Ver over de helft van deze mooie wandeling door het Drents-Friese Wold zie je pas goed hoe weids het Aekingerzand is. Vanaf een hoge houten uitkijktoren overzie je het volledige stuifzandgebied, ook wel Kale Duinen genoemd. Hier vind je een van de laatste bolwerken in Nederland van de zeldzame tapuit, een zenuwachtig vogeltje. Over mulle zandpaadjes verken je de stuifduinen.
Het stuifzand is nog ver weg bij de start op deze koude wintermorgen. Vanaf het Buitencentrum Drents-Friese Wold in het Friese gehuchtje Terwisscha leidt de route je eerst door een gebied waar het op weekenddagen druk is met gezinnen die de kriebeldiertjes-, natteneuzen- of dierenvriendjesroute volgen.
Al snel heb je de dichte bossen met al z’n kriebeldiertjes voor jezelf. Een vennetje ligt er op deze winterdag half dichtgevroren bij, maar ik wil best geloven dat in de lente duizenden dikkopjes van de groene en de bruine kikker krioelen tussen het riet, zoals een bordje beweert. Brilduikers en grote zaagbekken komen in de winter voor, maar zijn vast elders aan het foerageren.
Bossen wisselen af met plukjes heide, en dan leidt een mooi zandpad je naar een open vlakte: het Aekingerzand, een soort woestijn met een combinatie van heide, stuifzand en vennetjes.
Houthakkers, een kudde heideschapen en grote grazers houden het gebied open. Daardoor heeft de wind vrij spel en kan het stuifzand z’n naam waarmaken. Plaatselijke bewoners noemen het gebied ook wel ‘De Kale Duinen’, en als je er loopt snap je waarom. Bij flinke wind kun je dat stuiven aan den lijve ervaren. En ‘s avonds het zand uit je kleren kloppen.
Op deze uitgestrekte zandvlakte voelen zeldzame dieren zich thuis. Voor bijvoorbeeld de tapuit biedt het Aekingerzand een van de laatste broedplaatsen in Nederland. In de lente mag het mannetje vanaf een duintopje graag z’n scherpe zang laten horen. Het is nogal een zenuwpees, vertelt een bordje. “Hij jaagt met zenuwachtige vluchtjes op insecten en zakt voortdurend door zijn ‘knieën’.”
Uit een relaxter vaatje tapt de boomleeuwerik, die al vanaf februari van zich laat horen op het Aekingerzand. Met zijn weemoedig jodelende zang – met een overdaad aan lu-lu-lu’s – verzorgt hij de lokroep van de lente. Als je hem hoort, staat het voorjaar echt voor de deur.
Kies je voor deze tocht trouwens de maand augustus, dan geniet je nog extra: de heide staat dan in bloei. Maar eigenlijk is deze tocht altijd fraai, zelfs als het bar koud is, midden in de winter, zoals vandaag.
Over seizoenen gesproken: in dit stuifzandgebied komen extreme temperaturen voor. In de zomer kan het wel 60 graden worden op een zonnige zuidhelling, en in een zomernacht daalt de temperatuur soms tot onder het vriespunt. Alleen de bikkels onder de gewassen houden dat soort schommelingen uit: rendiermos, heide, wilde tijm, schapengras.
Langgerekte zandpaden leiden over de Kale Duinen. Een enkele wandelaar komt me vandaag tegemoet, maar verder is het op grote delen van de route zeer rustig. Leuk van deze Roots-wandeling: je pakt ook kleine, weinig betreden spoortjes die soms helemaal vervaagd zijn.
Bij een halfverscholen vennetje zie ik een ree wegspringen, de bossen in. En even verder volgt het mooiste paadje van de dag: de route volgt een bomendijk tussen rijen knoestige eiken, met links bos en rechts weidse zichten over heide.
Heel in de verte zie je al de houten uitkijktoren liggen waar de route via weidse slingers op afkoerst. Vlak daarvoor kom je nog langs de plek waar in de Tweede Wereldoorlog drie gevangen zijn gefusilleerd. Op 10 april 1945, minder dan een maand voor het einde van de oorlog. Een kruisje herdenkt deze trieste gebeurtenis.
Dan arriveer je bij de uitzichttoren die je al een tijdje de horizon zag doorbreken. En die moet je echt even beklimmen, want je krijgt een fraai 360-graden uitzicht over het volledige Aekingerzand. Heel in de verte zie je het Friese dorp Appelscha liggen, maar dat is het enige teken van bebouwing in de weide omtrek.
De uitzichttoren is trouwens in 1995 gebouwd door leerlingen van het Bijzonder Jeugdwerk Aekinga uit Appelscha, waarbij larikshout uit de omliggende bossen zijn gebruikt. Lariksen zie je hier trouwens veel langs je pad. Ze verkleuren schilderachtig in de herfst: de lariks is een van de naaldbomen die z’n naalden dan laat vallen.
Over de heide wandel je verder, waarbij je een stukje het Drenthepad volgt. Je pakt nog wat paadjes door het bos, en dan haak je weer aan op de natteneuzenroute richting het Buitencentrum. Fraaie wandeling al met al.
Deze wandelgids met 21 rondwandelingen nodigt uit om alle parken te bezoeken, van het ruige waddeneiland Schiermonnikoog tot het bosrijke De Meinweg in Limburg. De mooie gids heeft ruim aandacht voor alle natuurschoon én de iconische dieren en planten die je onderweg tegenkomt.
De volgende wandelroutes uit deze gids staan ook op Frankwandelt, volgens het bekende recept: een verhaaltje gelardeerd met foto’s.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.