Wat de mooiste etappe zou zijn op mijn wandelvakantie over de GR107 door de Pyreneeën, werd een klein drama. De tocht voert over de hooggelegen Portella Blanca (2500 meter), op de grens tussen Frankrijk en Spanje. Mij was een lange, prachtige wandeltocht voorspeld, letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt van mijn wandelvakantie. Viel dat even tegen...
Bekijk mijn reisverslag over de GR107 >>
Bij het ontbijt tref ik een montere Belg die in zijn eentje op fietsvakantie is. “Vandaag”, zegt hij met een brede lach, “wordt ‘t mooi weer.” Awel, hij weet het zeker, want hij heeft het zojuist op de tv gezien. Ik kikker ervan op, want fysiek zal dit de zwaarste tocht van de vakantie worden, van Porta naar het Spaanse Prullans.
Vanuit de ingang kijk ik eens naar de zwaar bewolkte lucht, die straks zal gaan openbreken voor verwarmende zon. En naar m’n Belg, die met zware bepakking op z’n fiets het dal in rolt. Na 100 meter lopen kan ik het niet langer ontkennen (ik probeerde dat wel): het regent, en niet zachtjes ook. Op een holletje spoed ik mij terug naar het hotel en onder de luifel hijs ik me in m’n nog vochtige regenpak, dat niet al te fris meer ruikt.
Enfin, laat ik het maar verklappen: de komende zes uur blijft het regenen dat het giet. Ik vervloek meerdere malen m’n breed grijnzende Fietsbelg. Sukkel. Heeft hij soms naar de weersverwachting in België gekeken ofzo?
Al kan ik zien dat dit een schilderachtig en tegelijk desolaat landschap is. De hoge toppen in de verte, de vele watervalletjes, het uitbundige rivierdal waar ik doorheen loop, met af en toe een kudde (natte) runderen.
Opeens komt me een Landrover achterop. Naast me gaat de rem erop. Het raampje schuift open. Een man van een jaar of 40 - blonde wilde krullen en een verweerd gezicht - achter het stuur. Naast hem een bordercollie. Awel, het is de schaapsherder, die met z’n krullenbol zelf wel iets wegheeft van een schaap!
Hij vraagt of ik naar de Portella Blanca ga. Ja, zeg ik, en met hoop in m’n hart vraag ik hem hoe laat het ongeveer gaat opklaren. Hij trekt z’n wenkbrauwen op: “Nee, het weer wordt sléchter, misschien met onweer, ik zou maar opschieten als ik jou was.”
Fietsbelg, grrrrr!
De laatste loodjes gaan, zoals altijd, nog een stuk steiler omhoog, en daar zie ik opeens het witte topje van de Portella Blanca. Kan me voorstellen dat je hier in mei, als er nog veel sneeuw ligt, niet overheen komt. Zelfs nu moet ik nog vermoeiende omtrekkende bewegingen maken.
Dat is niet 1-2-3 duidelijk. Twee routes komen hier samen. De paal met richtingaanwijzers heeft beide ledematen verloren, waarschijnlijk door storm. “Hoe nu verder?”, vraag ik me hardop af. “The answer my friend is blowing in the wind”, denk ik met een laatste grammetje zwartgallige humor.
Ik kan naar rechts, een breed pad naar beneden. Ik kan naar links, een koeienpaadje naar boven. Uiteindelijk moet ik helemaal naar links, dus dat laatste lijkt me logischer, en m’n GPS zegt ook dat ik dat moet doen. Dus ik strompel gedwee m’n GPS-track achterna. Hier, op de top kan ik met die koude wind sowieso geen seconde langer blijven.
Ik raak een beetje in paniek. Ik heb het koud, ik ben door en door nat, er is geen teken meer te bekennen en eigenlijk ook geen pad, en het is hier stil, doodstil. Eén misstap en ik rol meters, zo niet tientallen meters naar beneden. En m'n iPhone heeft hier geen bereik. Oei. Wat is wijsheid?
Opeens weet ik heel goed wat wijsheid is: rechtsomkeert maken en opnieuw ter plekke kijken of er toch niet nog een ander pad is.
De terugweg is nog enger. Ik ben ook doodmoe en m’n benen trillen een beetje. Stapje voor voorzichtig stapje schuifel ik terug. Bonzende slapen.
Als een duveltje uit een doosje duikt tussen de rotsen zo’n 10 meter voor me een grote alpenmarmot op! Geweldig! Ik hoor gefluit en hij schiet weg tussen de rotsblokken.
Een kilometer verder buigt het pad nog verder naar rechts. Uhm, dit kan niet meer kloppen hoor. Ik moet juist naar links, het dal in. Opnieuw ga ik terug, nu nog sneller, want de kille wind blaast recht in m’n gezicht. M’n handen bungelen al een tijdje gevoelloos aan m’n armen. Zeg, hoe koud is het hier eigenlijk, God-non-de-ju?
Zo’n 500 meter terug zie ik m’n fout: ik heb een afsplitsing van het pad naar links gemist. Een heel klein paadje, maar het is duidelijk aangegeven. Door kou en moeheid bevangen had ik de tekens niet gezien. Nu zit ik definitief goed!
Lager in het dal neemt de wind iets af. Maar ik loop te rillen van de kou. Al ruim vier uur loop ik nu aan één stuk door, want rusten, daar is geen denken aan met dit weer.
Vertwijfeld loop ik de bergstroom af, op zoek naar oversteekmogelijkheden. Dan stuit ik op een klein eilandje, middenin de stroom. Hier dan maar? Met een flinke sprong beland ik precies midden op het hobbelige eilandje. Goed gemikt!
Maar helaas zijn de stenen spekglad. Ik schiet door, raak uit evenwicht en daar val ik met m’n bips in het water op een harde steen. Godverdegodver ook dat nog! Ik voel het water in m’n schoenen stromen, en via de bovenkant m’n regenbroek in. Huuuu, ril ik. M’n linkerbil protesteert ondertussen heftig. Daar zal ik de komende week niet lekker op kunnen zitten.
Met woeste energie stap ik nu dwars door de rivier heen. Veel natter kan ik toch niet meer worden. Vloekend klim ik op de kant, als een mislukt Monster van Loch Ness. Daar kijk ik recht in de ogen van wilde paarden die me zwijgend staan te taxeren. Wat is dat nou voor raar gebocheld waterbeest? Gevaarlijk? Eetbaar?
En ik trek een extra fleecetrui aan. Ik begin ongecontroleerd te trillen en te klappertanden, koud tot in het merg van m’n botten.
Opeens schrik ik van wild geraas. Een bruine beer? Een wolf? Nee, om de hoek van het bochtige paadje springen opeens twee joggers in dunne hemdjes en shorts tevoorschijn. Breed grijnzend: “Bon dia!” De eerste Spaanse woorden.
Even later breekt de zon door. En opeens zingt er een liedje in mijn hoofd: “Always look on the bright side of life...”
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.