Hoge Alpen, de spectaculaire Gorges du Verdon en het betoverende paarsblauw van Provençaalse lavendelvelden. Op deze prachtige wandeltocht kom je het allemaal tegen. Van Entrevaux – een van de mooiste dorpjes van Frankrijk – wandel ik naar het oude stadje Manosque. Ondanks een verstikkende ‘canicule’ geniet ik van de overweldigende natuur.
De wandeltocht voert over de Franse GR4 – een langeafstandsroute (‘Grande Randonnée’) die zich uitstrekt van de Atlantische Oceaan in het uiterste westen naar het parfumstadje Grasse in de hoge Alpen in het oosten. Wandel je hem helemaal, dan heb je ruim 1000 kilometer in de benen. Ik liep in 8 wandeldagen zo’n 180 kilometer.
Zoek je een schitterende wandelvakantie in de Alpen? Pittige tochten, maar wel met bagagevervoer? Bekijk dan de 10 allermooiste wandelvakanties in de Alpen.
Bekijk de Top 10 Wandelvakanties in de Alpen >>
Ik had me enorm verheugd op de reis naar het startpunt Entrevaux: vanuit Nice rijdt namelijk het beroemde boemeltje ‘Train des Pignes’. Het treintje rijdt over de smalspoorweg van de Chemins de fer de Provence. Van de minikini’s aan de Côte d'Azur strompelt het omhoog, helemaal naar een kuuroord op een bevroren Alpentop.
En het is inderdaad een betoverende treinreis. Vanaf het mondaine Nice meandert het spoor langs de rivieren de Var en de Verdon door onherbergzaam gebied. Langs kleine stationnetjes in stille stadjes en over duizelingwekkend hoge boogbruggen. Door kilometerslange tunnels en rakelings langs rotswanden en ravijnen. Zo overbrugt het treintje in ruim drie uur een hoogteverschil van 1000 meter.
Ieder gehucht, zelfs een pretpark bij Nice en de golfbaan bij Digne-les-Bains, heeft zijn eigen halte. Dorpen met rond honderd inwoners hebben een serieus station, compleet met stationsgebouw uit het fin de siècle en een welhaast even oude Chef de Gare inclusief snor.
In de NPO-serie Rail Away werd de Train des Pignes uitgelicht. Leuk item om even te kijken!
Met spijt stapte ik in Entrevaux uit het boemeltje. Ik had graag blijven zitten tot het eindpunt in kuuroord Digne-les-Bains. Misschien moet ik er maar eens voor terug, en dan op een zondag tussen mei en oktober. Dan rijdt namelijk de Train des Pignes à Vapeur over een deel van het traject: een stoomtreintje met gerestaureerde wagons uit 1892.
Geheel ongevaarlijk is de reis overigens niet: op 8 februari 2014 knalde een treinstel tegen een vallend rotsblok tussen Annot en Saint Benoît. Twee doden en tien gewonden waren het gevolg.
Als je het treintje verlaat, beland je gelijk in het superschattige Entrevaux, uitgeroepen tot een van de mooiste dorpen van Frankrijk. En terecht: Entrevaux is een natural beauty.
Het middeleeuwse dorpje ligt tegen een hoge berg geplakt, aan de overzijde van de snelstromende rivier de Var. Je kunt er alleen komen via een smalle ophaalbrug. Vanuit het dorpje zigzagt een ommuurd pad naar de hooggelegen 17e-eeuwse Citadelle d'Entrevaux.
Heerlijk is het om door de nauwe straatjes van Entrevaux te dwalen. Het dorpje is veel minder toeristisch dan ik dacht. Toen ik er was, half juni, was het zo goed als verlaten. Op een leeg terrasje van het dorpscafé klonk ik met mezelf op het begin van m’n wandelavontuur.
Misschien nog wel mooier is het dorpje Moustiers Sainte-Marie waar je een paar wandeletappes later doorheen komt. Maar waar kwamen die karrenvrachten Duitsers, Italianen en Hollanders opeens vandaan? Het dorpje is zo mooi, dat het opgevreten wordt door het toerisme. Moustiers is bekend om zijn aardewerk, ‘Faience’. Twintig ateliers telt het dorp maar liefst. In de nauwe straatjes vind je een overvloed van winkeltjes die dit aardewerk aanbieden. Aan mij is het niet besteed. Met alle respect.
Hoog boven Moustiers Saint-Marie torent de kapel Notre-Dame de Beauvoir, gebouwd in de Karolingische tijd, in de 8ste eeuw. De brede geplaveide trap naar de kapel is onderdeel van een bekende bedevaartroute. Loop als je puf hebt naar de kapel, je hebt er prachtig uitzicht over de rode pannendaken van de dorpshuizen. In de diepte zie je ook de bijzondere twaalfde eeuwse Notre-Dame-kerk liggen, met een Romaanse klokkentoren van goudbruin tufsteen.
Ook de idyllische omgeving van Moustiers strekt zich voor je uit. Die omgeving nodigt uit tot mooie dagtochten. Bijvoorbeeld naar het nabijgelegen Lac de Saint Croix, een groot meer met een onaardse groen-blauwe kleur. Ik zag het op mijn wandeling vanaf een hoge berg in de diepte schitteren. Van dichtbij nodigt het uit tot een verkoelende duik.
Van alle dorpjes had ik de grootste zwak voor het lome Saint-Martin-de-Brômes. Het kan misschien niet bogen op een vermelding in de gids met mooiste dorpjes van Frankrijk, maar pittoresk is het wel. Toeristenwinkeltjes vind je er niet. Wel een heerlijk eenvoudig hotelletje met een stokoude fontein voor de deur. Hotel La Fontaine kan bogen op goedkope kamers-zonder-opsmuk plus een dijk van een kok. Ik logeerde er twee dagen voor bijzonder weinig geld, at m’n buikje rond en kwam helemaal bij van te lange wandeldagen in te grote hitte.
La Palud sur Verdon heeft niet bijzonder veel troeven. Eentje: het dorpje geldt als middelpunt van de bergsport van de Gorges du Verdon. Gelegen langs de ‘Route des Crêtes’ kun je vanuit La Palud een verdomd mooi autotochtje maken, waarbij je in de diepte de Verdon ziet stromen. Het dorpje zelf is als een boek dat je snel uit hebt. Leuk: bij de plaatselijke kroeg hangen nogal wat alternativo’s rond en de crêperie serveert een goed maaltje.
Aardig weetje: Patrick Edlinger is hier geboren en woonde er tot hij in 2012 op 52-jarige leeftijd overleed. Edlinger was in zijn hoogtijdagen één van de beste klimmers ter wereld. 'De God van het vrije klimmen' werd hij genoemd. Hij gebruikte zo min mogelijk technische hulpmiddelen, waardoor hij bekend stond als een echte waaghals. In een interview gaf hij een simpele reden waarom hij zo weinig hulpmiddelen gebruikte: hij had er stomweg geen geld voor.
Andere dorpjes die de moeite waard zijn:
Een van de topwandelingen van de GR4 is zonder twijfel de tocht door de Gorges du Verdon: een schitterende maar zware dagwandeling van Auberge Point Sublime naar de berghut La Maline. Dit is het enige deel van de GR4 waar het druk was toen ik er wandelde. Zeker 50 andere wandelaars kwamen me op een doordeweekse dag tegemoet in de kloven. Op weekenddagen in vakantietijd schijnt het er filelopen te zijn.
Maar wát een wandeling. Je loopt over een smal pad dat stijgt en daalt dwars door de Gorges du Verdon, na de Tara River Canyon in Montenegro het grootste kloofdal van Europa. Deze ‘Grand Canyon’ is over een lengte van 25 kilometer diep uitgesleten door het opvallende groenblauwe water van de Verdon. Inmiddels is de kloof op sommige plekken 300 meter diep. De rotswanden rijzen tot wel 700 meter hoog en zijn zeer imposant en kleurrijk. Een wonder der natuur dat honderdduizenden mensen naar Frankrijk trekt.
Vooraf had ik me een beetje zenuwachtig gemaakt over de tocht door de kloof. Twee gevaren lagen op de loer. Allereerst moest ik een zaklamp mee, omdat de tocht zou voeren door een aardedonkere tunnel van ruim 600 meter. Zonder lampje, zo waarschuwde mijn gidsje, was dit niet te doen. En ik kan dat beamen. Zelfs met lampje vond ik het in m’n eentje opeens akelig donker. Toen m’n lampje even haperde, precies halverwege, zag ik geen hand voor ogen. Opgelucht haalde ik adem toen m’n lampje weer aansprong.
Het tweede gevaar, ik zag er echt tegenop, waren de zes zeer steile stalen trappen die ik moest beklimmen. Met volle bepakking. En geheel hoogtevrees-vrij ben ik niet. Toen ik er eindelijk aankwam, tegen het einde van de wandeling, bleek het erg mee te vallen. Het zijn stevige trappen met leuningen waar je je goed aan kunt vasthouden. Echt eng is de tocht dus niet, wel flink zwaar vanwege het vele klimmen en dalen.
De tocht voert over het beroemde Martelpad van 15 kilometer, genoemd naar de Franse speleoloog Édouard-Alfred Martel. Martel maakte in 1905 als eerste een driedaagse expeditie over de bodem van de kloof, op zoek naar plekken voor hydro-installaties. Aan hem dankt de kloof de bijnaam ‘Grand Canyon du Verdon’, want hij schreef: "De Gorges du Verdon is de meest Amerikaanse van alle Franse ravijnen. Dat houd ik vol nadat ik de Grand Canyon heb gezien."
De Gorges du Verdon is ook beroemd om de duizenden versteende zee-egels, ammonieten en skeletten van inktvissen die er zijn gevonden. Het meest bijzonder is de vondst van 40 miljoen jaar oude fossiele zeekoeien in de Vallee des Sirènes. Deze voorouders van de huidige zeekoe zijn goed bewaard gebleven. De vondst van het grote aantal fossielen en complete schedels van dieren maakt de Gorges uniek in de wereld.
“Zeekoeien, hoe komen die hier nou?”, hoor ik je denken. Ooit was dit gebied een enorme zee met opvallend warm water, waar ongetwijfeld de zeekoeien behaaglijk in ronddobberden. Miljoenen jaren geleden ontstond er druk op de aardkorst, waardoor de bodem omhoog kwam. Langzaam rees het gebied boven de zeespiegel en ontstonden er rivieren, waaronder de Verdon. Goedbeschouwd loop je hier dus over de zeebodem. Pas op dat je niet over een zeekoe struikelt.
Een blog die ik voor mijn vakantie had geraadpleegd, raadt de etappe van Moustiers Sainte-Marie naar Riez af: “Je loopt over het tamelijk kale en vlakke Plateau de Valensole met grote saaie percelen.” Deze wandelblogger heeft hier vast en zeker niet eind juni gelopen. Want toen ik er wandelde, waren deze saaie percelen omgetoverd in de hemel op aarde: vol bloeiende lavendel zover het oog reikte.
Wat een wonderbaarlijk gezicht! Met niets te vergelijken, mooier dan de mooiste heidevelden die ik ken. En dan die heerlijke, betoverende geuren. Alsof God Z’n Favoriete Parfumfles net heeft omgestoten.
Het mooiste deel van deze etappe begint een paar kilometer voorbij Moustiers. Je klimt over een steil pad door niet al te spannend bos, en terwijl je naar adem hapt, valt je mond nog veel verder open van verbazing: opeens sta je oog in oog met het paarsblauwe goud.
Lavendelvelden bloeien van half juni tot half augustus, afhankelijk van het gebied en het weer. De grootste kans op overdadig bloeiende velden is vanaf de laatste week van juni tot en met juli. Lavendel wordt geoogst van juli tot september.
Naast lavendelvelden vind je vaak velden met graan, meestal tarwe. Toen ik er was zag ik lavendelvelden, afgebiesd met gouden banden van het graan. Op de achtergrond hulden bergen zich in nevel. Hoe mooi wil je het hebben?
Verderop kom je op deze etappe (en op de volgende etappe naar Saint-Martin-de-Brômes) naast buitensporig veel lavendel ook nog eindeloze velden met zonnebloemen tegen. De bloemen kwamen net in bloei en legden een felgele waas over de velden. Kortom, je ontmoet een waar kleurenspektakel als je hier eind juni of in juli wandelt. En had ik het al gehad over de ontelbare bijen en vlinders?
Lavendel is een inheemse plant in dit gebied en gedijt het best boven 700 meter hoogte. Het groeit ook in het wild en in vroeger eeuwen gebruikten Provençaalse boeren lavendel om wonden te helen en wormen te verdrijven – ieuw!
Begin 20e eeuw werden lavendelvelden voor het eerst geplant. Uiteraard zijn er vele soorten lavendel, waarvan Lavandua Angustifolia zeer gewild is bij parfummakers vanwege z’n subtiele geur. De olie wordt onttrokken door de lavendel te distilleren. Voor een litertje of 5 olie jagen ze er zo een ton lavendel doorheen.
Aan de rand van Entrevaux ligt hotel-restaurant Le Vauban. Niets mis mee, eenvoudig doch goed. Buitengewoon vriendelijke mensen trof ik er, en het eten is prima. Je wentelt je niet in luxe, maar de prijzen zijn er ook naar. Via Google trof ik wat akelige foto’s van het hotel, waarschijnlijk van wat jaren geleden. Sindsdien is het hotel flink onderhanden genomen.
Het enige hotel in Soleilhas. Op de een of andere manier had ik me er meer van voorgesteld. De ontvangst vond ik nou niet heel uitbundig, het eten minder dan in Le Vauban. Apart was dat ze m’n bord onder m’n neus vandaan wilden trekken terwijl ik nog met m’n laatste happen bezig was. En m'n nog halfvolle bierflesje verdween voor ik er erg in had. Pronto service zullen we maar zeggen. Voor de rest was het best prima toeven bij Lou, met een bad waar ik een uur in heb liggen weken.
Ik plofte neer op de eerste de beste camping die ik vond, want het was verschrikkelijk warm en ik had geen puf meer om verder te zoeken. Les Lavandes is zo'n camping waar schaduw ver te zoeken is. En van de knalharde bodem werden m’n haringen niet blij. Wel heel sympathieke ontvangst plus buitengewoon goedkoop, ik moest iets meer dan 6 euro neertellen.
Een hotel met zo’n naam schept natuurlijk wel verwachtingen. Die kunnen ze niet geheel waarmaken, maar ik had wel een prettige kamer met uitzicht op de bergen. Heerlijk gegeten op een vrolijk terras met uitzicht op diezelfde bergen.
Lekkerste camping van de vakantie: zeer ruim met heel veel schaduw, schoon sanitair, aardige ontvangst plus een miniprijsje en ook nog gratis WIFI. Wat wil een kampeerder nog meer?
Prettige camping met een vriendelijke campingbaas. Lage prijs en het sanitair is dik in orde. Wel te weinig schaduw naar mijn smaak. Wat ik vreemd vond is dat ik m’n paspoort moest inleveren, daar ben ik nooit zo dol op. Verder is het nog wel een (leuke) tippel naar het dorp. Maar prima camping voor de rest.
Met de camping op zich is niet veel mis. Brandschoon, schaduwrijke plekken, aardige eigenaren. Op het terras kun je verkoelende drankjes drinken. Het stuk lopen vanaf Riez naar de camping voert alleen langs desolaat gebied: een parkeerplaats voor bussen, een oud fabrieksterrein, een verlaten tenniscomplex. Verder prima camping.
Leukste hotel van de vakantie. Voor een klein prijsje kreeg ik een eenvoudige maar lekkere kamer. Hotel La Fontaine ligt aan een schattig pleintje met daarop – je voelt hem al aankomen – een oude fontein. Aan de achterkant hebben ze nog een beschaduwd terras waar het eten geserveerd wordt, en vanwaar je mooi uitkijkt over de omringende bergen. Enorme troef: de kok verstaat z’n vak, heerlijk gegeten. Ook met het ontbijt is niks mis.
Hotel in het centrum van Manosque, populair bij wandelaars van de GR4 en ingericht op toeristen die er voor één nacht blijven. Wat enorm fijn was: ze hadden airco. Zo stapte ik van een afmattende 38 graden een kamer binnen waar de teller op 24 graden stond. Ik was gelijk weer het mannetje. Buitengewoon aardige ontvangst en een prima ontbijtje. Verder is het een van de goedkoopste hotels in Manosque.
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.