Glooiende beukenbossen, onverharde paadjes, weidse uitzichten over de uiterwaarden van de Rijn en een middeleeuws kasteel. Dat zijn de ingrediënten van deze wandeling die ook nog de Wodanseiken aandoet: eiken van 500 jaar oud op een romantisch plekje langs de Papiermolenbeek.
Deze wandeling start officieel bij kasteel Doorwerth. Maar omdat het daar vaak druk parkeren is in het weekend, trappen wij af in het dorpje Doorwerth. Bovendien is het leuker om dat kasteel nog even in het verschiet te houden.
En dus wandelen we eerst door uitgestrekte beukenbossen, die aan het begin van de lente nog volkomen bladloos zijn. Dat maakt ze gelukkig niet minder mooi. En het voordeel is: je ziet veel meer vogels omdat ze zich niet kunnen verschuilen achter het bladerdek. Al snel determineren we superkleine pimpelmeesjes, tikkende middelste bonte spechten en lawaaiige boomklevers.
Verderop is het klimmen geblazen. Je wandelt hier over een stuwwal uit de voorlaatste ijstijd. Een parade van ijsschotsen heeft het land hier opgestuwd tot wel 65 meter boven zeeniveau. Fraaie kronkelpaadjes volgen de flank van deze ‘bergketen’, die zelfs voor wat hoogtevrees kan zorgen als je daar gevoelig voor bent. Voortdurend horen we het duivelse gelach van de zeldzame zwarte specht. Een joekel van een vogel die van beukenbossen houdt. Je ziet hem vrijwel nooit, maar horen doe je hem des te beter.
We dalen af en wandelen over een asfaltweggetje naar kasteel Doorwerth, dat op een strategische plek langs de Nederrijn staat, als het ware met z’n voeten in de groene uiterwaarden. Daarom noemen ze het ook wel een waterburcht. Torentjes, kantelen, een slotgracht, een ophaalbrug en schietgaten geven je het gevoel door de middeleeuwen te wandelen. In de 13de eeuw werd het gebouwd door een heuse roofridder: burchtheer Berend van Dorenweerd.
Trek wat tijd uit om naar de binnenplaats te lopen. Daar tref je de oudste robinia van Nederland, geplant in 1579, met een stamomtrek van liefst zeven meter. Een oud opaatje is het: z’n stam en zijtakken worden zwaar gestut. Een bezoek aan de 17de eeuwse moestuin is ook de moeite waard. Vrijwilligers verbouwen hier ‘vergeten’ groenten als schorseneer, snijsla, snijbiet, pronkbonen en rammenas.
Wij hebben dat al eens op eerdere wandeltochten gezien, dus we strijken neer op het ruime terras van De Zalmen, de theeschenkerij van het kasteel. Zowel de appeltaart (met échte slagroom) als de pecannotentaart hebben we voor jullie voorgeproefd. Zwaar aanbevolen.
Na al dat fraais/lekkers hebben we nog elf heerlijke kilometers voor de boeg. De eerste gaat door de uiterwaarden van de Nederrijn, waarbij je steeds weer andere uitzichten op het kasteel houdt. Een rij hoge populieren leidt ons weer naar de stuwwal die we andermaal beklimmen.
Aarden paadjes langs de flanken, lachende zwarte spechten, uitzichten over de rivier: een herhaling van zetten die nooit verveelt. En op deze mooie lente-zaterdag is het ook onverwachts stil op de paden. Ondanks de vele routes die hier langskomen: langeafstandspaden, Klompenpaden, NS-wandelingen. Is de wandel-manie die tegelijk met de corona-pandemie uitbrak passé?
Op de Hunnenschans – waar duizend jaar geleden een burcht lag – komen we dicht bij de steile rand van de stuwwal. We kijken uit over Rijn en Betuwe. De skyline van Arnhem doemt op in de verte. Op de rivier glijden binnenvaartschepen voorbij, en aan de overkant zien we het kerkje van Driel.
Nu vervolgt de tocht over landgoed Duno, over een laan met hoge heggen en uit de kluiten gewassen rododendrons, die pas in mei in bloei komen. Even later lopen we Heveadorp binnen, een van de merkwaardigste dorpen van Nederland.
Het dorpje is ontstaan in 1915 toen fabrikant Wilhelmi hier een rubberbandenfabriek bouwde. In Heveadorp huisvestte hij z’n werknemers. Mevrouw Wilhelmi draaide met een centrale knop om 10 uur ‘s avonds alle lichten in het dorp uit, zodat de arbeiders de volgende dag weer fris aan het werk konden. Voor het hogere personeel hadden ze mooie villa’s.
We klimmen opnieuw omhoog en komen bij het schitterend gelegen restaurant Westerbouwing, waar juist een feest gaande is. Stiekem gaan we toch even op het terras foto’s maken van de vergezichten. Hierna nemen we afscheid van de uiterwaarden en verandert de tocht in een onvervalste boswandeling.
Brede eiken- en beukenlanen, afgewisseld met éénpersoonspaadjes leiden ons over beboste landgoederen met namen als Hoog en Laag Oorsprong, die nog leuker zijn in de ‘oorspronkelijke’ schrijfwijze Hoegh en Laegh Oerspronck. Hier stonden in vroeger tijden papier- en buskruitmolens langs de beekjes.
Een nóg mooiere naam kom je tegen na het passeren van de provinciale weg: het Wodanswoud. Wodan, de oppergod uit de Germaanse mythologie, wordt vaak afgebeeld met twee wolven aan z’n zijde, een speer in z’n knuist, een woeste baard tot op z’n navel en twee adelaars die cirkelen rond een hoofd dat op zwaar onweer staat. Niet iemand die je nou per se tegen het lijf wilt lopen in een duister bos.
Met dat in het achterhoofd is het hier toch best nog gezellig wandelen. Langs de Wolfhezerbeek gaat het, die al vele jaren kurkdroog staat. Dat maakt hem niet minder fraai. Pal langs de oevers wandel je, hem kruisend via houten bruggetjes. Het hoogtepunt bereik je na een paar kronkelige kilometers langs de beek: de Wodanseiken.
Die hebben een indrukwekkend half millennium op de teller. Toch zijn de grillige eiken minder imposant dan naam en ouderdom doen vermoeden. Je zou er geen stuiver om verwedden dat ze een komende voorjaarsstorm overleven. Toch spreken ze tot de verbeelding. Wat vooral te maken heeft met de landschapsschilders die in de 19de eeuw nachtelijke bijeenkomsten onder de oude eiken hielden. Beroemde schilders als Mauve en Mesdag waren van de romantische partij. Zij bedachten de naam Wodanseiken.
Nog is de koek niet op, want even verder wandel je de bossen uit en dwars over de glooiende Wolfhezerheide. Die heide oogt in de lente nogal dor, maar kleurt in augustus de laatste wandelkilometer.
Zet deze prachtige wandeling zeker op je bucket list. In elk jaargetijde heeft hij z’n charmes, maar misschien is de herfst wel de mooiste periode om hem te bewandelen, vanwege de gevarieerde loofbossen waar je doorheen komt.
Deze wandeling hebben we gedaan in maart 2022. In het kadertje hieronder zie je meer informatie over de gids waaruit de wandeling afkomstig is. De meest recente versie van routebeschrijving, kaartje en gps-track kun je (met een abonnement of tegen betaling) downloaden op Wandelzoekpagina.nl.
De volgende wandelroutes uit deze gids staan ook op Frankwandelt, volgens het bekende recept: een verhaaltje gelardeerd met foto’s.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.
Lekker eropuit in eigen land. Een minivakantie wandelen of fietsen vanuit een superlekker natuurhuisje. Ik selecteerde de tien allermooiste!