De Katharen trokken 800 jaar geleden over de Pyreneeën, op de vlucht voor vervolging. Van Frankrijk naar Spanje, een barre tocht, ruim 200 kilometer lang. Ik volg de middeleeuwse monniken onder veel gunstiger omstandigheden: zo vrij als een vogel. Flink bikkelen is het soms op de Katharen-wandelroute, maar wat is de natuur hier schitterend!
Het traject van de GR107 loopt van het Franse Foix (leuk stadje) naar het Spaanse Berga (nog leuker stadje). Het hoogste punt – de Portella Blanca (2517 meter) – ligt ongeveer halverwege, middenin de Pyreneeën. Laat ik nou uitgerekend op dat allerhoogste punt... onder barre omstandigheden... het pad kwijtraken... ¡Ay ay caramba!
De GR107, ‘le Chemin des Bonshommes’, volgt de vluchtroute van de Katharen voor de katholieke inquisitie in de 13de eeuw. Het langeafstandspad loopt dwars door de Pyreneeën. Ruim 200 kilometer historie en natuurschoon, lang genoeg om een wandelvakantie mee te vullen.
Even iets leuks vertellen: ik heb bijzonder veel gehad aan het blog van ene Johan, een Vlaming van rond de 60 die met een loeizware rugzak (23 kilo) deze GR een paar jaar geleden voltooide en daar uitgebreid verslag van deed op zijn blog. Terloops geeft hij waardevolle tips over campings, restaurants, logeeradresjes en nog veel meer. Met de prints in m’n achterzak heb ik me twee weken kostelijk vermaakt. Eigenlijk heb al die tijd niet in mijn uppie gewandeld, maar samen met Johan. Zover wil ik wel gaan.
Johan heeft ook een hele verzameling leuke Vlaamse uitdrukkingen. Om er een paar te noemen:
Enfin, terug naar m'n eigen stapdagen.
Heel handig van deze route: je duikt niet direct het hooggebergte in, maar je bouwt het langzaam op. De eerste etappes gaan door middelgebergte, zo ongeveer rond 1000 meter. Niet dat dat niet zweten is, want ook in het begin klim en daal je meestal zo’n 800 meter per dag (toch bijna drie Eiffeltorens op en af...). Maar dat is andere koek dan de 1300 meter klimmen en dalen over steile rotspaadjes een paar stapdagen verder.
De route is over het algemeen uitstekend gemarkeerd, zowel in Frankrijk als in Spanje. In veel wandelverslagen staat dat je in Spanje regelmatig tekens mist (ook mijn wandelvriend Johan rept daarvan), maar waarschijnlijk is de route de laatste jaren enthousiast bijgewerkt. Toch was ik blij met mijn GPS van Garmin, die me verschillende keren uit de brand hielp of behoedde voor kilometers verkeerd lopen. Ik zal nog eens mijn Garmin 62st bespreken, waar ik inmiddels een haat-liefdeverhouding mee heb opgebouwd...
Blog van Johan over deze route >>
Tussen de start in het Franse Foix en de finish in het Spaanse Berga ligt een oase voor natuurliefhebbers: de Franse en Spaanse Pyreneeën met toppen tot boven de 3000 meter, zeldzame bloemen en planten, fluitende alpenmarmotten en majestueuze lammergieren. De God van de Natuur heeft hier niet op een onsje meer of minder gekeken.
Tot het dorp Camurac (prachtige camping van Nederlanders!) loop je door de rijkelijk beboste voorlopers van de Pyreneeën, met toppen rond de 1000 meter. Na een lange klim voorbij Camurac kom je puffend en zwetend op het topje van de col de Balaguès (1617 meter), en opeens sta je oog in oog met een lange rij deels besneeuwde bergtoppen die oprijzen uit de dalen eronder. De komende etappes trek je dwars door het hooggebergte. Zwaar klimmen en dalen, maar onbeschrijflijk mooi.
De Pyreneeën mogen dan een tikkeltje lager zijn dan de meeste Alpentoppen, ze zijn zeker zo mooi. De smalle bergketen op de Frans-Spaanse grens biedt alles wat je van hooggebergte verwacht: smalle kloven, weidse uitzichten, besneeuwde toppen, verstilde meertjes, wildstromende rivieren, woeste watervallen.
Hoog in de bergen zie je langs het pad inheemse planten die gewend zijn aan het harde klimaat, zoals edelweiss. In de lagere delen leven wilde zwijnen, steenbokken, herten, eekhoorns, gieren, adelaars. Vlakbij het hoogste punt (Portella Blanca) zag ik opeens zo’n grappige alpenmarmot tussen de rotsblokken scharrelen. Een groot beest – ze kunnen ruim een halve meter worden. Toen hij mij zag, maakte hij zich waggelend uit de voeten, ondertussen fluitend (niet omdat hij mij een lekker ding vond of uit vrolijkheid; fluiten is hun alarmroep). De alpenmarmot is befaamd om zijn winterslaap, die zes maanden duurt. Zwaar leven.
De Pyreneeën zijn ontstaan door een botsing van het Iberisch Schiereiland met het Europese continent, 50 miljoen jaar geleden. Daarna zijn ze verder gevormd door verschuiving van gletsjers en de slijpende werking van woest stromende rivieren. De hoogste toppen zijn de Aneto (3408 meter) en het hoge kalkmassief van de Monte Perdido (3355 meter).
In de Pyreneeën leeft nog een handvol bruine beren. Hun kleine populatie is jaren geleden uitgebreid met beren uit Slovenië. Onder druk van schapenhouders is er al jaren geen beer meer uitgezet. De kans dat je er één tegenkomt is minimaal. Het gebergte telt ook wolven, moeflons en de desman, een soort molletje dat niet ondergronds leeft maar in koude, snelstromende bergbeekjes. Waar-ie zin in hep...
Vlakbij Sorribes trekt er opeens een wolk voor de felle zon. Maar nee, het is geen wolk, het is een... ENORME VOGEL. Ik herken hem niet, maar mijn gidsje legt het me uit: het is een lammergier, met een gigantische spanwijdte: tot 3 meter. Ze zijn zeldzaam, maar hier zie ik er drie tegelijk. Ik jaag ze blijkbaar op (met mijn spanwijdte van nog geen 2 meter). Ze vliegen van boomtop naar boomtop, prachtig gezicht. Smakelijk weetje: lammergieren voeden zich met botten van kadavers. Met hun grote snavelopening kunnen ze botten tot 18 cm in een keer naar binnen laten glijden.
De Pyreneeën vormen niet alleen de grens tussen Frankrijk en Spanje, klimatologisch geven ze ook een grens aan: de meeste regen blijft aan de Franse kant hangen. En dat was ook mijn ervaring, want eenmaal de grens over brak de zon echt goed door.
Al dat natuurschoon, die vredige rust en die parels van dorpjes doen bijna vergeten dat hier een wrede strijd is geleverd. We moeten dan wel ruim 800 jaar terug in de tijd. In het diepe zuiden van Frankrijk leven rond het jaar 1200 'de martelaren van de zuivere christelijke liefde', zoals de Katharen ook wel genoemd worden. Die Katharen, daar hangt een mystieke sfeer omheen. Een sfeer die doet denken aan de Da Vinci Code.
De Katharen willen terug naar de eenvoud van het vroege Christendom. Ze leven volgens simpele principes, trekken van dorp naar dorp en moeten een strenge discipline en inwijding ondergaan voordat ze de staat van ‘parfaites’ hebben bereikt. Het gaat bij de Katharen om ‘endura’: volharden in een leven in dienst van de ziel. Daarvoor moeten ze zichzelf reinigen van de schaduwkanten die in ieder mens leven: negativiteit, hebzucht, egoïsme, lust, angst. Door diepgaand zelfonderzoek komen ze in contact met het goddelijke.
Ze keren zich hierbij tegen de rooms-katholieke kerk, die in hun ogen streeft naar macht en rijkdom en niet naar spiritualiteit. En ze wenden zich af van katholieke praktijken die toch geen verlossing zullen brengen – eucharistie, priesterschap, kruisen, religieuze beelden.
De Katharen zorgen er ook voor dat de Languedoc een bloeiend gebied wordt. Er is een rijke cultuur, met invloeden van de islam, en veel interesse voor muziek, dans, dichtkunst en literatuur. Door de eerste kruistochten komen er allerlei invloeden van de Arabische cultuur naar het westen. Kennis van architectuur, heilige geometrie, het brandschilderen van ramen, maar ook oude geschriften uit de bijbel en hermetische teksten van oudere datum. Zuid-Frankrijk is een smeltkroes van kennis en culturen.
De kerk zit dat natuurlijk allerminst lekker. Het geloof van de Katharen vormt een bedreiging voor de rooms-katholieke kerk. In 1209 vindt paus Innocentius III het hoog tijd voor een kruistocht. Tere zieltjes raad ik af om verder te lezen. Want de vredige streek wordt in de decennia daarna het strijdtoneel van ongekende wreedheden.
De kruistocht vangt aan bij de stad Beziers, waar zich Katharen onder de bevolking bevinden. De stad wordt gevraagd de monniken uit te leveren, maar de stedelingen weigeren. Simon de Monfort, de aanvoerder van de inquisitie, beveelt de hele stad uit te moorden. Mannen, vrouwen, kinderen. Een etmaal later klotst het bloed rijkelijk door de straten van Beziers.
Vanaf dat moment trekt het leger moordend door het Zuid-Franse land in de zogenoemde Albigenzer kruistocht. Dorpen worden geplunderd. De bevolking wordt soms vooruitgestuurd naar het volgende dorp, met afgesneden neuzen en uitgestoken ogen om de komst van de inquisiteurs aan te kondigen.
De laatste vesting die nog standhoudt is de Montsegur, de inwijdingsburcht van de Katharen. Montsegur is onneembaar. Denken ze. Een jaar lang houden de Katharen moedig stand. Dan, op een kwade dag, worden ze tot overgave gedwongen: óf het dorp wordt uitgeroeid óf de Katharen geven zich over.
Het is 16 maart 1244, vroeg in de ochtend. Zo’n 200 mannen, vrouwen en kinderen lopen de berg de Montsegur af, hand in hand. Onderaan de berg staat een grote brandstapel te wachten, omheind door een houten palissade. Biddend en zingend springen ze in het vuur waar ze worden verteerd door de vlammen. De inquisitie kijkt tevreden toe: de laatste ketters van Zuid-Frankrijk zijn verslagen.
Wat ze niet weten is dat de nacht ervoor een aantal Katharen zijn ontsnapt. Na de val van het laatste Katharen-bolwerk vluchten ze de Pyreneeën over, via de ‘Chemin des Bonshommes’ naar het tolerante Catalonië. Het verhaal gaat dat ze een schat bij zich hebben. Zou het de Heilige Graal zijn?
Een van de leukste kanten van wandelvakanties: de dorpjes waar je doorheen komt en waar je je afgepeigerde ledematen te ruste kunt leggen op een mooie camping of – liever nog – een luxueuze hotelkamer. Zittend achter een biertje op een beschaduwd terras van het lokale café, het dorpsleven observerend – gelukkiger kun je me niet krijgen. Aan mooie dorpjes geen gebrek op de GR107.
Foix is een ideaal startpunt van de Chemin des Bonshommes. Niet alleen goed bereikbaar vanuit Toulouse (ruim een uur met de trein), maar ook gewoon een heel mooi plaatsje. Overschaduwd door een indrukwekkend kasteel (vooral ‘s avonds, wanneer het verlicht wordt). Leuk om door de smalle straatjes te lopen, met als hoogtepunt het plein Place de la Halle, met tal van leuke terrasjes. Jammer is wel dat er geen leuke camping in de buurt ligt (dus ik nam er een niet al te florissant hotel).
Het gehuchtje Montaillou (32 inwoners, geen voorzieningen) zie je al van verre uiterst charmant tegen de berg geplakt liggen. Boven het dorp schemeren de ruïnes van het Château de Montaillou, waar zich de laatste aanhangers van de Katharen bevonden. Komt de naam Montaillou je bekend voor? Dan heb je vast de vuistdikke pil uit 1984 van Emmanuel Le Roy Ladurie ongelezen in je kast staan: ‘Montaillou, een ketters dorp in de Pyreneeën 1294-1324’. Het boek bevat een uitgebreide beschrijving van het leven in het dorp rond 1300, gebaseerd op de inquisitie-dossiers van bisschop Jacques Fournier, de latere paus Benedictus XII. Die baksteen moet ik toch maar eens uit de boekenkast bikkelen.
Tja Baga, het duurde even voor ik dit schitterende Spaanse dorp doorhad. Gelukkig was ik er twee dagen. Want eten bijvoorbeeld, hoe doe je dat hier? Opeens was ik in Spanje, en daar ga je dus niet om zeven uur aan tafel. Weet ik veel. Dus stond ik met m’n goeie fatsoen en m’n knorrende maag voor dichte restaurantdeuren en vertrok ik met de pest in (wat is dit voor ka-u-té-dorp?) van arren moede weer naar de camping om op een ouwe korst stokbrood te gaan knagen. De volgende dag belde ik bij hetzelfde restaurant net zo lang tot er open werd gedaan, en kreeg ik uiterst vriendelijk te horen dat ze héél graag voor me klaarstonden... vanaf negen uur. <<<schaam>> >
Afijn, met een gevulde maag blijkt Baga een enorm schilderachtig plaatsje, omlijst door hoge bergen. De besloten pleintjes, de hoge, bochtige straatjes, en vooral het kerkje dat gemaakt lijkt om van alle kanten te fotograferen. Mocht je er ook een dagje blijven, maak dan de dorpswandeling (aangegeven met kreeftjes op straattegels). En ga tussen de middag verrukkelijk tapas eten bij L'Englantina, op de verkoelende, met zuilengalerijen omgeven, Carrer Galceran de Pìnos. Kleine prijsjes, grootse bediening!
De finish in Berga biedt een fenomenaal slotakkoord van de GR107. Vanaf het officiële eindpunt – het klooster van Queralt – zie je het kleine stadje 600 meter lager liggen. Via stenen treden daal je langzaam maar gestaag af, en heb je ondertussen zicht op een rijkgeschakeerd palet van rode pannendaken, pittoreske kerkjes en een middeleeuws klooster. De volgende dag wandelde ik tijdens de siësta door het stadje dat gestoofd werd in de blakerende zon. Doodse stilte: toeristen waren er eind juni nog niet, de lokale bevolking lag onder zeil. Een lome, dromerige sfeer, waar elk spaarzaam geluidje – een kat miauwend in z’n halfslaap, populieren ritselend in de zomerbries – de stilte nog benadrukte.
Ook zeer de moeite waard zijn de dorpjes Montsegur, Mérens-les-Vals (leuke gite en camping), Bellver de Cerdanua en Gosol. Montsegur natuurlijk omdat het de officiële startplaats is, maar het is gewoon ook een mooi dorpje, met een bijzonder leuke bistro waar je ‘s avonds lekker biologisch kunt eten.
Tja, en dan de Portella Blanca, iets over de helft van mijn wandelvakantie. Ik had me enorm verheugd op het sprookjeslandschap rond het hoogste punt van de tocht. En op de overgang naar Spanje. Het zou een lange maar prachtige wandeltocht worden, letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt van mijn wandelvakantie.
Het pakte een tikkeltje anders uit. Het regende pijpenstelen, het was bitter koud, op de top verdwaalde ik waarbij ik op een hachelijk steil paadje belandde, in het dal viel ik in een rivier en moest ik nog uren verder terwijl koud water in mijn schoenen klotste. Afijn, een memorabele etappe. Als je meer over mijn avontuur wilt lezen:
Mijn Portella Blanca-avonturen >>
Denk overigens niet dat dit de enige zware etappe is. De laatste etappe, van Gosol naar Berga, is zo mogelijk nog zwaarder. 1000 meter omhoog, 1500 meter omlaag. En niet zomaar omhoog. Op sommige punten lijkt het geen wandelen maar bergbeklimmen. De weg naar beneden is nog uitputtender, en gaat maar door, door, door. Over smalle paadjes waarbij wegschuivende stenen manen tot voorzichtigheid.
Maar wat een genot als je tot slot op je tandvlees het prachtige Berga binnenstrompelt! Hoog tijd voor platte rust en een frisse pint op het terras. Proost!
Op Natuurhuisje.nl vind je unieke vakantiehuisjes midden in de natuur. In een natuurhuisje kun je je heerlijk terugtrekken van het drukke, dagelijkse bestaan. Je komt helemaal tot rust.