Vandaag lopen ex-collega Martijn en ik het Goilberdingerpad, een Klompenpad door de uiterwaarden van de Lek en over boerenland bij Culemborg. Stoere forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie vinden we op ons pad. Weidse zichten over de weilanden. En modder. Heel veel modder. “Gers!”
Na twee kurkdroge jaren houdt het maar niet op met regenen. De gevolgen daarvan merken Martijn en ik als we vanaf station Culemborg op weg zijn naar het Goilberdingerpad, een kilometer of drie vanaf het station. Want tjonge, wat zijn de uiterwaarden van De Lek kletsnat.
We wandelen langs de uiterwaarden over de asfaltweg richting Caatje aan de Lek, het startpunt van dit Klompenpad. Martijn begint te zeuren dat we beter die uiterwaarden in kunnen gaan, “want dat is hartstikke vet”. Maar gelukkig is er nog iemand die z’n verstand gebruikt: die uiterwaarden kun je momenteel alleen betreden met lieslaarzen. Of in je zwembroek.
En dus sjokken we verder over het asfalt, waar we vaker dan ons lief is de berm in gedrongen worden door passerende auto’s. Met drie asfaltkilometers in de benen is het bij Caatje aan de Lek goed koffiedrinken. Het café-restaurant schurkt aan tegen Werk aan de Spoel, onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Even verder ligt Fort Everdingen, nu onderkomen van speciaalbierbrouwerij Duits & Lauret, maar dit geheel terzijde.
Werk aan de Spoel is gebouwd tussen 1816 en 1824: een verzameling ‘bomvrije gebouwen’, aarden wallen en zware artillerie. Doel was om de waaiersluis te beschermen, waarmee ze de polder tussen Culemborg en de Diefdijk onder water konden zetten. En zo Holland konden beschermen tegen de vijand. Spanjolen en Fransozen natte voeten bezorgen dus. Gers!
Voor natte voeten hoeven Martijn en ik niet ver te lopen, merken we als we het Klompenpad opgaan door de uiterwaarden van de Lek. Het heeft zo ongelofelijk veel geregend in januari en februari dat de uiterwaarden getransformeerd zijn tot een gezellige modderpoel.
De uiterwaarden zijn “niet geschikt voor kinderwagens of rolstoelen. In geval van regen wordt waterdicht schoeisel aanbevolen,” meldt de site Rivierenland.nl met gevoel voor understatement.
Mooi zijn ze wel, die uiterwaarden, met verre zichten over rivier De Lek, waar net een paartje zaagbekken met de stroom meedrijft. Maar ze zijn ook nogal kaal. “In de lente staan hier kneiterveel bloemen, echt gers,” weet Martijn, die in de buurt is opgegroeid (voor galg en rad).
En inderdaad lees ik in het Lek Magazine dat door begrazing van de uiterwaarden een bijzonder kruidenrijke vegetatie is ontstaan. “Langs de waterkant zie je veel kattenstaart en harig wilgenroosje. Hogerop veel wilde peen, gewone rolklaver, agrimonie, kattendoorn, kruisdistel, heelbaadjes en jacobskruiskruid. Al deze bloemen vormen in lente en zomer een kleurrijk landschap waar ook veel soorten vlinders en andere insecten op af komen.” Ik geef het maar even door.
Bij Werk aan de Spoel en ook verderop komen we langs mooie fruitboomgaarden met in grillige vormen gegroeide bomen. Die zullen in april en mei schitterend in bloei staan. Maar nu is er nog geen knop te bekennen, laat staan een bloem.
Grappig is de ‘Armenboomgaard’ waar het Klompenpad langsvoert. Die was ooit eigendom van de Katholieke Kerk. De opbrengst van de boomgaard was bestemd voor armelui uit de Betuwe. Je vindt er oude hoogstamfruitbomen met verschillende soorten appels en peren.
Voort ploegen we door de modder van de uiterwaarden. Bij het dorpje Everdingen – bekend van het gelijknamige knooppunt – zwaaien we De Lek vaarwel en gaan we het binnenland in. Eerst over asfalt, dan slaan we af op een onverhard pad dat even later overgaat in de kletsnatte weilanden van Polder Culemborg. De zuigende modder tracht de schoenen van onze voeten te trekken. Essentieel kenmerk van een polder is toch dat-ie drooggemalen is. Of ben ik nou gek?
In de modderige weiden staan vele witte reigers stokstijf op onvoorzichtig kikkertjes te wachten. Wij vragen ons af hoe ze zo spierwit kunnen blijven temidden van zoveel zwarte modder.
Pal langs een meertje met de idyllische naam De Zandput staan we plots stil: het Klompenpad is aan de oeverrand volledig opgeslokt door het meer. Ik waag nog wat stappen op het water, maar merk al snel dat ik geen Jezus-kwaliteiten bezit: het water klotst bijna over m’n hoge schoenranden.
Terwijl een verliefd futenpaartje elkaar het hof maakt op De Zandput, zoeken wij het hogerop. We worstelen ons door weerbarstig struikgewas. Verderop stuiten we op stoere bosmannen die met strakke gezichten hoge bomen aan het omhalen zijn met knetterende kettingzagen.
Verderop hervinden we ons pad dat modderiger is dan ooit en ons nu bijzonder smal langs een brede sloot leidt. Martijns benen zwabberen inmiddels alle kanten op van de glibberige modder. En af en toe grijpt hij zich in doodsnood vast: aan een roestige paal, aan venijnig prikkeldraad, aan een hekwerk of desnoods aan een paar grassprieten. Z’n broek zit tot aan z’n ballen onder de modderspatten, wat in combinatie met die elastieken zwaaibenen enorm op m’n lachspieren werkt.
“Hé Foxy Foxtrot, pas je wel op dat je niet in die sloot belandt”, grap ik tegen z’n zwoegende rug. “Vandaag heb ik niet zo’n zin in reddend zwemmen.” Martijn lacht als een boer met kiespijn – “hahaha, leuk hoor” –, terwijl z’n benen een geheel eigen leven leiden en hij een kluitje modder uit een oorschelp vist.
Verderop komen we nog langs een opvallende hoge muur middenin een weiland. Het is de Kogelvanger, een overblijfsel van de schietbaan die de Duitsers hier aanlegden in de Tweede Wereldoorlog. Volgens Martijn heeft het iets ‘Brutalistisch’. Een woord dat hij bijzonder graag bezigt, en waar hij zelfs een blog over heeft geschreven. Onze lieve Heer heeft rare kostgangers.
Fort Everdingen komt weer in zicht en het begint zachtjes te regenen. Dat voelt eerst nog wel aangenaam op onze verhitte gezichten. Maar als het even later ophoudt met zachtjes regenen en we bij de bushalte zien dat de volgende bus pas over een uur gaat, moet ons goede humeur alle zeilen bijzetten.
Drie lange kilometers sjokken we door de stromende regen terug naar station Culemborg. Niet vet, vindt ook Martijn. Wie nu nog beweert dat het in Nederland te droog is, sla ik met veel liefde op z’n smoel.
Al met al best een gers Klompenpad, maar kies een mooie dag in de lente, als de modder is opgedroogd en de fruitbomen in bloei staan.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.
Lekker eropuit in eigen land. Een minivakantie wandelen of fietsen vanuit een superlekker natuurhuisje. Ik selecteerde de tien allermooiste!