Kasteel Hernen, een middeleeuws kasteel in het land van Maas en Waal, is het hoogtepunt van deze wandeling. De omgrachte burcht vormde het decor van de beroemde tv-serie Floris uit 1969. De omliggende ‘Heerlijkheid Hernen’ combineert bossen, beukenlanen, graslanden, oude rivierlopen en een molen. En dan is er nog een mysterie dat al vier eeuwen op ontrafeling wacht...
We starten bij het kasteel, dat niet alleen uniek is doordat de eerste aflevering van tv-serie Floris er is opgenomen (kasteel Doornenburg nam al snel het stokje over), maar ook doordat het nooit verwoest of belegerd is geweest. Daardoor is het een van de best bewaarde middeleeuwse kastelen in Nederland.
Toch kent dit kasteel z’n eigen drama: de grote vierkante hoektoren aan de linkerkant van het kasteel stortte rond het jaar 1600 plotseling in. De oorzaak is tot op de dag van vandaag een mysterie. De bouw van het kasteel begon in 1360 met die hoektoren plus een ommuurde binnenplaats. In tijden van oorlog zat je hier veilig, achter bakstenen muren van tweeënhalve meter dik.
De eigenaren bebouwden de binnenplaats rondom met woonvleugels. Ze overdekten ook de rondgang bovenop de oude kasteelmuren; Hernen is het enige kasteel in Nederland met zo’n overdekte rondgang. Vanaf die zogeheten ‘weergangen’, vaak beveiligd door een borstwering met kantelen, kon je de vijand trouwens goed onder vuur nemen. Of – bij een bestorming – ze met stenen bekogelen of met pek overgieten.
Het kasteel kun je bezoeken, maar als wij arriveren, is het gesloten. We gaan snel op pad over het omliggende landgoed, Heerlijkheid Hernen. Over velden vol kruiden en bloemen gaat de tocht. Langs kikkerrijke slootjes en bosranden met uitzicht op weilanden. Bij een weitje met enthousiaste stieren prijzen we Joseph Glidden, de uitvinder van het prikkeldraad.
Bergharen heet het natuurgebied dat we nu doorkruisen. Het bestaat uit een gordel van rivierduinen met bossen, wei- en hooilanden. Hier merk je dat rivier de Maas niet ver is. Die duinen zijn ontstaan in de laatste ijstijd, toen de Maas soms droogviel en het zand uit de bedding opwaaide tot stuifduinen. Kasteel Hernen ligt ook op zo’n zandrug.
We duiken de bossen in, over de ene beukenlaan na de andere, en soms zelfs over een dubbele beukenlaan. Dan pakken we een pad met hoog gras dat onze broekspijpen kletsnat maakt en waarop wolkjes waterjuffers en vlinders voor ons opvliegen. Uit de maisvelden rijzen de twee kerktorentjes van het dorpje Bergharen op.
Nu komen we langs een weitje waar koeien vredig liggen te herkauwen, maar waar in de middeleeuwen bedrijvigheid alom was. Precies op deze plek stonden namelijk grote veldovens, waar ze met lokaal gedolven rivierklei vele duizenden stenen bakten. Die gebruikten ze om het kasteel op te bouwen en uit te breiden.
Langs nog meer weilanden, dit keer gevuld met paarden, wandelen we terug richting het kasteel. Hoe de routemaker ook z’n best heeft gedaan leuke kruipdoor-sluipdoor-paadjes te vinden, onvermijdelijk gaat de tocht soms ook over asfalt. En niet overal is het boerenland even mooi, met soms wat elektriciteitsmasten of nieuwbouwschuurtjes die de horizon vervuilen.
Een ander nadeel volgt snel nadat we het kasteel zijn gepasseerd: we moeten snelweg A50 onderdoor, die Heerlijkheid Hernen in tweeën hakt. Klagen mogen we natuurlijk niet, want diezelfde snelweg heeft ons hier gebracht. En landschappelijk is het aan gene snelwegzijde schitterend, met weidse panorama’s.
Terwijl zand in de ijstijd is opgeblazen tot rivierduinen, ontstonden anderzijds ook rivierdalen. En langs eentje komen we nu op deze tocht: het Hernense Meer. Dit schilderachtige ‘stroomdal-ven’ – ingebed in een entourage van bossen, bloemrijke weides, heidevelden en een oude molen – kan zo op een ansicht. Op een bankje genieten we van het uitzicht.
Verderop komen we langs die oude Hernense Molen en krijgen we nog meer fraaie zichten op het kleurrijke stroomdal. Het omliggende Hernense Bos biedt de kans om het grootste Nederlandse landroofdier te ontmoeten: de das. Daarvoor moet je deze wandeling wel bij schemering maken. Behalve van avondlijke uren houdt de das van de afwisseling van graslanden en bossen met een dichte ondergroei van bramen en klimop die je hier vindt. En natuurlijk van z’n lievelingsmaaltijd: regenwormen.
Een slingerende landweg met oude lindebomen die ‘buitenlands’ aandoet, brengt ons bij nog iets moois: Huis Te Leur. Een sober maar statig landhuis in classicistische stijl, gebouwd in 1778. Van hieruit bestierde de heer van Leur zijn landgoed – Heerlijkheid Leur.
Nu volgt een serie heen-en-weertjes. De route bestaat feitelijk uit zeven lusvormige delen die de routemaker met grove pennen aan elkaar heeft gebreid. Daarvoor moet je soms een traject twee keer lopen – over de koordjes die de lussen verbinden. Een ingewikkeld breipatroon al met al, dat we met de gps-track gelukkig prima kunnen volgen.
Eén zo’n lus, een soort wormvormig aanhangsel, brengt ons bij het ieniemienie gehuchtje Leur. Dat telt slechts 50 huizen maar kan wel bogen op twee uitspanningen en een fraai romaans-gotisch kerkje uit de 13de eeuw. De originele muurschilderingen uit de 15e en 16e eeuw schijnen bijzonder te zijn.
Die slaan wij over, want wij hebben nog wat breiwerk te verrichten. Bossige trajecten en weer die beukenlanen brengen ons terug bij het kasteel van ridder Floris, dat er nog even ongenaakbaar bijligt.
Deze wandeling hebben we gedaan in juni 2022. In het kadertje hieronder zie je meer informatie over de gids waaruit de wandeling afkomstig is. De meest recente versie van routebeschrijving, kaartje en gps-track kun je (met een abonnement of tegen betaling) downloaden op Wandelzoekpagina.nl.
De volgende wandelroutes uit deze gids staan ook op Frankwandelt, volgens het bekende recept: een verhaaltje gelardeerd met foto’s.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.
Lekker eropuit in eigen land. Een minivakantie wandelen of fietsen vanuit een superlekker natuurhuisje. Ik selecteerde de tien allermooiste!