de Kreelse Plas. Bij die laatste pakt de route een mooi vlonderpad vlak langs het riet. We zien vele libellen over het spiegelgladde water scheren.
Een extra heet pad loopt langs de rand van de heide en komt voorbij de schaapskooi. Daar lezen we dat er een schaapscheerdersfeest is bij de schaapskooi van de nabijgelegen Ginkelse heide: scheerders ontdoen de Edese heideschapen van hun wolletje. Vandaar dat we vandaag geen enkel schaap zijn tegengekomen.
Nu is het niet ver meer naar Natuurcentrum Veluwe, waar we onze waterflessen vullen, een colaatje drinken en de deur heel snel sluiten vanwege de zwaluw.
Deze wandeling heb ik gedaan in juni 2023. In het kadertje hieronder zie je meer informatie over de gids waaruit de wandeling afkomstig is. De meest recente versie van routebeschrijving, kaartje en gps-track kun je (met een abonnement of tegen betaling) downloaden op Wandelzoekpagina.nl.
De volgende wandelroutes uit deze gids staan ook op Frankwandelt, volgens het bekende recept: een verhaaltje gelardeerd met foto’s.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.
Lekker eropuit in eigen land. Een minivakantie wandelen of fietsen vanuit een superlekker natuurhuisje. Ik selecteerde de tien allermooiste!